Op 4 december jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de gevolgen van het Regeerakkoord voor Oosterhout. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1. Kunt u aangeven wat de gevolgen zijn voor de inwoners van Oosterhout van de aangekondigde beleidswijzigingen op het gebied van huishoudelijke hulp (75 % korting), decentralisatie begeleiding en persoonlijke verzorging (met 25 % korting), decentralisatie en halvering van het budget voor tegemoetkoming chronisch zieken, verkorting WW, decentralisatie jeugdzorg (met korting van 15 %) en geestelijke gezondheidszorg?
Antwoord 1. Neen, dit kunnen wij nog niet aangeven. Het betreft voornemens die zijn opgenomen in het regeerakkoord. Het kabinet dient deze voornemens nog uit te werken. Vervolgens zullen wetswijzigingen noodzakelijk zijn. Op dit moment is dus nog niet duidelijk hoe de plannen er concreet uit zullen zien en welke gevolgen ze zullen hebben.
Vraag 2. Kan het college aangeven hoeveel personen in de gemeente een indicatie hebben voor huishoudelijke zorg?
Antwoord 2. Op dit moment maken 1687 personen gebruik van de voorziening hulp bij het huishouden.
Vraag 3. Hoeveel van deze personen hebben een inkomen onder het sociaal minimum. Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze mensen huishoudelijke zorg blijven krijgen?
Antwoord 3. Wij beschikken niet over deze informatie specifiek voor Oosterhout. De bepaling van de te bepalen eigen bijdrage is door de wetgever neergelegd bij het Centraal Administratiekantoor (CAK). Het CAK doet voor de vaststelling van de hoogte van de eigen bijdrage dan ook het inkomensonderzoek. In algemene zin heeft het C A K aangegeven dat landelijk gezien circa tachtig procent van de huidige gebruikers van huishoudelijke hulp een laag inkomen heeft.
Vraag 4. Is u bekend hoeveel personen in de gemeente werkzaam zijn in de huishoudelijke zorg en op welk niveau?
Antwoord 4. Neen, dit is ons niet bekend.
Vraag 5. Op welke wijze kunt en wilt u er zorg voor dragen dat deze werknemers hun werk behouden?
Antwoord 5. Wij kunnen deze vraag momenteel niet beantwoorden. Er is een directe relatie tussen de werkgelegenheid in deze sector en de vraag naar hulp bij het huishouden. Op dit moment is er nog geen inschatting te maken van de consequenties van de kabinetsplannen voor de vraag naar huishoudelijke hulp. Dat geldt dus evenzeer voor het effect op de werkgelegenheid. Overigens zijn wij in algemene zin van mening dat gemeenten niet verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de werkgelegenheidseffecten van rijksbeleid.
Hoogachtend,
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT,