Op 5 februari jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de uitvoering van de richtlijn bomencompensatie. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.

Vraag 1. Kan het college aan de hand van de vastgestelde regels bij het Bomencompensatieplan aangeven op welke manier het aantal terug te planten bomen bepaald is in de hierboven genoemde voorbeelden?

Antwoord 1. Het bomencompensatiebeleid biedt ons college de mogelijkheid niet tot één-op-ééncompensatie over te gaan, op het moment dat dit in de praktijk niet mogelijk is. In beide door u aangehaalde voorbeelden is dit het geval. Waar het de bomen langs de Burg. Elkhuizenlaan betreft, hebben wij in antwoord op vragen ex art. 41 van de fractie van Groen Brabant een en ander al uitgebreid gemotiveerd. Waar het de herinrichting van Parkje Brakestein betreft, zijn wij uitgegaan van het, ook door uw raad onderschreven, uitgangspunt dat het parkje om redenen van cultuur- en natuurhistorie weer in zijn originele staat diende te worden teruggebracht. Hiertoe is het nodig op verantwoorde wijze het huidige bomenbestand te reconstrueren. Dit kan niet zonder een aantal van de bestaande bomen te kappen. Bovendien is dunning nodig om het bomenbestand duurzaam in stand te kunnen houden. Uiteindelijk leidt dit inderdaad tot een kwantitatieve teruggang, maar die vinden wij alleszins te rechtvaardigen gezien de enorme kwaliteitswinst die we hiermee boeken.

Vraag 2. Als is afgeweken van de vastgestelde regels bij het bomencompensatiebeleid, wat is hier

dan de reden van?

Antwoord 2. Zie ons antwoord op 1.

Vraag 3. Is onze conclusie juist dat ook in de toekomst in dit soort situaties het aantal bomen dat

wordt teruggeplant, minder is dan het aantal bomen dat gekapt is?

Antwoord 3. In absolute zien dient het antwoord op deze vraag ontkennend te zijn. Uitgangspunt van ons beleid is dat wij gekapte bomen zo veel als mogelijk compenseren. Echter, er kunnen zich situaties voordoen waarom dit uit praktische overwegingen niet haalbaar is.

Vraag 4. Bent u het met de fractie van GroenLinks eens dat doordat het bomenbestand in de

gemeente langzaam terugloopt, dit uiteindelijk ten koste van het groene karakter van de stad zal

gaan?

Antwoord 4. Nee. Allereerst zijn wij het oneens met uw conclusie dat het bomenbestand in de gemeente langzaam zou teruglopen. Elders in de stad – bijvoorbeeld in de nieuwe woonwijken – worden immers ook weer bomen bijgeplant. Graag wijzen wij u in deze ook op de succesvolle bomenuitdeelactie die enkele jaren geleden is gehouden. En ook voor het overige zijn wij van mening dat, zelfs met inachtneming van de twee door u opgevoerde voorbeelden, u moeilijk staande kunt houden dat “het groene karakter van de stad” hierdoor fundamenteel wordt aangetast.

Vraag 5. Welke maatregelen gaat u als college nemen om te voorkomen dat op termijn het groene

karakter van Oosterhout in het gedrang komt?

Antwoord 5. Zie ons antwoord op vraag 4.