In de raadsvergadering van 11 decemb er heeft GroenLinks mondelinge vragen gesteld over het project Drempels weg en de Lichten in het wegdek van de Burgemeester Holtroplaan. GroenLinks heeft het woord gevoerd over de randvoorwaarden en uitgangspunten Keiweg-Ridderstaat, de WMO verordening 2019 en het rapport van de Rekenkamer over het Sport- en Gezondheidsbeleid.

Mondelinge vraag Drempels Weg (Van der Zanden)
Vorig jaar is het voormalige Gehandicapten Platform Oosterhout in samenwerking met de gemeente Oosterhout het project "Alle Drempels Weg" gestart. Het doel hiervan was om de 150 winkels in Oosterhout die een toegangsdrempel hebben van meer dan 2 centimeter ook toegankelijk te maken voor mensen met een handicap. Wanneer winkels meededen aan dit project kregen ze hiervoor ook een bepaald subsidiebedrag van de gemeente om de toegang tot hun winkels aan te passen. Met een kunststofdrempel kunnen volgens het GPO voor €250 per stuk de meeste problemen worden opgelost. Volgens onze informatie is op dit moment de helft van alle winkels in het centrum van Oosterhout aangepast. De andere helft moet dus nog aangepast worden.

Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende vragen:
* Kan de wethouder aangeven of het nog steeds mogelijk is voor winkels om deel te nemen aan dit project?
* Kan de wethouder aangeven op welke manier dit project voortgezet gaat worden nu het GPO is opgeheven?

Mondelinge vraag Lichten wegdek Burgemeester Holtroplaan (Van der Zanden)

Vanuit de omgeving van de Burgemeester Holtroplaan hebben wij van bewoners signalen ontvangen dat de lichten in het wegdek van deze straat die enkele jaren geleden zijn aangebracht ter verhoging van de veiligheid van overstekende voetgangers in het wegdek al geruime tijd niet meer werken. Dit lijkt ons geen goede zaak met het oog op de veiligheid.

Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende vraag:
* Kan de wethouder aangeven wanneer deze lichten weer gerepareerd gaan worden?

0180329 Randvoorwaarden en Uitgangspunten Keiweg-Ridderstraat (Van der Zanden)         

In januari 2015 heeft de gemeenteraad opiniërend gesproken over de ontwikkeling van de locatie Keiweg-Ridderstraat. In deze vergadering is toen een motie aangenomen over de randvoorwaarden voor deze ontwikkeling. In de raadsvergadering van september 2016 hebben wij aangegeven dat de volgende punten uit deze motie niet zijn meegenomen:

•    Bebouwing mag niet hoger zijn dan vier bouwlagen. In de huidige nota wordt het pand op de hoek Keiweg-Ridderstraat 5 bouwlagen.
•    De zware norm van TNO wordt gehanteerd bij de bezonningsonderzoeken. Er is onderzoek gedaan met de lichte norm.
•    Er wordt onderzoek gedaan naar de aantasting van privacy van omwonenden. Hiervoor is aandacht geweest, maar er heeft geen onderzoek plaats gevonden.
•    De parkeernorm wordt gerespecteerd.  Er is gekozen voor een afwijkende parkeernorm.
•    De Keiweg wordt ingericht als een 30 kilometer gebied en er komt een onderzoek naar een verkeersveilige herinrichting van de hoek Keiweg-Ridderstraat. De Keiweg blijft zoals deze is en er is geen onderzoek gedaan naar een herinrichting.
Reden voor ons om toen niet met het voorstel in te stemmen. In de raadsvergadering van 12 december lag er het voorstel om de eerder vastgestelde randvoorwaarden aan te passen. In plaats van 12 meter zou de afstand tussen de zijgevel van de naastgelegen woning en de nieuwbouw aan de Ridderstraat nog maar 9 meter hoeven te zijn. De raad heeft toen in meerderheid besloten om dit voorstel niet aan te nemen. Tot onze verbazing komt het voorstel nu weer opnieuw terug in de gemeenteraad. De tekst van de raadsnota van december 2017 is 1 op 1 overgenomen met enkele aanvullingen. Nu wordt voorgesteld dat de afstand tussen de zijgevel van de naastgelegen woning en de nieuwbouw aan de Ridderstraat nog maar 8,30 meter is. Blijkbaar heeft de gemeenteraad in de ogen van het College de vorige keer niet het juiste besluit genomen en wordt het voorstel nu gewoon opnieuw aan de gemeenteraad aangeboden. Wij vinden dit een buitengewoon vreemde gang van zaken.

