Op 11 februari jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de evaluatie afvalinzameling 2004-2008. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1. Is het college van plan om naar aanleiding van de "evaluatie afvalinzameling 2004-2008" veranderingen in de huidige manier van afvalinzameling aan te brengen?
Antwoord 1. De evaluatie biedt op zichzelf geen aanleiding tot veranderingen. Wel zal er sprake zijn van enkele wijzigingen als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving. Zo zal dit voorjaar, aan de hand van de resultaten van de besprekingen tussen de VNG en Nedvang, de organisatie die de kunstofinzameling begeleidt, een keuze worden gemaakt over het gescheiden inzamelen van kunststofverpakkingsafval in Oosterhout.
Vraag 2. Zal het college deze veranderingen, zoals toegezegd tijdens de behandeling van het nieuwe afvalbeleid, voorleggen aan de gemeenteraad?
Antwoord 2. Naar onze interpretatie is bij de behandeling van de nota afvalbeleid de toezegging gedaan dat wij over een eventuele invoering van op maat gesneden servicepakketten met uw raad in gesprek zouden gaan. Daarvan is op dit moment geen sprake. Ons eerder geformuleerde streven te gaan werken met centrale verzamelplaatsen, hebben wij verder uitgewerkt bij de evaluatie van het afvalbeleid. Hierover hebben wij uw raad ook geïnformeerd. Op basis daarvan kan uw raad zelf besluiten alsnog over dit onderwerp met ons het gesprek aan te gaan.
Vraag 3. In de "Evaluatie afvalinzameling 2004-2008" wordt zowel aangegeven dat:
a. er minder afval in de openbare ruimte is aangetroffen sinds het nieuwe afvalbeleid;
b dat het aantal meldingen betreffende zwerfafval is toegenomen;
c. dat er geen aparte registraties zijn van zwerf- dan wel gedumpt afval.
Kunt u ons duidelijkheid verschaffen over de invloed die het nieuwe afvalbeleid heeft gehad op de aanwezigheid van afval in de openbare ruimte?.
Antwoord 3. De cijfers van de reinigingsdiensten zijn gebaseerd op een objectieve registratie op basis van aangeleverde hoeveelheden afval uit de openbare ruimte. Dit leidt tot de constatering zoals onder a. in uw vraag verwoord: er is sprake van minder afval in de openbare ruimte. Voor de goede orde dient daarbij te worden vermeld dat onder deze noemer zowel het afval dat afkomstig is uit openbare prullenbakken e.d. als het zwerf- en gedumpt afval valt. Er is dus geen aparte registratie van gedumpt- en zwerfafval. Dit was ook al voor de invoering van het nieuwe afvalsysteem het geval. Vanwege het ontbreken van een aparte registratie in de oude situatie is er dus ook geen vergelijking te maken met de situatie nu. Vanuit dat oogpunt is er op dit
moment dan ook weinig meerwaarde in het invoeren van zo'n registratie.
Het aantal meldingen van burgers is inderdaad toegenomen. Dit lijkt haaks te staan op de cijfers die blijken uit de objectieve registratie. Men moet zich daarbij echter wel bedenken dat wijzigingen in de inzamelstructuur als neveneffect hebben dat burgers meer alert worden op zwerfafval en gedumpt afval. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de stijging van het aantal meldingen.
Vraag 4. In het voorjaar van 2009 zal gestart worden met het invoeren van centrale aanbiedplaatsen voor de afvalcontainers. Hoe gaat u om met de mensen die moeilijk ter been zijn en hun afvalcontainer niet naar deze centrale aanbiedplaats kunnen brengen?
Antwoord 4. Verschillende straten en buurten zijn al voorzien van centrale aanbiedplaatsen, zonder dat dit tot noemenswaardige commotie onder de bewoners heeft geleid. Bewoners kunnen een ontheffing aanvragen, als ze kunnen aantonen dat ze door overmacht niet in de gelegenheid zijn de container(s) of kratjes op de centrale aanbiedplaats aan te bieden. In overleg met de betrokkene wordt dan naar een oplossing gezocht.
Vraag 5. Bij de vaststelling van het nieuwe afvalbeleid in oktober 2004 is ook een bedrag van € 160.000 ter beschikking gesteld voor de aanschaf van identificatiemiddelen, die inderdaad op de afvalcontainers bevestigd zijn. Op welke manier zijn de identificatiemiddelen de afgelopen jaren gebruikt, respectievelijk zullen zij in de toekomst alsnog gebruikt gaan worden?
Antwoord 5. De identificatiemiddelen worden voor verschillende doeleinden gebruikt:
· het tegengaan van ongewenst gebruik van containers;
· voorkomen dat containers bij leegstaande panden worden gebruikt;
· het optimaliseren, op basis van de registratie van het aantal containers per inzamelronde, van de inzamelroutes;
· als registratiemiddel voor de controle op de arbo-regels.
Vraag 6. Ongeveer 65 % van de Oosterhoutse inwoners is tevreden over de alternerende inzameling van afval. Zo’n 35 % is echter ontevreden. Welke maatregelen gaat u nemen om het percentage inwoners dat ontevreden is over de alternerende afvalinzameling te laten verminderen?
Antwoord 6. In de laatste burgerijenquête (2008) blijkt dat de waardering voor de afvalinzameling van een 7,3 gestegen is naar een 7,6. Er is voor ons dan ook geen aanleiding te komen tot majeure wijzigingen in het systeem van afvalinzameling.
Hoogachtend,
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT,