Op 29 april jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de procedure van de vergunningverlening voor een schuilstal voor paarden. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1. Is onze conclusie juist dat de reactie vanuit het gemeentehuis op 30 september 2008 betekende dat de aanvrager op dat moment toestemming had verkregen voor het bouwen van een schuilstal?
Antwoord 1. Nee. Zondermeer kan worden vastgesteld dat aan de aanvrager onjuiste informatie is verstrekt. Informatie op grond waarvan bij hem de indruk is gewekt dat de betreffende schuilstal zonder vergunning mocht worden geplaatst. Een onjuiste mededeling van een niet bevoegd bestuursorgaan kan aan dat bestuursorgaan terecht worden verweten. Een dergelijk verwijt gaat echter niet zo ver dat een onjuiste mededeling door een onbevoegd bestuursorgaan gelijk gesteld kan worden aan een formele bouwvergunning in de zin van de Woningwet. Het imperatief limitatieve stelsel van de Woningwet staat daar aan in de weg. Onder strikte omstandigheden kan ons college genoodzaakt zijn op grond van opgewekt vertrouwen en een dergelijke situatie alsnog bouwvergunning te verlenen indien het wettelijk kader – binnenplanse en wettelijke vrijstellingsmogelijkheden – daartoe een mogelijkheid bieden. Nader onderzoek heeft echter uitgewezen dat er geen juridische mogelijkheden zijn om vrijstelling te verlenen voor het door de aanvrager beoogde bouwplan. Overigens gaat het vertrouwensbeginsel niet zo ver dat elke onjuiste mededeling leidt tot een schending van het vertrouwensbeginsel. Als een dergelijke fout bijvoorbeeld in een bezwarenprocedure ontdekt wordt, zal zo’n besluit in heroverweging moeten worden herroepen. In dit geval bestond – hoe wrang ook – aanleiding voor de aanvrager om enige twijfel te hebben overde juistheid van de mail van 30 september 2008. De informatie is verstrekt in de vorm van een Email terwijl dit soort belangrijke rechten en plichten normaliter schriftellijk worden verstrekt. De email van 30 september 2008 dient te worden beschouwd als informatie aan een burger en is verzonden door een individuele ambtenaar. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Aan het digitale verkeer wordt standaard een bericht gekoppeld dat de verzonden email geen enkele contractuele gebondenheid voor de gemeente tot stand brengt. Rechten en verplichtingen worden in schriftelijke besluiten van een bevoegd bestuursorgaan vastgelegd.
Vraag 2. Indien het antwoord op bovenstaande vraag nee is, waarom is dit dan niet nader toegelicht, door bv. aan te geven dat nog verdere prodedures doorlopen moesten worden?
Antwoord 2. Het bouwplan voor de schuilstal is getoetst aan de Woningwet en de daarop gebaseerde regelingen, waaronder het geldende bestemmingsplan Buitengebied en de reparatieherziening bestemmingsplan Buitengebied. Allereerst werd aan de hand van het concrete bouwplan vastgesteld dat géén sprake was van een vergunning vrij bouwwerk. Vervolgens werd vastgesteld dat het bouwplan in strijd was het zowel het geldende als in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan voor het Buitengebied. Daarna is – zoals altijd – getoetst aan álle vrijstellingsbepalingen die het bestemmingsplan en de Wro kennen. Daaruit bleek dat geen van de wettelijke vrijstellingsmogelijkheden een juridische grondslag boden om medewerking te verlenen aan het plan. Slechts een wijziging van het bestemmingsplan zou een oplossing kunnen bieden. Aangezien het nieuwe bestemmingsplan ‘Buitengebied’ pas dit jaar in werking is getreden en voor dit perceel bewust geen andere bebouwingsmogelijkheden biedt dan ten behoeve van agrarische activiteiten, lag dit niet in de rede. Zelfs al zou uw raad op zeer korte termijn opnieuw besluiten tot wijziging van hetbestemmingsplan om schuilstallen mogelijk te maken in de vorm van een binnenplanse vrijstellingsbevoegdheid, dan nog zou op grond van planologische overwegingen daar in dit gebied (agrarische doeleinden met natuurwaarden) vanwege de natuurwaarden geen medewerking aan worden verleend.
Vraag 3. Hoe is het mogelijk dat verschillende ambtenaren van dezelfde afdeling (Veiligheid, Vergunningverlening en Handhaving) verschillende besluiten nemen over één bouwplan?