Voorzitter, GroenLinks zal dan ook tegen dit voorstel stemmen.

0180490 Stemverklaring Belastingverordeningen 2019 (Van der Zanden)

 

Voorzitter, in de raadsvergadering van november 2018 hebben wij samen met de PvdA een voorstel ingediend om het belastingtarief in Oosterhout gelijk te trekken met het gemiddelde tarief in Nederland. Omdat dit voorstel toen niet is aangenomen zullen wij nu tegen het onderdeel van deze nota stemmen voor wat betreft de OZB.

 

0180506 Verordening WMO 2019 (Van der Zanden)

Algemeen
Voorzitter, in het coalitieakkoord is afgesproken om €1,2 miljoen te gaan bezuinigen op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Hierover heeft de gemeenteraad in juli een brief gekregen waarin aangegeven gaat worden hoe dit proces vorm gaat krijgen. In deze brief staat dat er in 2018 al een aantal wijzigingen doorgevoerd worden in de bedrijfsvoering en dat er in 2019 een voorstel zal gaan komen over het toekomstige WMO beleid waarbij er sprake kan zijn van een verandering van beleid. In de brief uit juli 2018 staat dat het nieuwe WMO beleid door de raad vastgesteld moet gaan worden bij de behandeling van de Perspectiefnota. In een brief van het College die op 5 december naar de raad gestuurd is wordt opnieuw ingegaan op het proces om te komen tot een nieuw WMO beleid. De raad gaat in januari en februari allerlei informatie krijgen en het nieuwe WMO beleid zal dan bij de Perspectiefnota door de gemeenteraad vastgesteld moeten gaan worden.

In de brief van 5 december staat echter nog iets anders. Er wordt aangegeven dat er sprake is van een ontwerpfout in de WMO-Monitor waardoor de prognoses niet kloppen. Hierdoor blijkt het tekort op de WMO ineens €800.000 hoger te zijn. Terwijl de raad op 30 oktober tijdens een informatieavond geïnformeerd is over de stand van zaken, blijken de cijfers een maand later ineens niet meer te kloppen. Een extra tekort van €800.000 wordt vervolgens in een bijzin in een brief aan de gemeenteraad gemeld.

Voorzitter, GroenLinks is van mening dat er nu over een drietal zaken volstrekte duidelijkheid:

1) Het College dient naar onze mening zo snel mogelijk op een informatieavond toe te lichten hoe dit extra tekort van €800.000 heeft kunnen ontstaan. Waarom is de fout niet eerder opgemerkt? Wat wordt bedoeld met het aanpassen van de bedrijfsvoering naar aanleiding van het ontdekken van dit tekort? Is de bedrijfsvoering van het gemeentehuis nog wel “in control”? GroenLinks wil volledige openheid van zaken op dit gebied. Deze zaak kan niet afgedaan worden in een bijzinnetje van een raadsbrief zoals dat nu gebeurd is door het College.

2) Als wij de tekorten zien die zich nu op WMO gebied voordoen dan verwachten wij niet dat deze tekorten kunnen worden teruggedrongen met wat technische aanpassingen. Op het moment dat grotere aanpassingen nodig zijn, die zorgen voor een ander WMO beleid, dienen deze niet besproken te worden in het grote geheel van een Perspectiefnota. Naar onze mening dient dit dan echt besproken te worden als apart agendapunt op een aparte avond. Anders gaat het ten onder in het grote geheel van de vele onderwerpen die in een Perspectiefnota aan bod komen. GroenLinks verwacht dan ook dat het College met een aparte nota over het toekomstige WMO beleid komt, los van de Perspectiefnota.

