Op 8 oktober jl. hebt u schríftelijke vragen ex art. 39 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de overschrijding van het budget voor jeugdzorg. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1. Vanaf welk moment was het voor het College duidelijk dat het vastgestelde budget voor het kalenderjaar 2017 voor de jeugdzorg ontoereikend was?
Antwoord 1. In het jaar 2017 is de laatste bezuiniging op het macrobudget van jeugdzorg doorgevoerd, waarmee het risico op een tekort groter is. Medio september zijn door gemeente Breda de cijfers met betrekking tot de inzet van Niet Vrij Toegankelijke Jeugdhulp (NVTJ) in het eerste halfjaar van 2017 opgeleverd. Dit gaat om de specialistische ambulante jeugdhulp, verblijfs- en pleegzorg en de uitvoering van jeugdbescherming en kinderbeschermingsmaatregelen. Circa 80% van totale het jeugdzorgbudget is gereserveerd voor deze zorgvormen. Op basis van deze cijfers wordt nu verwacht dat er aan het einde van het jaar 2017 sprake zal zijn van een forse overschrijding.
Vraag 2. Hoe groot gaat dit tekort - bij benadering- worden?
Antwoord 2. In 2015 waren de werkelijke kosten voor deze zorgvormen 8,6 miljoen, in 2016 was dat 8,3 miljoen. In 2017 is voor deze zorgvormen een kleine 7,8 miljoen begroot. Uit de cijfers van Breda blijkt dat in het eerste halfjaar al 71% van het budget (5,5 miljoen) is besteed. Hoewel zorgkosten per kwartaal kunnen fluctueren kunnen we met zekerheid stellen dat er sprake zal zijn van een forse overschrijding op dit budget voor NVTJ. Hoe groot het tekort op het totale jeugdzorgbudget gaat zijn is onder andere afhankelijk van de werkelijke zorgbehoefte in de tweede helft van 2017, de werkelijke besteding van de overige 27% van het jeugdzorgbudget, de ruimte in het innovatiebudget om de ontwikkeling van preventieve zorg te bekostigen en eventuele actualisaties van het macrobudget van rijkswege.
Vraag 3. Uit welke middelen gaat het tekort aangezuiverd worden?
Antwoord 3. De risicoreserve sociaal domein is door de raad onder andere bestemd voor het opvangen van overschrijdingen op het jeugdzorgbudget.
Vraag 4. Zijn er maatregelen genomen om te voorkomen dat er een tekort zou ontstaan? Zo ja, welke?
Antwoord 4. De decentralisatie had als doel een transformatie van de jeugdzorg, vanuit de gedachte dat gemeenten betere en efficiëntere zorg konden bieden. De transformatie kent vier belangrijke instrumenten:
* voorkomen in plaats van genezen;
* versterken 'normale opvoeden’ en eigen regie;
* uitgaan van eigen kracht jeugdige/ouders;
* ruimte bieden aan professionals.
Wij hebben deze instrumenten uitgewerkt in ons lokale beleid en zorgstructuur, onder andere in:
* de werkwijze van de sociale wijkteams;
* de inzet van praktijkondersteuners bij de huisartsen;
* het jeugdmaatschappelijk werk;
* het bieden van cursussen en workshops met betrekking tot opvoeden en opgroeien;
* het inzetten van sport en cultuur om de eigen kracht van jeugdigen te versterken.
Verder hebben wij in samenwerking met de regio WBO stappen ondernomen om te sturen op transformatie van de specialistische jeugdzorg. Hierbij staan samenwerking tussen de zorgaanbieders en het lokale veld, een integraal aanbod van zorg en systeemgericht werken centraal. Voor meer informatie verwijzen wij naar de Startnotitie Jeugdzorg Oosterhout 2013, het Regionaal Transitiearrangement en het Beleidsplan Jeugd(hulp) 2015-2018. In 2017 is door de regio een nieuw inkooptraject gestart voor 2018 en verder, waarbij enkele nieuwe maatregelen zijn genomen om de kosten beter te beheersen. Het gaat dan onder andere om het aanscherpen van de tarieven, het verkrijgen van betere managementinformatie, en het nog meer activeren van de samenwerking tussen aanbieders in de verblijfszorg.
