Op 8 november jl. hebt u schríftelijke vragen ex art. 39 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de faciliteiten bij het busstation. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1. Is het College van mening dat de huidige faciliteiten voor buschauffeurs op het busstation in Oosterhout onvoldoende zijn?
Antwoord 1. Het is niet aan het college om hier over te oordelen, maar Arriva heeft als vervoerder aangegeven dat de huidige voorziening op het busstation te klein is.
Vraag 2. Voldoet de ruimte voor de buschauffeurs wel of niet aan de eisen die hier volgens de ARBO-wet aan gesteld worden?
Antwoord 2. De verantwoordelijkheid voor de voorzieningen voor chauffeurs ligt bij de vervoerder, in dit geval Arriva. Het is aan hen om te voorzien in faciliteiten voor de chauffeurs. Het voldoen aan de ARBO-wet is dan ook een verantwoordelijkheid voor de vervoerder.
Vraag 3. Welke randvoorwaarden hebben Veolia respectievelijk de provincie meegegeven bij de bouw van het nieuwe busstation betreffende de voorzieningen voor chauffeurs?
Antwoord 3. In vroegtijdig stadium bij de planontwikkeling van de nieuwbouw van het busstation is overleg gevoerd met de provincie (concessieverlener openbaar vervoer) en de toenmalige busvervoerder Veolia over het Programma van Eisen. De concessieverlener heeft aangegeven dat het geen eis is dat er op het busstation hiervoor ruimte gereserveerd wordt. Gezien de beschikbare ruimte op de locatie aan de Leijsenhoek is samen met de concessieverlener en de vervoerder een duidelijke afweging gemaakt welke voorzieningen de hoogste prioriteit hadden. Van belang was dat er voldoende ruimte was voor het aantal (geprognotiseerde) bussen, voldoende voorzieningen voor het stallen van de fietsen en wachtruimte voor de buspassagier. Verder was de wens een overzichtelijk (transparant) en sociaal veilig busstation te realiseren.
Vraag 4. Is het juist dat de provincie destijds heeft aangegeven dat in het kader van de zware investeringen in een hoogwaardig OV-net er op het busstation geen koffiepauzes en chauffeurswissels meer plaats zouden vinden om zo te geboekte tijdwinst niet te niet te doen?
Antwoord 4. Dit is niet bekend bij ons
Vraag 5. Wat is er sinds de komst van Arriva aan gedaan vanuit de gemeente om de huidige problemen rondom de ruimte voor chauffeurs op het busstation op te lossen?
Antwoord 5. Op verzoek van Arriva heeft de gemeente bij het busstation een chauffeursruimte gerealiseerd. Ondanks dat de verantwoordelijkheid voor een goede voorziening voor chauffeurs bij Arriva als vervoerder ligt, hebben wij deze voorziening meegenomen in de uitvoering van de motie van de gemeenteraad om een toiletruimte te realiseren. De inrichting van deze ruimte is in samenspraak met Arriva gedaan.
Vraag 6. Heeft de gemeente overleg gevoerd met de provincie Noord-Brabant, als opdrachtgever van het Openbaar Vervoer? Zo ja, wat is er concreet uit deze overleggen gekomen?
Antwoord 6. zoals bij vraag 3 is aangegeven heeft het overleg met de provincie plaatsgevonden bij de planontwikkeling van het nieuwe busstation. De provincie is geen partij als het gaat om de voorzieningen voor chauffeurs, vandaar dat er geen nader overleg met de provincie is geweest.
Vraag 7. Is het College van mening dat er een oplossing gevonden dient te worden voor de huidige situatie op het busstation in Oosterhout?
Antwoord 7. Als gemeente denken wij vanzelfsprekend met Arriva mee in het realiseren van een oplossing. Op dit moment zijn wij dan ook met Arriva in gesprek hierover, op basis van het uitgangspunt dat Arriva als vervoerder de verantwoordelijke partij is.
Vraag 8. Is het College bereid om samen met de belanghebbenden (buschauffeurs, Arriva en de provincie Noord-Brabant) te gaan zoeken naar een definitieve oplossing om de huidige problemen op te gaan lossen?
Antwoord 8. Onlangs is er een constructief gesprek geweest met Arriva, waar een aantal opties besproken zijn die momenteel uitgezocht worden.
Vraag 9. Is het College bereid om totdat er een definitieve oplossing samen met de andere belanghebbenden vooreen tijdelijke oplossing van de huidige problemen te zorgen?
Antwoord 9. In het hiervoor genoemde overleg is er ook gesproken over tijdelijke oplossingen. De mogelijkheden worden onderzocht, waarbij de verantwoordelijkheid voor het realiseren van een voorziening bij Arriva blijft.