Op 13 april jl. hebt u schrifteiijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de reconstructie van de Oosterhoutseweg in Teteringen. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.

Vraag 1: Is het College van B&W van mening dat de manier waarop Breda verder gaat met de tijdelijke atsluiting en herinrichting van de Oosterhoutse weg past binnen de afspraken zoals die gemaakt zijn in het Convenant tussen Oosterhout en Breda?

Antwoord 1: Ja.

Vraag 2: Welke maatregelen zullen er genomen gaan worden om gedurende de atsluiting van de Oosterhoutse weg sluipverkeer in en door Oosterhout en haar kerkdorpen tegen te gaan ?

Antwoord 2: Om de omvang, herkomst en aard van het sluipverkeer te kunnen vaststellen, is een monitoringsplan opgesteld. Wanneer blijkt dat sprake is van een toename van sluipverkeer worden op basis van de monitoringsgegevens passende maatregelen getroffen. Deze varieren van het aanpassen van omleidingsbebording en verkeersregelinstallaties tot het fysiek afsluiten van wegen.

Vraag 3: Zijn al deze maatregelen genomen op, het moment dat eind mei 2006 de Oosterhoutse weg voor een pericde van twee jaar afgesloten gaat worden?

Antwoord 3: Op 19 juni, het moment dat Breca met de werkzaamheden start, is de nulmeting voor het monitoringsplan reeds gedaan. Ook is op dat moment de bebording met vooraankondigingen en omleidingsroutes geplaatst. Wanneer biijkt dat, als gevolg van extra sluipverkeer, maatregelen nodig zijn, kunnen deze tijdig genomen worden.

Vraag 4: Bij de totstandkoming van beide ontwerp verkeersbesluiten geeft het College van B&W van Breda aan dat er overleg is gepleegd conform artikel 25 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer met de Gemeente Oosterhout. Welk standpunt heeft het College van B& W van Oosterhout tijdens dit vooroverleg ingebracht?

Antwoord 4: In de gesprekken met Breda heeft Oosterhout steeds aangegeven dat zowel in Dorst als in Den Hout het sluipverkeer niet mag toenemen en dat de op  en afritten van de A27 het verkeersaanbod moeten kunnen verwerken. Tevens heeft Oosterhout ingebracht dat Breda de kosten hiervoor moet dragen.

Vraag 5: Is het verslag van bovengenoemde overleg openbaar en kan dit aan de gemeenteraad verstrekt worden?

Antwoord 5: Alle verslagen en briefwisselingen met betrekking tot de reconstructie Oosterhoutseweg en de MER Teteringen zijn openbaar en kunnen desgewenst voor de gerneenteraad ter inzage gelegd worden.

Vraag 6: Is de MER inmiddels al aangevuld met een aantal compenserende maatregelen die nodig zijn vanwege de tijdelijke afsluiting en herinrichting van de Oosterhoutse weg?

Antwoord 6: In een MER worden verschillende varianten beschreven, maar wordt niet gekeken naar tijdelijke maatregelen. Omdat de MER de toets van de MER commissie heeft kunnen doorstaan, zijn deze varianten in voldoende mate omschreven.

Vraag 7: Bestaat er op dit moment zekerheid omtrent het treffen van de maatregelen die nodig zijn om de negatieve effecten van de doorstroombeperkende maatregelen op de Oosterhoutse weg te compenseren?

Antwoord 7: Ja.

Vraag 8: Zo, nee gaat uw College dan bezwaar maken tegen dit ontwerp verkeersbesluit?

Antwoord 8: Zie ons antwoord op vraag 7.

Vraag 9: Welke andere acties gaat uw College verder nog ondernemen om ervoor te zorgen dat deze zekerheid er alsnog komt?

Antwoord 9: Zle ons antwoord op vraag 7.

Vraag 10: Is het College het eens met de stelling dat doordat nu al verkeersbesluiten genomen worden voor de definitieve inrichting van de Oosterhoutseweg, er tijdens de bestemmingsplanprocedure rondom de bouwplannen in Teteringen nauwelijks meer invIced uitgeoefend kan worden op de verkeersontsluiting tussen Oosterhout en Breda door de gemeente Oosterhout?

Antwoord 10: Het klopt dat dit een belangrijk moment is orn bezwaar te maken, vandaar ook dat het college pro forma bezwaar heeft aangetekend en als vervoig hierop een bestuuriijk overleg heeft geinitieerd. Het college is van mening dat goed bestuurlijk en ambtelijk overleg voor beide gemeenten het meeste oplossend vermogen heeft ter voorkorning van verkeersknelpunten op plaatselijk en regionaal niveau.