Voordat wij ingaan op de specifieke vragen willen wij u nog het volgende in overweging geven. Sinds dat u deze vragen hebt gesteld, is er in dit dossier het nodige gebeurd. Zo hebben wij geconstateerd dat in de aanbestedingsprocedure voor de thuiszorg zich vijf organisaties hebben gemeld. Deze vijf gaven aan thuiszorg te kunnen aanbieden tegen het door ons vastgestelde tarief en tegen de door ons gewenste kwaliteit.
Zij bleken echter niet de capaciteit in huis te hebben om aan onze vraag (minimaal 14.000 uur per vier weken) in kwantitatieve zin te kunnen voldoen. Wij hebben daarom besloten:
· de aanbesteding stop te zetten;
· overeenkomsten met huidige zorgaanbieders te verlengen; en
· een nieuwe aanbestedingsprocedure te starten op basis van gewijzigde voorwaarden.
Welke deze voorwaarden moeten zijn, onderzoeken wij de komende tijd. Op deze manier zorgen we ervoor dat de inwoners van onze gemeente kunnen blijven rekenen op hulp bij het huishouden en zoeken wij verder naar mogelijkheden om tegen acceptabele kosten kwalitatief goede hulp bij het huishouden te realiseren. Het is onze intentie om uiterlijk 1 januari 2010 de nieuwe aanbestedingsprocedure af te ronden.
Wij beantwoorden uw vragen verder als volgt.
Vraag 1. Is het waar dat het college, in tegenstelling tot andere (Midden-Brabantse) gemeenten een maximumtarief heeft vastgesteld van € 22,75
Antwoord 1. Om in de aanbestedingsprocedure op kwaliteit te kunnen selecteren, hebben wij vooraf een tarief vastgesteld waarvoor deze dienstverlening aangeboden kan worden. We voorkomen daardoor dat op prijs wordt geconcurreerd. Met het oog op de grote belangen die met een aanbesteding van deze omvang gemoeid zijn, hebben we de kostendekkendheid van dit tarief door een accountant laten valideren. Uit de rapportage van de accountant komt niet alleen naar voren dat het tarief kostendekkend is, maar ook dat het tarief op grond van specifieke leveringsvoorwaarden neerkomt op € 25,71 per uur. De rapportage van de accountant is inmiddels voor u ter inzage gelegd. Op basis van dit tarief hebben vijf instellingen aangegeven de zorg tegen de door ons gewenste kwaliteit te kunnen aanbieden. Ook dit is voor ons bewijs dat het door ons gehanteerde tarief als absoluut reëel mag worden beschouwd.
Vraag 2. Zo ja, wat is de reden dat het college tot dit maximum heeft besloten?
Antwoord 2. Zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 3. Bent u het eens met Thebe dat, indien zij voor dit tarief geen thuiszorg meer kunnen leveren, er vele ontslagen in de thuiszorg (met name bij Thebe zelf) zullen vallen?
Antwoord 3. Gezien de actuele ontwikkelingen, lijkt ons deze vraag inmiddels niet (meer) aan de orde. Daarnaast hechten wij er waarde aan dat eventuele ontslagen nooit een direct oorzakelijk verband kennen met de prijsstelling van één gemeente. Met name bedrijfsvoeringsaspecten en de rentabiliteit van een onderneming bepalen of en in welke omvang sprake is van ontslagen.
Vraag 4. Bent u het met de stelling van Thebe eens dat bij dit maximumtarief de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening achteruitgaat? Zo nee, kunt u dan de stelling van Thebe weerleggen?
Antwoord 4. Wij zijn het niet met die stelling eens, aangezien in de aanbestedingsprocedure nu juist is geselecteerd op kwaliteit.
Vraag 5. Zijn de financiële gevolgen van de vele ontslagen die zoals Thebe voorspelt als het tarief van maximum € 22,75 wordt gehandhaafd, op den duur niet veel groter dan de gevolgen van de verhoging van bovenstaand tarief voor de gemeente Oosterhout?
Antwoord 5. Aangezien wij deze veronderstelling van Thebe evenmin onderschrijven, achten wij ons sowieso niet in de positie op deze vraag een antwoord te geven. Voor het overige verwijzen wij naar ons antwoord op vraag 3.
Vraag 6. Kan het college vóórdat de definitieve beslissing valt, de gemeenteraad zo spoedig mogelijk informeren?
Antwoord 6. Zoals u uit de inleiding van deze brief kunt opmaken, hebben wij besloten de huidige aanbestedingsprocedure stop te zetten en een nieuwe procedure te beginnen. Het bestek voor deze aanbesteding wordt, conform de nota inkoop- en aanbestedingsbeleid, door ons college vastgesteld. Vervolgens voltrekt de besluitvorming in de aanbestedingsprocedure zich aan de hand van een aantal tevoren vastgelegde en bij alle partijen bekende objectieve (kwaliteits) criteria. Deze werkwijze biedt geen ruimte voor bestuurlijke interventies gedurende het proces van aanbesteding.
Hoogachtend,
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT,