Op 6 april jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over het strategisch overdrachtsdocument. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1. Wat is er de reden van dat de hierboven genoemde documenten door het college al ter beschikking zijn gesteld van de pers en de collegeonderhandelaars, terwijl deze bij de gemeenteraad nog niet bekend zijn.
Antwoord 1. Voordat wij willen ingaan op uw specifieke vraag, lijkt het ons goed het volgende te verhelderen:
· Het strategisch overdrachtsdocument is een ambtelijk stuk, dat tot stand gekomen is onder verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris en dat primair bedoeld is voor de collegeonderhandelaars.
· Het college heeft het stuk dus ook niet vastgesteld, maar ervan kennis genomen.
· Op het moment dat de inhoudelijke collegeonderhandelingen daadwerkelijk van start gingen, is een “werkversie” van het document ter beschikking gesteld van de onderhandelaars.
· Omdat er hier sprake is van een in principe openbaar stuk dat in de collegevergadering is besproken, is hiervan op 31 maart mededeling gedaan op de – ook onder de raad verspreide –
openbare besluitenlijst. Deze mededeling was voor de redactie van BN/De Stem aanleiding het stuk op te vragen. Het strategisch overdrachtsdocument is op 1 april 2010 in handen gesteld van de griffie, omdat ook het college van mening is dat de gemeenteraad in zijn geheel over deze informatie zou moeten kunnen beschikken, bijvoorbeeld met het oog op de aanstaande
discussies over coalitieakkoord en Meerjarenbeleidsplan.
· Aangezien het om een niet-bestuurlijk document ging, heeft de griffie, vanuit haar verantwoordelijkheid richting gemeenteraad, begrijpelijkerwijs vervolgens de tijd genomen een advies over deze nota in de richting van de raad te formuleren. Tegen deze achtergrond kunnen wij uw constatering dan ook volstrekt niet delen dat het college op 3 april de stukken nog niet aan de raad had toegezonden.
Vraag 2. Is het college het met ons eens dat dit geen goede gang van zaken is?
Antwoord 2. Nee, zie ons antwoord op vraag 2.
Vraag 3. Op welke manier zal het college er in de toekomst voor zorgen dat een dergelijke situatie zich niet meer voordoet?
Antwoord 3. Uiteraard blijft ons beleid erop gericht te voorkomen dat de gemeenteraad voor hem relevante informatie uit de krant moet lezen. De huidige werkprocessen bieden daarvoor voldoende waarborgen. Wel onderkennen wij dat er verschil van mening kan zijn – en ook altijd wel zal blijven – over de invulling van het begrip “relevant”. Wij zijn te allen tijde bereid daarover met de gemeenteraad van gedachten te blijven wisselen. Daarbij moet ons dan wel van het hart dat het instrument van de art. 41-vragen ons daartoe niet het meest geëigende middel lijkt.