Op 23 december 2007 heeft u schriftelijke vragen ex artikel 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de deelname van een lid van ons college aan de handelsmissie naar China in april a.s. om de contacten met China als economische mogendheid te stimuleren. Op 16 januari jl. is er telefonisch contact met u geweest over een latere beantwoording dan volgens de regels is afgesproken. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1. Wat zijn de concrete doelstellingen, die het college voor Oosterhout (en West Brabant) wil bereiken met deeiname aan deze handelsmissie?
Antwoord 1: Het bezoek heeft vooral ten doel de toegankelijkheid van de Chinese markt voor West Brabantse, en daarmee ook Oosterhoutse bedrijven, eenvoudiger te maken en Chinese bedrijven te interesseren voor bedrijfsvestigingen in West Brabant, respectievelijk Oosterhout. Aangezien in China zakelijke contacten voornamelijk tot stand kornen via de betreffende overheden is naast een kennismaking met het plaatselijke bedrijfsleven ook ruimte gereserveerd voor een kennismaking met het lokale gemeentebestuur.
Vraag 2. Hebben de eerdere handelsmissies naar China inmiddels al geleid tot concrete resultaten voor Oosterhout (en West Brabant) ? Zo ja, wat zijn die resultaten dan?
Antwoord 2: Het is voor Oosterhout de eerste keer dat aan deze handelsmissie wordt deelgenomen. De provincie Noord Brabant heeft al sinds 1994 een vriendschapsrelatie met de provincie Jiangsu. Vanuit die relatie is tussen de 5 Brabantse steden en steden uit die provincie de samenwerking verder vorm gegeven. Het is de bedoeling dat deze samenwerking wordt uitgebreid naar de regio's buiten de 5 steden in de provincie en daarmee ook naar West Brabant. De burgemeester van Breda heeft in september 2007 namens de regio West Brabant/Zeeland hiertoe een intentieverklaring getekend met het gemeentebestuur van Yangzhou. Voor West Brabant zijn inmiddels concrete resultaten bereikt. Twee Chinese bedrijven uit Yangzhou gaan zich vestigen in Roosendaal, met één bedrijf zijn verregaande afspraken tot vestiging in Breda en de afdeling Buitenlandse Handel en Economische Samenwerking van o.a. Yangzhou is gevestigd in Tilburg.
Vraag 3. In hoeverre is er sprake van samenwerking tussen de organisatoren van de verschillende handelmissies (in het bijzonder de missie naar China van oktober 2006 o.l.v. de burgemeester van Tilburg)? Wordt op elke missie voortgebouwd op eerder gelegde contacten of wordt er steeds "opnieuw" begonnen met het leggen van contacten?
Antwoord 3: Voor de opzet van deze handelsmissie wordt gebruik gemaakt van ervaringen en draaiboeken vanuit eerdere provinciale bezoeken en ingebed in de provinciale kaders. De contacten vanuit het West Brabantse met Yangzhou bestaan pas anderhalf jaar. Vanuit eerder gelegde contacten borduurt deze handelsmissie enerzijds voort op reeds gelegde contacten en anderzijds op het leggen van nieuwe contacten. Netwerk versterken en uitbreiden.
Vraag 4. Hoe groot is de delegatie van personen die in april 2008 naar China gaat?
Antwoord 4: De delegatie van bestuurders bestaat uit ongeveer 23 personen. Daarnaast gaan afgevaardigden mee vanuit het bedrijfsleven, onderwijs en intermediairs vanuit REWIN, Kamer van Koophandel en BZW. Op dit moment gaan wij er van uit dat de totale afvaardiging uit ongeveer 70 personen zal bestaan.
Vraag 5. Wat is de rol van het SES en het REWIN bij deze handelsmissie naar China?
Antwoord 5: De rol van het REWIN bij deze handelsmissie is het in opdracht van haar deelnemers verrichten van promotie en acquisitie activiteiten om bedrijfsvestigingen in de regio, West Brabant mogelijk te maken. Daarnaast zal het REWIN zich actief bezighouden met het aanhalen van bestaande en leggen van nieuwe contacten. Het SES speelt geen (directe) rol bij deze handelsmissie.
Vraag 6. Betekent het ondersteunen van potentiële Nederlandse investeerders in Yangzhou (China) dat deze handelsmissie hiermee West Brabantse bedrijven ondersteunt om hun productie vanuit West Brabant naar het lage lonenland China over te hevelen? Zo ja, bent u van mening dat dit geen goede zaak is voor de werkgelegenheid in West Brabant?
Antwoord 6: De handelsmissie heeft niet als doelstelling de overheveling van productie van het West Brabantse naar het lage lonenland China. Met u zijn wij van mening dat een dergelijke overplaatsing geen goede zaak is voor de werkgelegenheid in West Brabant. Het zijn echter uiteindeiijk de bedrijven zelf die, alles overwegend, hierin een zelfstandige keuze maken.
Vraag 7. Is het College het met GroenLinks/D66 eens dat de vaak niet acceptabele situatie van werknemers in China onder de aandacht gebracht moet worden tijdens deze handelsmissie?
Antwoord 7: Wij zijn het met u eens dat dit indien de gelegenheid zich daar voor voordoet, benoemd moet worden. Het door u aangesneden onderwerp is echter niet het doel van het bezoek en zal vanuit dat perspectief ook niet expliciet geagendeerd worden.