Op 3 augustus 2003 (ingekomen 4 augustus 2003) heeft u schriftelijke vragen ex artikel 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld inzake het functioneren van de gemeenschappelijke regeling RIO Regio Breda. In de eerste plaats bieden wij u onze excuses aan voor het feit dat de beantwoording van uw vragen niet binnen de gestelde termijn van 30 dagen heeft plaatsgevonden. In de tweede plaats zullen wij naar verwachting u op korte termijn opnieuw in formeren over het RIO Regio Breda naar aanleiding van een voorstel dat wij binnenkort zullen behandelen van het RIO Regio Breda.
Vraag 1: Is er op basis van de bovengenoemde feiten bij het RIO nog wel sprake van een normaal functionerende organisatie?
Antwoord 1: Met name als gevolg van een hoger aantal indicatievragen dan begroot en de introductie van het functioneel indiceren is er een stuwmeer van aanvragen ontstaan. Het RIO heeft voor deze tegenvallers geen capaciteit. Als capaciteit en output worden vergeleken is het RIO een normaal functionerende organisatie.
Vraag 2: Is de raad wel volledig en juist geinformeerd over de werkelijke kosten van het RIO bij de behandeling van de begroting in maart 2003?
Antwoord 2: De begroting 2003 is gebaseerd op het rapport RIO "Regio Breda stuurt bij" en het zogenaamde operationeel plan dat bij de behandeling is betrokken. In deze stukken zijn uitgebreide analyses gemaakt.
Vraag 3: Waarom was in maart 2003 niet bekend dat er extra kosten zaten aan de verhuizing van het RIO in 2003?
Antwoord 3: Bedoeld is dat er meer kosten zijn gemaakt dan begroot. Op dit moment wordt een herziening van de budgettaire ruimte voorbereid. Binnenkort zullen wij een voorstel hiertoe van het AB aan de deelnemende gemeenten behandelen. Dan zal een beter beeld moeten zijn ontstaan.
Vraag 4: Is het enkel opnieuw instellen van de gemeentelijke werkgroep om de nieuwe problemen van het RIO op te lossen wel voldoende? Moet nu niet gedacht worden aan een grondig onderzoek enlof onder curatele stellen van het RIO?
Antwoord 4: De beantwoording van de vraag of er ander onderzoek noodzakelijk is dan nu door de ambtelijke werkgroep gedaan wordt acht het college prematuur. Het RIO heeft de deelnemende gemeenten intensief betrokken de laatste maanden en zoals gesteld zullen wij binnenkort een voorstel dienaangaande behandelen en u nader informeren. Gezien de korte termijn die hiermee gemoeid is ligt het voor de hand deze eerst kritisch te beschouwen.
Vraag 5: Zijn er op korte termijn nog meer financiële tegenvallers te verwachten bij het RIO?
Antwoord 5: Zoals gesteld zullen wij binnenkort een voorstel van het Algemeen Bestuur van het RIO behandelen tot herziening van de budgettaire ruimte 2003. Onder verwijzing naar onze antwoorden op vraag 1 ligt het beslist niet voor de hand dat de uitkomst budgettair neutraal zal zijn. Grote achterstanden zijn in strijd met het wettelijk gefundeerde Zorgindicatiebesluit en zouden aldus moeten leiden tot passende maatregelen. Vanuit de bestuurlijke vorm (GR) waarbinnen het RIO opereert is het natuurlijk aan de deelnemende gemeenten om hiertoe te besluiten.
Wij vertrouwen er op uw vragen hiermee voldoende te hebben beantwoord.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT