Tijdens de raadsvergadering van 16 december heeft GroenLinks het woord gevoerd over de sluitingstijden van de horeca, de jeugdzorg, de participatiewet, de belastingverordeningen en de verkoop van Slotje Brakestein
0140597 Participatiewet (Van der Zanden)
Voorzitter, de realiteit van vandaag is dat er niet genoeg banen zijn voor iedereen en dat de werkeloosheid ongekend hoog is. Tegelijkertijd zien we dat door verdringing van banen, schijnconstructies, oneerlijke concurrentie en CAO-ontduiking de toch al slechte arbeidsmarkt nog verder onder druk komt te staan. De participatiewet waarin de begeleiding naar werk door gemeenten geregeld is, wordt flink aangescherpt, waardoor de werkzoekende een groter risico loopt dat zijn uitkering wordt stopgezet. Dat is wrang, want mensen die noodgedwongen in de bijstand zijn geraakt, hebben het vaak al heel zwaar. Het overgrote deel wil dolgraag werken, maar krijgt na tientallen, soms honderden sollicitatiebrieven steeds nul op het rekest. Deze mensen lijden niet alleen financieel, maar ook emotioneel door de wijze waarop ze worden behandeld. Alsof de werkloosheid hun eigen schuld is.
Voorzitter, als u nog uitgebreider wilt weten waarom de Participatiewet een slecht idee is, raad ik u aan om de voortreffelijke bijdrage van de heer Vissers uit januari 2014 over de visienota Participatiewet nog eens door te lezen. Overtuigender dan dit kan het niet: “Iedereen die voor deze visienota stemt, laat de mensen die het echt nodig hebben in de kou staan en verliest in sociaal opzicht zijn geloofwaardigheid volkomen. Het is de ultieme middelvinger naar de samenleving en daar doet de SP niet aan mee.”
Voorzitter, een belangrijk onderdeel van de participatiewet is de toekomst van de Sociale Werkvoorziening. En daar gaat de nu voorliggende beleidsnota Participatiewet totaal niet over. In de raadsvergadering van januari 2014 is aangegeven dat in het derde kwartaal van dit jaar de uitgewerkte scenario’s aan de raad voorgelegd zouden worden. Dit is niet gebeurd. Het gevolg is onzekerheid voor de huidige medewerkers van de WAVA. Zij horen overal dat met ingang van 1 januari 2015 de Participatiewet van start gaat, maar wat er met hun sociale werkvoorziening gaat gebeuren weten ze niet. Kan de wethouder aangeven wanneer hierover meer duidelijk te verwachten is?
Daarnaast gaan de beleidsnota en de verordeningen vooral in op wat de uitkeringsgerechtigde allemaal moet doen. Strenge straffen voor het minste of geringste foutje, aanscherping van de sollicitatieplicht, drie uur reistijd voor een baan accepteren, verplicht verhuizen als je in Groningen en baan kunt krijgen. Bij een werkeloze beroepsbevolking van 630.000 mensen en 112.600 openstaande vacatures (CBS 3e kwartaal 2014), gaat dit echt niet de oplossing worden om mensen aan het werk te krijgen. Naar de mening van GroenLinks wordt in de beleidsnota vooral gekeken naar de werkzoekende. Richting de werkgever wordt er gesproken over WerkLink en verschillende reintegratieinstrumenten, maar daar blijft het wel bij. Als we als gemeente mensen willen helpen, zal er naar de mening van GroenLinks een actievere rol richting werkgevers nodig zijn. Graag een reactie van de wethouder?
Voorzitter, binnen de beperkte mogelijkheden die de Participatiewet heeft om als gemeente eigen beleid te voeren, moet hier naar de mening van GroenLinks het maximale uitgehaald gaan worden.