Antwoord 3. Ambtenaren op medewerkersniveau nemen zelf geen besluiten. Slechts de coördinator Vergunningen is daartoe gemandateerd. Medewerkers zijn uiteraard wel bevoegd om informatie te verstrekken ter voorbereiding van een aanvraag. Omdat aanvankelijk werd gedacht dat het om een vergunningvrij bouwwerk zou gaan, is het mondelinge verzoek door diverse individuele ambtenaren bekeken en niet collectief beoordeeld.
Vraag 4. Welke maatregelen gaat het college nemen om in de toekomst te voorkomen dat verschillende ambtenaren verschillende besluiten nemen over één bouwplan?
Antwoord 4. Wij zien in dit incident op zichzelf geen aanleiding om onmiddellijk vergaande maatregelen te treffen. Er heeft een onjuiste interpretatie plaatsgevonden op basis van een summier verzoek om informatie. Dat is zeer te betreuren, maar op zichzelf genomen geen structureel probleem. Het verstrekken van informatie aan de balie vereist enige mate van vrijheid van betrokken medewerkers. Maatregelen om de te verstrekken informatie zo betrouwbaar mogelijk te maken moeten niet leiden tot een situatie waarin de baliemedewerkers zich gedwongen voelen tegen alle mogelijke implicaties van hun antwoorden in te dekken. Dat zou de waarde van de informatieverstrekking aan de klant ernstig beperken. Wel geldt de afspraak dat informatie die aangemerkt moet worden als een rechtsoordeel (het verlenen van vergunningen en ontheffingen) altijd schriftelijk worden afgedaan door de gemandateerde (coördinator Vergunningen). Bij twijfel over de juistheid van informatie wordt altijd de backoffice geraadpleegd. Bouwplannen waarvoor een vrijstelling nodig is worden altijd besproken in een multidisciplinair overleg met juristen en stedenbouwkundigen en de coördinator Vergunningen. Met deze werkwijze wordt over het algemeen correcte informatie verstrekt aan de klant. Voor de nabije toekomst wordt het werk aan de frontoffice nader gereguleerd in het kader van de invoering van de Wabo (omgevingsvergunning). Op basis van vooraf door ons college te bepalen onderwerpen wordt de balie zodanig vorm gegeven dat ter plekke een aantal eenvoudige vergunningen door de baliemedewerkers kunnen worden getoetst en mogelijk worden verleend. Daartoe zal de balie t.z.t. uitgerust worden met een kennis- en sturingssysteem en zullen de medewerkers opgeleid worden tot het daarvoor benodigde kennisniveau. Er zal een duidelijke relatie zijn met de backoffice van waaruit ondersteuning geleverd kan worden aan de balie.
Vraag 5. Is het college bereid om de eigenaar van de schuilstal te compenseren voor de door hem geleden schade wegens het onjuist handelen van de gemeente?
Antwoord 5. Het college is bereid de leges terug te betalen. Voor het overige kan aan de hand van een door aanvrager te verstrekken concreet verzoek om schadevergoeding worden beoordeeld in hoeverre er redenen zijn hem anderszins tegemoet te komen.
Vraag 6. Op welke manier is het college van plan om deze zaak tot een goed einde te brengen?
Antwoord 6. Wij zijn van mening dat het besluit van 16 januari 2009 inhoudelijk juist is: op basis van de feiten en omstandigheden hadden wij geen andere mogelijkheid dan het verzoek om bouwvergunning te weigeren. Ten aanzien van het verstrekken van onjuiste informatie in eerste aanleg is namens ons college bij de toezending van het besluit van 16 januari 2009 excuses aangeboden. Het bezwaarschrift van aanvrager tegen de weigering zal worden voorgelegd aan de Adviescommissie Algemene wet bestuursrecht. Naar aanleiding van het advies van deze commissie zullen wij een besluit nemen. Thans resteert nog de handhavingszaak. Daar waar géén mogelijkheden zijn om het gebouwde te legaliseren, moet in beginsel handhavend worden opgetreden. Ten aanzien van de geleden schade zullen wij een onderbouwd verzoek om schadevergoeding welwillend in behandeling nemen en toetsen aan de criteria voor onrechtmatig overheidshandelen.
Hoogachtend,
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT