Op 20 januari jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over zoutvoorraad in Oosterhout. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.

Vraag 1. Op welke wijze is de zoutvoorraad in Oosterhout geregeld?

Antwoord 1. Het zout van de gemeente voor het winterseizoen wordt in de zomer aangekocht en in een loods op de gemeentewerf opgeslagen. We beschikken over 350 ton strooizout. Daarnaast hebben we dit jaar 100 ton in strategische voorraad bij de leverancier. Deze voorraad kan ieder moment worden opgevraagd. Als de eigen voorraad circa tien tot vijftien keer voor gladheidbestrijding is aangesproken – circa 150 tot 200 ton – wordt momenteel direct opnieuw eenzelfde hoeveelheid zout besteld.

Vraag 2. Is de wijze van aankoop en/of de aangekochte hoeveelheid strooizout aangepast na de

winter van 2009/2010?

Antwoord 2. Ja. De ervaringen in de winter van 2009/2010 zijn voor ons aanleiding geweest de

beschikbare capaciteit aan het begin van het seizoen te vergroten. Ook is het protocol voor nieuwe aanvoer aangescherpt. Ten slotte hebben wij gekozen voor een andere leverancier, die niet alleen goedkoper was, maar waarbij ook snelle leveranties op afroep mogelijk bleven.

Vraag 3. Zijn er al tekorten aan strooizout opgetreden deze winter?



Antwoord 3. Neen. Deels heeft dat te maken met de maatregelen, zoals in antwoord op vraag 2.

beschreven. Verder speelt ook een rol dat de huidige leverancier adequaat heeft gereageerd op de slinkende zoutvoorraad in Nederland.

Vraag 4. Welke maatregelen neemt de gemeente als de zoutvoorraad onvoldoende blijkt te zijn?

Antwoord 4. Zoals wij in onze antwoorden al hebben aangegeven, hebben wij maatregelen getroffen die redelijkerwijs voldoende soelaas zouden moeten bieden. In zeer extreme omstandigheden kan de gemeente altijd nog overschakelen naar het strooien van zand gemengd met zout. Daartoe is op de gemeentewerf een hoeveelheid zeezand op voorraad.