Individuele inkomenstoeslag
Onder de Wet Werk en Bijstand kon een langdurigheidstoeslag gegeven worden aan mensen, die al een bepaalde tijd van een minimuminkomen rond moeten komen. Dit mocht tot 110% van de bijstandsnorm. In Oosterhout is steeds uitgegaan van 101% van de bijstandsnorm. Op basis van de nieuwe participatiewet wordt nu een “Verordening individuele inkomenstoeslag” vastgesteld. Ook hier is het percentage van 101% opnieuw opgenomen. In de participatiewet wordt geen percentage genoemd tot waartoe deze individuele inkomenstoeslag gegeven mag worden. GroenLinks is altijd voorstander geweest van een ruimhartig minimabeleid en zal daarom een amendement indienen om de norm van 101% naar 110% te veranderen. Op de informatieavond van 9 december werd duidelijk dat een dergelijke verhoging binnen de participatiewet past. AMENDEMENT
Tegenprestatie
In de raadsvergadering van 21 januari ging een deel van de discussie over het wel of niet vragen van een tegenprestatie aan mensen met een uitkering. De gemeenteraad heeft toen een GroenLinks amendement aangenomen, waarin duidelijk staat dat van een verplichte tegenprestatie geen sprake kan zijn. Voor GroenLinks is dit altijd een buitengewoon principiële zaak geweest. In het amendement staat dat aan mensen met een uitkering gevraagd kan worden om mantelzorg of vrijwilligerswerk te doen. Een vraag kan op geen enkele manier uitmonden in een verplichting. In artikel 4 van de verordening Tegenprestatie is ook iets vreemds aan de hand. In het eerste lid staat dat het College een uitkeringsgerechtigde, waarvan is vastgesteld dat hij in staat is tot het verrichten van arbeid, maar die zich onvoldoende inzet om dit doel te bereiken kan verplichten om een tegenprestatie te verrichten. Op deze manier wordt de tegenprestatie als een strafelement gebruikt op het moment dat iemand niet voldoende inspanningen levert om aan het werk te gaan. Naar de mening van GroenLinks is dit iets wat niet kan. Wanneer iemand niet aan bepaalde verplichtingen voldoet is geregeld in de afstemmingsverordening wat er dan dient te gebeuren. Op het gebied van de tegenprestatie zijn de mogelijkheden groter dan het College aangeeft. In de gemeente Amsterdam is inmiddels bepaald dat de tegenprestatie niet verplicht gesteld gaat worden. Daar geeft de gemeente aan dat de wet van gemeenten een “verordening” vraagt waarin de tegenprestatie wordt geregeld. GroenLinks wil ook inzetten op deze lijn. Wij zullen dan ook een amendement indienen waarin wordt aangegeven dat er bij een tegenprestatie alleen sprake kan zijn van vrijwilligheid. AMENDEMENT
Schoolgaande kinderen
Door de komst van de participatiewet is de gemeente gedwongen om de verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen in te trekken. Met behulp van deze verordening werden een aantal zaken voor schoolgaande kinderen geregeld. Hier ging het ook om categoriale bijstand. Door de invoering van de participatiewet is een dergelijke vorm van bijstandsverlening niet meer mogelijk en zal maatwerk toegepast moeten worden of een oplossing via Stichting Leergeld gevonden dienen te worden. Het is algemeen bekend dat armoede bij kinderen effect heeft op hun gezondheid, maatschappelijke participatie, sociaal-emotionele ontwikkeling en toekomstmogelijkheden. In de nu voorliggende nota over de participatiewet wordt niet meer gedaan dan geconcludeerd dat de huidige verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen in wordt getrokken. De fractie van GroenLinks wil een inzicht in de gevolgen hiervan en ook concrete maatregelen om de negatieve gevolgen hiervan zoveel mogelijk te beperken. Het gaat immers om kinderen en die kunnen zeker niet verantwoordelijk gehouden worden voor het feit dat ze in armoede opgroeien. GroenLinks zal een motie indienen om uiterlijk 1 april 2015 de raad te informeren over de mogelijkheden op dit gebied. MOTIE
0140608 Belastingverordeningen (Van der Zanden)
Voorzitter, GroenLinks en de PvdA zullen vanavond ingaan op twee van de nu voorliggende belastingverordeningen voor het jaar 2015, de verordening toeristenbelasting 2015 en de verordening rioolheffing 2015.
