Op 18 september jl. heeft u schríftelijke vragen ex art. 39 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de N629. Dit naar aanleiding van het rondetafelgesprek in het provinciehuis in Den Bosch op 14 september jl.. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.

Vraag 1. Wethouder Witte liet in Den Bosch weten: ‘aan de raad hebben we laten weten welk bedrag de provincie beschikbaar stelt voor het verbeteren van de oude weg. Ik heb dat bedrag niet paraat, maar ik neem aan dat dat ambtelijk wel aangeleverd kan worden’. Voor zover ons bekend is er in de uitvoeringsovereenkomst van 22 januari 2018 die u afsloot met de provincie slechts sprake van een beheer- en onderhoudsvergoeding voor de over te dragen wegdelen en niet van financiële middelen voor verbetering van deze wegdelen.

a. Hoeveel geld is er door de provincie toegezegd voor verbetering van de bestaande weg c.q. over te dragen wegdelen?

b. Wat zijn de daarbij gestelde voorwaarden?

c. Maken die financiële middelen onderdeel uit van het bestaande budget voor het PIP N629 of moeten die daaraan toegevoegd worden?

d. Kunt u aangeven vanuit welke middelen een dergelijk budget ter beschikking zou worden gesteld?

Antwoord 1a. Op 28 november 2017 heeft uw raad een krediet beschikbaar gesteld voor de gemeentelijke bijdrage aan de reconstructie van de N629 (fase 1 en 2). In de vertrouwelijke financiële bijlage bij dat raadsvoorstel (BI.0170522) is ook het bedrag opgenomen dat door de provincie is toegezegd t.b.v. het toekomstig beheer en onderhoud van het gedeelte van de huidige Ekelstraat I Heistraat dat wordt overgedragen naar de gemeente. In het betreffende raadsvoorstel is voorts aangegeven dat:

- dit bedrag moet worden gezien als een bijdrage van de provincie aan de toekomstige herinrichting van de Ekelstraat I Heistraat;

- het bedrag niet toereikend is om de herinrichting van de Ekelstraat I Heistraat te bekostigen. Dit betekent dat ook vanuit de gemeente zelf t.z.t. het nodige geïnvesteerd zal moeten worden in de Ekelstraat I Heistraat. Er zullen verschillende varianten worden uitgewerkt (van sober tot optimaal)

zodat op basis daarvan een afweging kan worden gemaakt en de ambitie kan worden bepaald”.

Antwoord 1b. De enige voorwaarde die vanuit de provincie is gesteld, is dat de toegestane maximumsnelheid op het over te dragen deel van de Ekelstraat I Heistraat wordt teruggebracht naar 60 km/h.

Antwoord 1c. en d. Dat is ons onbekend en wat ons betreft ook niet relevant.

Vraag 2. In de beantwoording van vragen over compensatie antwoordde wethouder Witte, dat er door Oosterhout 300.000 euro ter beschikking wordt gesteld voor natuurcompensatie. Volgens onze informatie is deze € 3 ton niet voor natuurcompensatie, daar storten Dongen, Oosterhout en de provincie ieder € 3 ton in een speciaal fonds voor kwaliteitsverbetering van het landschap ter plaatse.

a. Kunt u uitleggen wat de wethouder bedoelde met €3 ton voor natuurcompensatie?

b. Mocht de wethouder een kwaliteitsimpuls bedoeld hebben voor het landschap, kunt u dan aangeven wat de concrete plannen en de geraamde kosten zijn voor de realisatie van deze kwaliteitsverbetering van het landschap?

c. Kunt u aangeven waar precies de plannen worden uitgevoerd, want in het PIP staat dat de kwaliteitsverbetering ook buiten de grenzen van het provinciaal inpassingsplan plaatsvindt door te investeren in de kwaliteit van het landschap rondom de nieuwe N629?


Antwoord 2a. Het is correct dat de beide gemeentes en de provincie ieder euro 300.000,- beschikbaar stellen voor kwaliteitsverbetering van het landschap. Dit aanvullend op de verplichte compensatie van de aantasting van het Nationaal Natuurnetwerk (NNN). De middelen die beschikbaar zijn voor de kwaliteitsverbetering van het landschap kunnen o.a. worden ingezet voor natuurontwikkeling.

