Op 15 november jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 39 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over het bibliotheekgebouw Oosterheide. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.

Vraag 1. Kan het college aangeven welke acties het afgelopen jaar door haar ondernomen zijn om het gebouw een tijdelijke invulling te geven totdat de definitieve bestemming bekend is, om zo vandalisme te voorkomen?
Antwoord 1. Direct na de beëindiging van de bibliotheekfunctie van het pand zijn we in gesprek gegaan met enkele geïnteresseerde ontwikkelaars. Er was reële interesse om het pand een nieuwe en passende functie te geven op korte termijn. Dit heeft ons doen besluiten om geen werk te maken van een tijdelijke invulling. Leegstandsbeheer brengt immers exploitatiekosten met zich mee en is daarom niet erg geschikt voor een zeer korte looptijd. Iets waar we bij aanvang vanuit gingen.

Vraag 2. Kan het college aangegeven welke initiatieven van burgers/organisaties bij de gemeente zijn ingediend om tijdelijk/definitief van het voormalige bibliotheekgebouw gebruik te maken?
Antwoord 2. De beperkte initiatieven welke zijn geuit voor tijdelijk gebruik richtten zich met name op het sociaal- maatschappelijk domein. Er is slechts één commerciële partij (winkel) geweest die interesse in huur heeft getoond, ofschoon de voorkeur uitging naar een langere huurperiode dan mogelijk is. Voor het ontplooien van maatschappelijke activiteiten zijn de mogelijkheden bij het naast gelegen activiteitencentrum Bunthoef door de gemeente onder de aandacht gebracht en is verwezen naar de overige culturele gebouwen. Ten aanzien van een permanente invulling gaat de voorkeur uit naar verkoop van het geheel in de huidige staat. Op dit moment vinden gesprekken plaats met een ontwikkelaar omtrent een algehele herontwikkeling.

Vraag 3. Wat is de reden dat niet ingegaan is op de bij de gemeente ingediende initiatieven en de voorkeur is gegeven aan het laten leegstaan van het gebouw?
Antwoord 3. Zoals reeds bij het antwoord op uw eerste vraag is gesteld liepen de eerste gesprekken met aspirant kopers voorspoedig en leek een snelle herontwikkeling mogelijk, zodat tijdelijk leegstandsbeheer niet direct noodzakelijk leek te zijn. Vanwege de hoge kosten om het gebouw in gebruik te houden ten opzichte van de minimale vergoeding die partijen bereid zijn te betalen is niet voor leegstandsbeheer gekozen.

Vraag 4. Welke maatregelen gaan op zeer korte termijn genomen worden om onveilige situaties bij dit gebouw te voorkomen? (in het bijzonder glas in de naastgelegen speeltuin)
Antwoord 4. Er is een camera aan de gevel geplaatst. De mogelijkheid om het pand alsnog tijdelijk te beheren tot aan het moment van herontwikkeling wordt nader onderzocht. Zowel voor ons als voor de tijdelijke gebruiker is het daarbij wel van belang hoe lang dit tijdelijk gebruik werkelijk kan duren. Indien alsnog snel tot herontwikkeling over kan worden gegaan is een dergelijke investering vanuit beide kanten niet wenselijk.