Verordening toeristenbelasting 2015:
Bij de behandeling van de verordening toeristenbelasting 2014 in de raadsvergadering van december 2013 is aangegeven dat het College in de loop van 2014 met een nieuw voorstel zou komen voor de toeristenbelasting. Destijds hebben wij aangegeven dat er in dit nieuwe voorstel toeristenbelasting afgedragen moet worden per daadwerkelijk verhuurde kamer. Nu is er de buitengewoon vreemde situatie ontstaan dat bepaalde bedrijven per overnachting toeristenbelasting innen, maar een vast bedrag afdragen. Hierdoor kan het voorkomen dat bedrijven meer toeristenbelasting innen, dan ze afstaan. Een zeer onwenselijke situatie. In de verordening toeristenbelasting 2015 zal de huidige regeling worden aangepast door meerdere categorieën toe te voegen. Dit zal gaan leiden volgens de raadsnota tot extra inkomsten ter hoogte van € 40.000. In 2016 zal er dan sprake zijn van een definitieve regeling. Door deze aanpassing is er in elk geval sprake van een stap in de goede richting. Het uitgangspunt voor ons blijft, dat afgerekend moet worden op basis van het daadwerkelijke aantal overnachtingen. Dat is voor iedereen, gemeente, toeristen en recreatieondernemers het meest eerlijk en duidelijk.
Rioolheffing 2015:
Tot en met 2014 is er bij de rioolheffing sprake van de volgende kostenverdeling. De burgers van Oosterhout betalen 70% van de kosten van het riool. De bedrijven betalen 30% van de kosten. Bij de vaststelling van de begroting is op basis van gemaakte afspraken in het coalitieakkoord een voorstel gedaan om deze verhouding in 80/20 te veranderen. Burgers moeten als het aan het College en deze coalitie ligt in 2015 80% van de kosten van het riool gaan betalen en bedrijven 20%. Dit betekent dat een huishouden in 2015 ongeveer 15% meer aan rioolheffing moet gaan betalen, dan in 2014 het geval is. Voor GroenLinks en de PvdA is een dergelijke lastenverhoging voor de burgers niet aanvaardbaar.
In de discussies over de rioolheffing lopen een tweetal zaken steeds door elkaar:
- De verdeling van de kosten tussen burgers en bedrijven;
- De manier van het verdelen van de kosten onder de bedrijven.
De verdeling 70/30 tussen burgers en bedrijven is nooit een probleem geweest zolang er bij bedrijven afgerekend werd op basis van het aantal medewerkers. Toen in 2014 gekozen is voor een andere systematiek zijn de problemen begonnen omdat kleine bedrijven met weinig water flink meer moesten gaan betalen. Tijdens de coalitiebesprekingen is er voor gekozen om dit probleem op te lossen, door over te gaan op een 80/20 verdeling. Het nadeel van deze oplossing is een lastenverhoging voor de burger.
De fracties van GroenLinks en de PvdA zijn van mening dat ook met behoud van de 70/30 verhouding een goede oplossing gevonden kan worden voor het nu ontstane probleem. Wij zullen hierover twee amendementen indienen. Ik begin met het meest vergaande amendement:
- De verdeling burgers/bedrijven bij de rioolheffing blijft 70/30;
- Het bedrag aan vastrecht dat een bedrijf gaat betalen is twee keer het bedrag aan vastrecht dat een huishouden betaald;
- Er is geen maximum in het aantal m3 dat in rekening gebracht wordt.
Wanneer dit amendement wordt aangenomen zullen op basis van door de ambtelijke organisatie aangeleverde cijfers ongeveer 1480 van de in totaal 1653 bedrijven minder rioolheffing gaan betalen, dan wanneer het huidige systeem gehandhaafd zou worden. Door middel van dit amendement maken GroenLinks en de PvdA de politieke keuze om huishoudens niet meer te belasten, bedrijven met weinig water verbruik te ontlasten en de rekening weg te leggen bij de bedrijven die veel water verbruiken.
Het tweede amendement is gelijk aan het eerste amendement met de uitzondering dat m3 boven de 50.000 m3 daar niet in rekening worden gebracht. Het aantal bedrijven dat dan voordeel heeft t.o.v. de huidige situatie is dan ongeveer 1450 van de 1653.
