Op 16 februari 2006 hebt u schriftelijke vragen ex artikel 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de toename van het aantal mensen dat in armoede leeft. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.

Vraag 1. Zijn er namens de gemeente Oosterhout in het kader van het provinciaal fonds armoedebestrijding voorstellen ingediend bij de provincie Noord Brabant? Zo ja, om welke voorstellen gaat het hier?

Ja, wij zijn voornemens met het samenwerkingsverband van de M5 gemeenten (de vijf middelgrote gemeenten in Noord Brabant) een aanvraag in te dienen bij de provincie. Deze aanvraag heeft betrekking op maatregelen om het niet gebruik van voorzieningen verder terug te dringen.

Vraag 2. Is het College het met GroenLinks eens (en waarom) dat er in Oosterhout de laatste jaren de nodige signalen zijn waaruit afgeleid kan worden dat de armoede in Oosterhout aan het toenemen is?

De landelijke signalen die er op duiden dat steeds meer mensen problemen hebben om rond te komen van hun inkornen zijn ook in de gemeente Oosterhout van toepassing. Dit is onder andere waarneembaar door het toenemende beroep op het gerneentelijk minimabeleid.

Vraag 3. Is het College het met GroenLinks eens (en waarom) dat er op dit gebied ook voor de gemeente Oosterhout een rol is weggelegd?

De lokale overheid heeft een belangrijke rol bij de vormgeving van het minimabeleid. Er is dus ook voor de gemeente Oosterhout een belangrijke rol weggelegd bij de bestrijding van armoede. Deze rol pakken wij ook actief op met de vormgeving en verdere ontwikkeling van het gemeentelijk minimabeleid.

Vraag 4. Is het College het met GroenLinks eens (en waarom) dat het daarom noodzakelijk is dat de Afdefing Zorg en Werk naast handhaving ook het signaleren van armoede structureel onderdeel van haar beleid gaat maken?

Met uw vraag wekt u de indruk dat het signaleren van armoede nu nog geen structureel onderdeel van het beleid van de afdeling Zorg en Werk uitmaakt. Dit is echter onjuist. Binnen de afdeling Zorg en Werk wordt zowel aandacht gegeven aan handhaving als aan het signaleren en bestrijden van armoede.

Vraag 5. Is het College het met GroenLinks eens (en waarom) dat het noodzakelijk is om te gaan onderzoeken hoe de financiële situatie van mensen met een minimuminkomen in Oosterhout is, zodat hierover meer duidelijkheid ontstaat?

Wij zien geen toegevoegde waarde in en extra onderzoek naar de financiële situatie van mensen met een minimuminkornen. In de praktijk vangen wij, onder andere via het project Armoede en gezondheid van kinderen, de dagelijkse contacten met de doelgroep en de cliëntenraad sociale zekerheid, al voldoende signalen op en wij trachten hierop ook adequaat te reageren. Naar aanieiding van dergelijke signalen hebben wij bijvoorbeeld recent besloten om de verlening van bijzondere bijstand in de kosten van voorschool en zwemles voor kinderen uit te breiden.