In uw brief van 6 april jl. heeft u, op grond van artikel 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad, vragen gesteld over klimaatbeleid en klimaatcrisis. In deze brief beantwoorden wij uw vragen. Uw vragen zijn cursief weergegeven.

1. Sluit het huidige gemeentelijke klimaatbeleid aan bij de doelstellingen die de nieuwe regering zich gesteld heeft?

Antwoord: Regiogemeenten hebben de intentie uitgesproken gezamenlijk de doelstelling van 5% duurzame energie in 2010 te realiseren. In 2001 heeft de Oosterhoutse gemeenteraad de regionale doelstelling onderschreven. Deze is afgestemd op de tussendoelstelling van de toenmalige regering, waarbij het einddoel was om 10% van de in 2020 benodigde energie duurzaam op te wekken. Het huidige regeringsbeleid is echter drastisch aangescherpt. De nieuwe doelstelling is om 20% van de in 2020 benodigde energie duurzaam op te wekken en om 30% uitstoot te verminderen.

2. Acht het college het huidige gemeentelijke klimaatbeleid toereikend, gelet op de ernst van de klimaatcrisis?

Antwoord: Het huidige gemeentelijke klimaatbeleid is afgestemd op de toenmalige landelijke klimaatdoelstelling. De gemeente is nog bezig om deze doelstelling te realiseren. Het Windturbinepark Weststad zal daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Daarnaast worden voor nieuwe stedebouwkundige plannen van enige omvang energievisies opgesteld om op wijkniveau tot energiebesparing te kunnen kornen. Daarbij wordt de Energieprestatie op Locatie (EPL) als instrument en meetlat gebruikt. Een en ander is ook verwoord in het politiek akkoord. Verder levert de gemeentelijke organisatie een bijdrage door groene stroom toe te passen voor alle gemeentelijke objecten, inclusief straatverlichting,en worden energiebesparende maatregelen toegepast bij bijvoorbeeld renovatie en nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen. Denk aan de zwembaden, waarbij belangrijke investeringen worden gedaan voor energiebesparing.

3. Is het college bereid de doelstellingen en maatregelen op het gebied van energiebesparing drastisch aan te scherpen?

Antwoord: Het college ziet klimaatbeleid als een belangrijk onderdeel van het gemeentelijk milieubeleid. Bij de voorbereiding van het nieuwe milieu beleidsplan, die grotendeels in 2007 plaatsvindt, nemen wij dat mee. Dan worden de consequenties van eventueel bij te stellen klimaatbeleid in beeld gebracht en kan er afweging en afstemming plaatsvinden met andere beleidsonderdelen.

4. Is het college bereid om bij het opstellen van het nieuwe milieubeleidsplan uit te gaan van een klimaatneutrale gemeente in 2030 en een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie in 2015?

Antwoord: Hier geldt hetzeifde als voor vraag 3, waarbij kan worden opgemerkt dat het hier zou gaan om zeer vergaande ambities.