Vraag 5. Is voornoemd tekort een reden om het budget voor de jeugdzorg voor 2018 naar boven toe bij te stellen? Zo ja, met hoeveel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5. Gezien de cijfers van 2017 is er een reële kans dat er ook in 2018 sprake zal zijn van een fors tekort op het jeugdzorgbudget. Wij gaan daarom onderzoek doen naar aanvullende maatregelen die wij kunnen nemen om de uitgaven voor de jeugdzorg te beperken. Wij zullen u op korte termijn informeren over de wijze waarop wij dat gaan doen. Op basis van de werkelijke jaarcijfers 2017 zullen wij u waar nodig bij de eerste concernrapportage over 2018 voorstellen doen over bijstellingen van het jeugdzorgbudget voor het jaar 2018. Op basis van de resultaten van het onderzoek zullen wij u informeren over de maatregelen die wij in 2018 nog denken te kunnen nemen. Voor maatregelen en eventuele fundamentele keuzes in beleid voor de langere termijn wordt in 2018 het proces gestart om te komen tot een nieuw beleidsplan Jeugd.
Vraag 6. Heeft u een verklaring voor het feit dat er in Oosterhout een groter beroep gedaan wordt op de jeugdzorggelden dan voorheen het geval was?
Vraag 7. Is er een trend te ontdekken uit de afgegeven indicaties? Zo ja, welke?
Antwoord 6 en 7. Een deel van het tekort wordt niet veroorzaakt door een toename van zorg, maar door de forse bezuinigingen die op het macrobudget van de gemeente Oosterhout zijn doorgevoerd. Van 13,7 miljoen in 2015 is dit budget in 2017 gedaald tot 10,8 miljoen en voor 2018 staat nu een macrobudget van 10,3 miljoen. De uitgaven voor de jeugdzorg nemen echter niet navenant af. Sterker nog, dit jaar is juist een toename van zorgbehoefte zichtbaar. Dit is overigens een landelijke trend, waarbij de ontwikkelingen in de samenleving niet parallel lijken te lopen met de gewenste transformatie naar normaliseren en demedicaliseren. Voorbeelden hiervan zijn dat de vraag naar diagnosticeren van problematiek bij jeugdigen juist toe lijkt te nemen, er sprake is van een toename van depressiviteit onder jongeren, de complexiteit van problematiek bij de meest kwetsbare jeugdigen groter wordt en er meer vraag is naar hoogspecialistische zware vormen van zorg. We zien ook verschuivingen binnen de zorg, die tot hoge kosten kunnen leiden. Een voorbeeld hiervan is de verschuiving van straf naar zorg waarbij voor sommige jeugdigen intensieve (gesloten) zorgtrajecten beter passend worden geacht dan strafmaatregelen. Deze zorgtrajecten zijn echter erg kostbaar en de middelen verschuiven niet mee van het rijk (Justitie) naar de gemeente. Verder zien we dat de decentralisaties hebben geleid tot een stapeling van wijzigingen voor gezinnen met meervoudige problematiek, waardoor de ontwikkeling en veiligheid van kinderen nog meer in het gedrang komt en de mogelijkheden van het gezin om mee te kunnen komen in de samenleving verder verminderen. Vaak wordt dan vanuit de jeugdzorg hulp ingezet om het gezin te ondersteunen, terwijl de problemen vaak op andere terreinen liggen zoals bijvoorbeeld schulden, werkeloosheid, huisvesting, GGz- of Ivb-problematiek (licht verstandelijke beperking) bij de ouders of criminaliteit.
Deze ontwikkelingen vertalen zich in Oosterhout onder andere in hogere kosten voor (hoog) specialistische ambulante zorg met daarbij niet de gewenste afname van verblijfszorg en gesloten jeugdzorg. De omslag naar meer preventie om zwaardere zorg te voorkomen verloopt echter niet snel genoeg om deze ontwikkelingen te keren. Daarbij gaan ook de kosten niet alleen voor de baat uit, er is ook een (zoals omschreven in het rijksbeleid met betrekking tot het sociaal domein) omslag nodig in denken en doen van de samenleving. Dit kan alleen als alle partijen in de samenleving dit onderschrijven en daar actief samen aan werken. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht er binnen uw raad de behoefte bestaan om over dit onderwerp verder met ons college het gesprek aan te gaan, dan zijn wij daartoe uiteraard altijd bereid.