Op 29 maart jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over mogelijke opslag van kernafval in Oosterhout.
Vraag 1. Is het college op de hoogte van het onderzoek van de Commissie Opberging Radioactief Afval (CORA)?
Antwoord 1. Ja.
Vraag 2. Is het college op de hoogte van het onderzoek van T&A Survey BV waarin wordt aangegeven dat ook de bodem in een deel van de gemeente Oosterhout voldoet aan de criteria, waardoor eventuele opslag van kernafval een mogelijkheid is?
Antwoord 2. Ja.
Vraag 3. Onderschrijft het college het standpunt van de provincie?
Vraag 4. Is het college bereid stelling te nemen tegen kernafvalopslag in Oosterhout?
Vraag 5. Is het college bereid om deze stellingname te agenderen in de regio (bijvoorbeeld in de Regio West-Brabant) om gezamenlijk een standpunt in te nemen?
Antwoord 3 t/m 5. Wij begrijpen uw zorgen over de gezondheidsaspecten die zijn verbonden aan de ondergrondse opslag van kernafval. Tegelijkertijd constateren wij dat er in dit dossier nog sprake is van een groot aantal onzekerheden. Zo moet bijvoorbeeld het kabinet zijn oordeel over eindberging van kernafval nog formuleren, laat staan dat er al enige duidelijkheid zou zijn over de hiervoor geschikte locatie(s). Ook het door u geciteerde rapport van T&A Survey over de locaties die, gezien de gesteldheid van de bodem, mogelijk in aanmerking zouden komen, kent een aantal onzekerheden. Wij vinden het daarom vanuit bestuurlijk oogpunt niet voor de hand liggen nu al stelling te nemen tegen een (mogelijke) ontwikkeling die met zo veel onzekerheden is omgeven.