0140630 Sluitingstijden horeca (Van der Pluijm)
In mei van dit jaar heeft de heer Bicane een petitie ingediend waarin hij de raad en het college vroeg om de sluitingstijden van de horeca in Oosterhout nog eens tegen het licht te houden. De huidige sluitingstijden zouden volgens deze ondernemer de concurrentiepositie van de Oosterhoutse horeca niet ten goede komen. Op basis van deze petitie heeft de gemeenteraad in juli een motie aangenomen waarin het college verzocht wordt om deze mogelijkheid samen met alle betrokkenen te onderzoeken. Hieruit is de voorliggende nota gekomen.
Voorzitter, hoewel GroenLinks zich er bewust van is, dat dit de uitkomst is van een proces waarbij alle betrokkenen zijn gehoord, vragen wij ons af of deze oplossing wel afdoende is. De ondernemers willen ruimere openingstijden, maar het gaat hier maar om een paar uurtjes extra per week. Juist op dagen dat het toch al niet al te druk is in de horeca.
Voorzitter, daarboven heeft het college besloten om één ondernemer te verblijden met een vergunning waarmee zijn of haar zaak twee nachten per week een uurtje langer open kan. Hoewel GroenLinks zich realiseert dat dit een manier is om te voorkomen dat het publiek vanwege de ruimere openingstijden afreist naar andere plaaatsen, en hoewel wij hier als gemeenteraad niet over geraadpleegd te hoeven worden, vraagt GroenLinks zich af of dit wel de juiste oplossing is.
Volgens ons zijn de risico's namelijk erg groot bij het verstrekken van zo'n vergunning aan één ondernemer. Krijgen we dan rond 3 uur 's nachts een massale volksverhuizing naar deze horecazaak? Voorzitter, het risico dat er dan een ongewenste vermenging van groepen plaatsvindt, is levensgroot. Wellicht niet direct een probleem, maar het spreekwoord 'als de drank is in de man, is de wijsheid in de kan' gaat hier natuurlijk op.
Met meerdere groepen in één tent, kan dat zomaar leiden tot agressie. Hetzelfde geldt als iemand bij deze nachthorecazaak geweigerd wordt vanwege, pak hem beet, de verkeerde kleur schoenen. De politie geeft dit ook al aan, zo blijkt uit de nota. GroenLinks vraagt zich af of het college dit risico meegewogen heeft in het besluit om een jaar lang een proef te houden met een horecazaak. En, is het wellicht niet beter om die proef dan te verruimen tot twee horecagelegenheden?
Ter afronding voorzitter, GroenLinks hoopt niet dat er door de verruiming van de openingstijden meer overlast komt in het centrum. Wij zouden het liefst zien dat dit risico zoveel mogelijk gespreid wordt. Met een horecazaak die langer open mag, is dat niet het geval. GroenLinks is het daarom wel van harte eens met het amendement voor het verruimen van de openingstijden van de droge horeca. Wij dienen deze daarom mede in.
0140678 Jeugdzorg (Louwerens)
In november hebben we als raad de jeugdhulp al opiniërend besproken. Het voorliggende beleidsplan is op basis van de input die gegeven is op een aantal punten aangepast. Het grootste deel van dit beleidsplan jeugdhulp is echter ongewijzigd gebleven.
Voorzitter, zoals in november al gezegd: GroenLinks begrijpt dat deze hele operatie niet van 31 december op 1 januari voltooid is. 2015 is niet voor niets bestempeld als het jaar van de transformatie. Het volgend jaar is de zorg aan jeugdigen en hun ouders of verzorgers dan ook gewaarborgd. De zorg wordt dan, om een zachte landing te kunnen garanderen, gecontinueerd. Echter, op dit moment, december 2014, is nog altijd niet duidelijk wie er zorg behoeft. De cijfers vanuit verschillende instanties als bijvoorbeeld de zorgverzekeraars en Bureau Jeugdzorg zijn nog niet binnen. De zorg aan jeugdigen en hun ouders of verzorgers mag dan gecontinueerd worden op 1 januari 2015, het is nog altijd niet duidelijk om hoeveel mensen het hier gaat. En, voorzitter, dit baart GroenLinks zorgen. Het is zo erg lastig om een inschatting te maken of het budget toereikend zal zijn.