3) Om tot een nieuw WMO beleid te komen, is het van belang dat de gemeenteraad hier op een goede manier in meegenomen wordt. In de brief van 5 december geeft het College aan dat de raad vooral in januari en februari allerlei informatie zal ontvangen. Wat het proces zal worden bij het nieuwe WMO beleid wordt ons niet duidelijk. Ook op dit gebied verwachten wij een nadere toelichting van het College tijdens een informatieavond. Op deze informatieavond kan dan ook de raad zich uitspreken over de manier waarop zij bij dit proces betrokken wil worden. Deze informatieavond dient dan de start te zijn van het zeer regelmatig op de hoogte houden van en betrekken van de raad bij de WMO door middel van informatieavonden/klankbordbijeenkomst etc. Ook hierover willen wij graag een uitspraak van de wethouder.

Adviesraad Sociaal Domein
De adviesraad Sociaal Domein geeft in haar advies aan dat ze niet in staat is geweest om een reactie te geven op de nieuwe WMO verordening. De reden hiervoor is dat de periode die zij gekregen heeft van de gemeente veel te kort was. Ook toen er nog een WMO-raad in de gemeente Oosterhout was, die de gemeente van advies voorzag, is het meerdere keren voorgekomen dat nota's te laat werden aangeleverd waardoor het niet mogelijk was om hier op een goede manier een advies over te geven. De gemeente dient er gewoon voor te zorgen, dat de Adviesraad Sociaal Domein tijdig nota's krijgt en zo voldoende tijd heeft om hier een goed advies over te kunnen geven. Wij horen graag van de wethouder hoe hij er voor gaat zorgen dat de Adviesraad Sociaal Domein de volgende keer wel op tijd de stukken krijgt om zo een goed advies op te kunnen stellen.

Artikel 4, lid 7
In de schriftelijke vragenronde heeft GroenLinks vragen gesteld over een wijziging van artikel 4, lid 7. Hieraan is voorzienbaarheid toegevoegd als mogelijke reden om een maatwerkvoorziening te weigeren. Het College geeft vervolgens een tweetal voorbeelden waarbij van dit artikel gebruik gemaakt kan worden:

•    Iemand die niet kan traplopen, besluit zelf te verhuizen naar een woning met een trap om naar de slaap- en badkamer te komen.

•    Iemand die is aangewezen op een rolstoel woont in een woning die is aangepast aan zijn beperking (bijvoorbeeld brede kozijnen, drempels verwijderd, badkamer beneden i.v.m. rolstoelgebruik). Deze persoon besluit zelf te gaan verhuizen naar woning die niet is aangepast.

Voorzitter, GroenLinks kan het College volgen bij deze twee voorbeelden. Het gaat echter vooral om de uitleg van het woord "voorzienbaar". Wanneer je het woord "voorzienbaar" breed uitlegt zou je als volgt kunnen denken:

•    Iemand die ouder wordt weet dat er waarschijnlijk een keer een moment gaat komen dat hij moeilijker trap kan gaan lopen. Valt het dan wel of niet onder voorzienbaarheid als deze persoon altijd in een huis heeft gewoond met trappen en geen traplift heeft aangeschaft voor het geval hij op oudere leeftijd moeilijker de trap op kan lopen?

•    Iemand heeft een ziekte waarvan het verloop bekend is. De persoon weet al op jonge leeftijd dat hij een bepaalde voorziening nodig heeft omdat zijn ziekte progressief verloopt. Valt het dan wel of niet onder voorzienbaarheid als hij deze voorziening nog niet zelf heeft aangeschaft voor het moment dat het echt nodig is?

Wij horen graag een reactie van de wethouder op deze twee voorbeelden en de uitleg van het woord "voorzienbaar" in het algemeen.

Rapport rekenkamer over Sport- en Gezondheidsbeleid (Mekenkamp)

Het sportbeleid van de gemeente Oosterhout was in de jaren 2014 tot 2017 gericht op het maatschappelijk effect van de sport. Het sportbeleid werd ook gezien als een belangrijk instrument in de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Sport en bewegen zouden de zelfredzaamheid en participatie van  alleOosterhouters bevorderen en het zou de maatschappelijke samenhang en leefbaarheid ten goede komen. De nota legde ook een expliciete link met volksgezondheidsbeleid, door te wijzen op de preventieve functie van sport. Ook plaatste de nota het sportbeleid binnen het beleidskader Brede Buurt, waarin naast bewegen aandacht is voor gezonder eten, betere psychische gezondheid, minder alcohol- en drugsgebruik.