Antwoord 2 b. en c. De kwaliteitsverbetering van het landschap in het gebied tussen Oosterhout en Dongen willen wij in overleg met de samenleving vorm gaan geven (co-creatie). Wij gaan in gesprek met belanghebbenden, belangstellenden en een aantal overkoepelende organisaties om te bekijken waar/hoe de landschappelijke kwaliteit van het gebied het beste verbeterd kan worden. Het opstellen van de kaders en de plannen gebeurt dus niet vooraf maar juist in samenwerking met de belanghebbenden. De eerste plenaire gesprekken staan gepland in oktober dit jaar. Op basis daarvan (en een aantal één op één gesprekken dat al gevoerd is in het kader van de grondverwering en kavelruil) vindt een concrete vertaling naar plannen en kosten plaats. Daarbij bekijken we ook of we de beschikbare middelen kunnen inzetten om private initiatieven vanuit het gebied zelf te faciliteren I stimuleren om daarmee te bereiken dat uiteindelijk een nog groter bedrag in het gebied wordt geïnvesteerd. Gezien het proces dat nog moet worden doorlopen, kunnen we op dit moment dus nog niet aangeven waaraan en wanneer deze middelen concreet besteed gaan worden.

Vraag 3. Vanuit diverse organisaties (zoals de Vereniging Spaar de Duiventoren en het Blik) is de zorg uitgesproken, dat de verkeersknelpunten op de bestaande weg niet opgelost worden met het PIP N629 terwijl het daar toch allemaal om begonnen was. Eén van de belangrijkste knelpunten die genoemd werden, zijn de verkeersproblemen bij tuincentrum AVRI. Het is ons inziens vanuit het oogpunt van rechtszekerheid belangrijk, dat burgers die zich zorgen maken over de gevaarlijke verkeerssituaties op de bestaande N629 zoals bij AVRI voordat er een definitief besluit wordt genomen (over het PIP N629 op 28 september 2018) duidelijkheid hebben in hoeverre de door hen ervaren problemen daadwerkelijk opgelost worden met het aannemen van het PIP N629 fase 2 en het daarvoor ter beschikking gestelde budget van 630 miljoen.

a. Kan het college aangeven wat de stand van zaken is rond het oplossen van de verkeersproblemen, waaronder de veiligheid van fietsers, bij AVRI?

b. Zijn er al concrete afspraken tussen de gemeente Oosterhout en AVRI over het oplossen van de verkeersproblemen bij het tuincentrum?

c. Zijn er voorzover u bekend op dat punt afspraken gemaakt tussen AVRI en de provincie?

d. Is er een schatting te geven van de kosten die met het oplossen van de verkeersproblemen bij AVRI gemoeid zijn? Voor wiens rekening komen deze kosten volgens u?


Antwoord 3a. en b. Aanleg van de nieuwe N629 sec heeft tot gevolg dat de hoeveelheid verkeer op de Heistraat ter hoogte van de AVRI met ca. 10.000 auto’s per etmaal afneemt. Daarmee wordt al een aanzienlijke bijdrage geleverd aan de verbetering van de oversteekbaarheid en de verkeersveiligheid ter plaatse. Een verdere verbetering van de verkeersveiligheid moet worden bereikt door het terugbrengen van de maximumsnelheid naar 60 km/h en een herinrichting van de Heistraat. In dat kader zijn reeds gesprekken gevoerd met de bewoners en bedrijven (waaronder de AVRI) aan de Ekelstraat en Heistraat. Daarnaast wordt dit ook in het kader van de uitbreidingsplannen van AVRI besproken daar ook het parkeren van bezoekers van AVRI zelf leidt tot onveilige situaties.

Antwoord 3c. Wij zijn niet bekend met eventuele afspraken tussen de AVRI en de provincie.

Antwoord 3d. De kosten van de herinrichting van de bestaande Heistraat | Ekelstraat komen voor rekening van de gemeenten Oosterhout en Dongen. Wat die kosten zijn, valt nu nog niet aan te geven. Er worden verschillende varianten voor de herinrichting van de Heistraat | Ekelstraat uitgewerkt, inclusief kostenraming. De resultaten daarvan zijn naar verwachting begin 2019 beschikbaar.