In november sprak GroenLinks al haar zorg uit over de continuïteit van de zorg voor de kwetsbare groep die onder de toekomstige Gecertificeerde Instellingen gaat vallen. Technisch gezien wordt deze zorg doorgezet, maar door de wisseling van veel personeel zal de praktijk van alle dag er anders uit zien. Wij beseffen dat dit een interne aangelegenheid is van de Bureaus Jeugdzorg, maar straks is de gemeente Oosterhout wel verantwoordelijk voor deze zorg.
Voorzitter, wij lezen dat er vanuit het Rijk een bedrag voor de jeugdhulp beschikbaar wordt gesteld van bijna 13 driekwart miljoen. Ook lezen wij dat de uitvoering van de uitgaven van de jeugdhulp moet passen binnen het beschikbaar gestelde bedrag. GroenLinks staat op het standpunt dat iedereen de zorg moet krijgen die nodig is. Aan het einde van de bijdrage zal GroenLinks hierover een amendement indienen. Verder zien we dat er in december 2014 een monitor beschikbaar is om te kunnen sturen op resultaten. Is deze monitor inmiddels ook echt beschikbaar? Kan de raad op de hoogte gehouden worden hoe dit verder in zijn werk gaat?
Voorzitter, de sociale wijkteams. GroenLinks heeft al eerder gewezen op de dubbelfunctie die ontstaan zijn: medewerkers die in dienst zijn bij het sociaal wijkteam en daarnaast werken bij Surplus, GGZ of MEE. Deze medewerkers hebben er direct baat bij als doorverwezen wordt naar een van de deelnemende instanties. Deze instanties bieden dan wel geen specialistische individuele voorzieningen, maar organiseren wel groepscursussen en nemen onderzoeken af. Dit kan ook door andere organisaties uitgevoerd worden. Alleen al om de schijn van belangenverstrengeling tegen te gaan is dit niet wenselijk. Het kan leiden tot zoals wethouder Peters zeer treffend zei: “Wij van wc-eend adviseren wc-eend.”
Dan de werkwijze van de sociale wijkteams. Deze werken vraaggestuurd. Dus: als een gezin of jeugdige geen vraag heeft, is er geen probleem. GroenLinks maakt zich vooral zorgen om de groep die niet aan durft te kloppen of niet wil aankloppen bij het wijkteam. Hoe houden we of hoe krijgen we deze groep in beeld en hoe zorgen we ervoor dat deze groep de hulp krijgt die nodig is?
Het sociaal wijkteam kan advies inwinnen bij het regionaal adviesteam. Dit adviesteam staat de hele WBO- regio, indien gewenst, bij met advies. In hoeverre is dit adviesteam op haar taak voorbereid? Als de hele regio en masse gebruik gaat maken van de diensten van dit adviesteam, kan het immers langer dan gewenst duren voordat er tot advies overgegaan kan worden.
Voorzitter, dan verder met de communicatie. In het beleidsplan valt te lezen dat er in 2015 een strategie ontwikkeld gaat worden om de doelgroepen zoals inwoners, scholen, huisartsen en zorg verzekeraars te informeren over de veranderingen en nieuwe processen. GroenLinks vraagt zich af of deze strategie niet al ontwikkeld had moeten zijn. Immers, als er nu nog over nagedacht moet worden en daarna tot uitvoering gebracht moet worden, dan zijn we al een heel eind in 2015 aanbeland.
Voorzitter, in verband met dit beleidsplan is er onder andere met de samenwerkingsverbanden Op Overeenstemming Gericht Overleg gevoerd. Dit heeft geleid tot overeenstemming. Echter, het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband primair onderwijs heeft maar een looptijd van een jaar. Wat betekent dit voor het voorliggende beleidsplan? Verder, afgeleid van dit ondersteuningsplan, hebben basisscholen een ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit profiel kan tussentijds bijgesteld worden. Hiermee kunnen scholen de zorg die ze leerlingen kunnen bieden tussentijds wijzigen. Wat betekent dit voor het beleidsplan?
Voorzitter, GroenLinks leest verder in het beleidsplan dat er voor komend jaar vooral gefocust wordt op preventie en het versterken van de ondersteuning dicht bij huis. Betekent dit dat hetgeen wat al gebeurde in het kader van preventie niet genoeg was of niet gewerkt heeft tot nu toe?