Tot september 2017 werd het sportgedeelte ingevuld door Oosterhout in Beweging, een organisatie die al sinds 2007 ondersteuning bood voor sportieve activiteit  in alle wijken. OiB bracht elk jaar verslag uit over haar activiteiten. Voor de uitvoering van Brede Buurt werden ook culturele en educatieve partners, - H19, Theek5 en later ook Delta Onderwijs – ingeschakeld. Allemaal op een budget van € 600.000. Oosterhout in Beweging had een sturende functie voor de sportbeoefening op scholen en in sportclubs. Dit had een positieve uitwerking op de doelmatigheid van het sportbeleid Oosterhout in Beweging.  Daarom was het vreemd dat OiB van de nieuwe opdracht werd afgehaald. Het breekpunt was daar,  dat OiB als hoofdaannemer onvoldoende zicht had op hoe de nieuwe opdracht ingevuld moest gaan worden binnen de WMO.  En de gemeente weigerde ambtelijk en bestuurlijk te begeleiden. De  gemeente haalde Oosterhout in Beweging van de opdracht af en zouden het zelf gaan doen, met H19, Theek5 en Delta Onderwijs.

De buurtcoaches van OiB werden ondergebracht bij de gemeente, onder de naam MOOVE. Het stadsbrede aanbod wordt vervangen door een aanpak gericht op de meest kwetsbare doelgroepen, in de zwakkere wijken.De gemeenteraad is er nooit ingekend dat het sportbeleid niet meer voor Oosterhout – breed wordt uitgevoerd. Dat betekent dat Oosterhout in de breedte sportbeleid tekort komt. In welke mate zijn de MOOVE-medewerkers nu nog met het algemeen sportbeleid bezig, voor alle andere doelgroepen in de gemeente? Tegelijkertijd werd voor het monitoren van Brede Buurt gekozen voor een stuurgroep die elk kwartaal de voortgang evalueert. Daarmee lijkt de gemeente de vinger intensiever aan de pols te willen houden, dan met de jaarlijkse rapportages die OiB leverde over de uitvoering van het beleid. Uit een rapport van de regionale Rekenkamer blijkt echter dat over het sportbeleid van MOOVE in het kader van de Brede Buurt in 2017 en 2018 geen gegevens zijn vastgelegd.

De Rekenkamer heeft het Oosterhoutse sportbeleid doorgelicht. De Kamer keek naar het al dan niet opvolgen van aanbevelingen (uit een eerder rapport uit 2013) en naar de doelmatigheid en effectiviteit van het gemeentelijke beleid. De conclusie van de Rekenkamer is, dat de gemeente nauwelijks zicht heeft op de resultaten van haar sportbeleid. De doelstellingen van het beleid worden wel als voldoende SMART beoordeeld, maar vooral waar het gaat over maatschappelijke effecten beschikt de gemeente over onvoldoende gegevens om zinnige uitspraken te doen over de resultaten van haar beleid. Over de periode na overname van de uitvoering van het sportbeleid door de gemeente zelf, zijn er in het geheel geen gegevens beschikbaar. Die overname heeft wat dat betreft dus niets opgeleverd.

Door het projectmatige karakter van het sportbeleid worden de doelen en afspraken met de uitvoeringspartners niet duidelijk aangegeven. De activiteiten in het kader van het sport- en gezondheidsbeleid zijn versnipperd. Bij de verschillende partners die het beleid uitvoeren leeft de indruk dat de gemeente voortdurend inzet op vernieuwing, maar dat het consolideren van een duidelijke aanpak geen prioriteit heeft.  Dat wekt de indruk van een projectencarrousel, aldus het Rekenkamerrapport. Of dat past bij de door de gemeente gewenste overgang van een praat- naar een doecultuur, is de vraag.

Groen Links vindt het teleurstellend dat het college de aanbevelingen van de rekenkamer niet overneemt. Waarom gebeurt dat niet? Beoogt de gemeente nog steeds een integrale samenhang van sport en gezondheidsbeleid? En hoe waarborgt de gemeente de kwaliteit van de monitoring? Wordt er in de huidige configuratie wel ambtelijke sturing gegeven aan het sportbeleid, in combinatie met de Wmo?