Vraag 4. Wethouder Witte antwoordde op de vraag of de nieuwe weg een verkeersaantrekkende werking zal hebben, dat - letterlijk citaat - met een toename van het verkeer is in dit plan al rekening gehouden. Ik wil u ook graag wijzen op de ontwikkelingen rondom A27 waar door allerlei ingrepen ook de doorstroming daar zal verbeteren en dat maakt ook dat het een aantrekkelijker route gaat worden dan het nu is als alternatief.

a. Kunt u uitleggen wat de wethouder bedoelt met deze opmerking?

b. De angst van velen is dat met de aanleg van de N629 Bundeling Noord de aanzet wordt gegeven tot de aanleg van een nieuwe (snelweg)verbinding tussen Oosterhout en Tilburg ten koste van natuur en landschap van de Duiventoren en het Blik en het cultuurhistorisch waardevolle gebied van de Heikantse akkers. Bent u niet bang dat u deze zorgen met laatstbedoelde opmerking juist nog groter maakt?

c. Juist de toename van het sluipverkeer tussen Tilburg en de A27 en de invloed op onder andere het gemeentelijke wegennet van Dongen, met name op de Steenstraat wordt als problematisch gezien. Wat is uw visie daarop?

Antwoord 4a. De opmerking van de wethouder was tweeledig:

- naast de aanleg van de nieuwe N629 spelen er nog diverse andere ontwikkelingen die van invloed zijn op de verkeersstromen in het gebied. De wethouder beoogde aan te geven dat daar in de verkeersonderzoeken die zijn uitgevoerd t.b.v. de aanleg van de nieuwe N629 al rekening mee is gehouden. Eén van die ontwikkelingen betreft de verbreding van de A27 ten noorden van Hooipolder. Als onderdeel van de verbreding van de A27 vervalt de aansluiting Raamsdonksveer op de A59. Dat heeft tot gevolg dat de aansluiting van de N629 I Bovensteweg op de A27 (“aansluiting Oosterhout - Dongen”) zwaarder belast zal worden. Bij de reconstructie van de N629 is daar al rekening mee gehouden zodat de doorstroming ook in de toekomst geborgd blijft.

- ontwikkelingen, zoals de verbreding van de A27 en maatregelen ter verbetering van de doorstroming op de A58 tussen Breda en Tilburg, maken ook dat de route via de autosnelweg voor verkeer van en naar Tilburg aantrekkelijker wordt dan het nu is. Met de aantrekkelijkere route doelde de wethouder op de route via de autosnelweg; niet op de N629.

Antwoord 4b. Voor zover die zorgen er al zijn, gaan wij er vanuit die met bovenstaande toelichting te hebben weggenomen.

Antwoord 4c. De N629 is een provinciale weg met een verkeersfunctie en maakt onderdeel uit van het regionaal verbindend net. Dat betekent dat de N629 ook een functie heeft om het achterland (waaronder Tilburg) richting het autosnelwegennet te ontsluiten. Voor ons is primair van belang dat de doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid langs de bestaande N629 worden verbeterd. Het is niet aan ons om een visie te hebben op het gemeentelijk wegennet en de Steenstraat in Dongen.

Vraag 5. In zowel de MER-rapportage als in de adviesbrief van de Provinciale Raad voor de Leefomgeving zijn ernstige zorgen geúit over de effecten voor natuur en milieu van het voorgestelde tracé. Belangrijk is dat onafhankelijke studies van de TU Delft zeer recent aantonen dat de maatschappelijke kosten-batenanalyse negatief is voor de voorgestelde variant,

a. Is het naar het oordeel van het college maatschappelijk verantwoord om 30 miljoen Euro te investeren in een weg die ernstige negatieve gevolgen zal hebben voor natuur, milieu en landschap en waarbij de doorstroming voor de automobilisten hooguit 1 minuut minder rijtijd oplevert?


Antwoord 5a. Omwille van bereikbaarheid, verkeersveiligheid, leefbaarheid en de ontwikkeling van Everdenberg Oost vinden wij het van groot belang dat er een oplossing komt voor de problematiek van de N629. Zowel bij de vaststelling van het voorkeursalternatief als de vrijgave van het ontwerp PIP is inzage

gegeven in de effecten én de kosten van het voorkeursalternatief Bundeling Noord. Zowel wij als college als uw raad heeft ingestemd met het voorgenomen tracé wetende wat de kosten en baten daarvan zijn.