Voorzitter, ik rond af. Nogmaals, GROENLINKS begrijpt dat niet alles per 1 januari direct goed is ingeregeld en perfect functioneert. Wij begrijpen dat al werkende weg tegen niet voorziene omstandigheden aangelopen zal worden en dat er op dat moment een oplossing voor zal moeten komen. GroenLinks vindt echter nog altijd dat veel al eerder in werking gesteld had kunnen worden. Zo had voorkomen kunnen worden dat er straks tegen een aantal omstandigheden aangelopen gaat worden en waren we wellicht beter voorbereid geweest. Wij horen immers dat de gemeente wel klaar is voor de transitie, maar dan wel op basis van een minimumscenario. Dit doet een beetje denken aan de zesjescultuur. Om met oud-premier Balkenende te spreken: “Waarom genoegen nemen met een zesje? Waarom middelmatigheid tot deugd verheffen?”
Slotje Brakestein
Voorzitter, in de raadsvergadering van 17 september 2007 is de gemeenteraad met de stemmen tegen van CDA, D66 en GroenLinks overgegaan tot het aankopen van Slotje Brakestein. Als je de notulen naleest was er van een zekere jubelstemming sprake. Inmiddels zijn we zeven jaar later en blijven de fracties van D66 en GroenLinks met een stevige kater zitten, nu de eindafrekening daar is.
In 2007 is voor het Slotje een bedrag van €1,5 miljoen betaald. Enige tijd geleden heeft de verkoop plaatsgevonden voor een bedrag van € 875.000. Hier moet dan nog een bedrag van € 100.000 vanaf voor het aanleggen van extra parkeerplaatsen, kosten voor de oplossing van de aanwezige bodemverontreiniging en makelaarscourtage. Per saldo een opbrengst van € 775.000. Het verlies bedrag nu dus € 725.000. Daarboven op komen kosten van € 700.000 voor de jaren dat het pand in eigendom is geweest van de gemeente. In totaal is er € 1,425 miljoen gemeenschapsgeld in een bodemloze put verdwenen. Per Oosterhoutse burger een bedrag van rond de €25,90.. Voor een bedrag van € 1,425 miljoen zou de hulp in het huishouden op de huidige manier doorgezet kunnen worden tot 1 juli 2015 i.p.v. 1 februari 2015.
D66 en GroenLinks begrijpen ook wel dat de economische crisis ertussen is gekomen en de waarde van het pand hierdoor verminderd is. Maar ook in de nota uit 2007 stonden al genoeg signalen die er toe hadden moeten leiden dat deze aankoop nooit had moeten worden gedaan. Er was geen enkel idee over wat de gemeente met het pand wilde. Dit is later volledig uitgekomen omdat het pand ongeschikt bleek voor het houden van allerlei bijeenkomsten vanwege de ontoegankelijkheid voor minder validen. Ook werden er in 2007 vanuit de ambtelijke organisatie door de concerncontroller vraagtekens gezet bij de toenmalige taxatie van het pand.
Voorzitter, inmiddels blijkt ook dat het grondonderzoek in 2007 van slechte kwaliteit is geweest. Uit het onderzoek in 2007 bleek dat er sprake was van verhoogde gehalten van bepaalde stoffen, maar dat deze steeds beneden de waarde bleven waarvoor nader onderzoek noodzakelijk is. Nu is er echter wel een lichte verontreiniging gevonden. Naar aanleiding van deze bevindingen horen wij graag van de wethouder of een sanering milieutechnisch echt nodig was gezien de huidige bestemming van het vervuilde stuk grond of dat het hier om een eis van de koper gaat waaraan de gemeente heeft moeten voldoen? Is op basis van de nu gedane bevindingen volgens de wethouder de conclusie te trekken dat het eerdere grondonderzoek uit 2007 niet deugdelijk was? Daarnaast horen wij ook graag van de wethouder waarom de gemeente uiteindelijk heeft geaccepteerd om voor haar kosten en rekeningen parkeerplaatsen voor de verkopende partij aan te leggen.