Tijdens de raadsvergadering van 20 januar heeft GroenLinks het woord gevoerd over de Regionale Samenwerking, de ontwikkelingsvisie Keiweg-Ridderstraat, de bibliotheek en de stand van zaken bij de Hulp in het Huishouden.

Randvoorwaarden en Uitgangspunten Keiweg-Ridderstraat (Louwerens)

De hoek Keiweg – Ridderstraat. Aan de ene kant van de Ridderstraat ligt hier het mooie Park Brakestein. Nog niet al te lang geleden aangekocht door de gemeente, waarna het slotje onlangs weer doorverkocht werd. Als je dan bij de verkeerslichten oversteekt, voorzitter, kom je bij de hoek waar het vandaag over gaat. Tenminste, als je daar komt. Veilig oversteken is hier erg moeilijk. Auto’s rijden hier hard en er zou op zijn minst iets aan de verkeersveiligheid moeten gebeuren. De heer Schuitemaker vertelde tijdens de informatieavond hier ook al iets over.

Maar goed, voorzitter, als je op de hoek Keiweg – Ridderstraat bent aangekomen, dan is duidelijk waar het over gaat. Nu zien we een geleidelijke overgang van het Park Brakenstein naar de Keiweg toe. GroenLinks ziet dit graag behouden. We pleiten dus voor een geleidelijke, trapsgewijze opbouw naar de Doelen toe. Op deze manier is er bovendien sprake van een verkeersveiliger situatie.

Verder vraagt GroenLinks zich af wat er toch met het plan betreffende de stadsparken gebeurd is. Dit plan, door burgers, ondersteund door een tweetal ambtenaren opgesteld, leek toch door eenieder omarmd te worden. De aanbevelingen met betrekking tot hoek Keiweg Ridderstraat worden hiermee toch geenszins gevolgd. In dit plan wordt ook gesproken over een onveilige situatie. Er wordt geopperd om een rotonde aan te leggen en eenrichtingsverkeer vanaf de Slotlaan in te stellen. Wij zien graag dat dit plan mee wordt genomen in uw uiteindelijke voorstel.

Verder, voorzitter, lees ik in de nota, dat er nog komt een en ik citeer: “nog nader te bepalen onderzoek dat negatieve effecten op bomen op Park Brakestein voorkomen kunnen worden.” Einde citaat. GroenLinks neemt aan dat de resultaten van dit nog te bepalen onderzoek meegenomen zullen worden in de besluitvorming. Wellicht kan de wethouder de resultaten van dit onderzoek naar de Raad sturen.

Ook leest GroenLinks dat de Keiweg nu is aangemerkt met een verblijfsfunctie. Als dit een van de poorten naar de stad is, zou de Keiweg in onze ogen opnieuw ingericht moeten worden met aparte rijwegen voor fietsers, naast brede stoepen. Dit komt de verkeersveiligheid natuurlijk ten goede. Toch bevreemdt het ons dat deze poort opeens zoveel aandacht krijgt. Wij denken dat de poort Torenstraat beter voor het voetlicht kan komen. Hier komt immers een parkeergarage en we willen toch niet dat deze leeg blijft omdat iedereen langs een andere poort Oosterhout binnenkomt.

Voorzitter, samenvattend: GroenLinks pleit voor een geleidelijke trapsgewijze bouw naar de Doelen toe. Naast een geleidelijke overgang van Park naar stad bevordert dit bovendien de verkeersveiligheid. Verder  pleiten wij voor een herinrichting van de Keiweg en het promoten van de poort Torenstraat. Voorts ziet GroenLinks graag dat het plan betreffende de stadsparken wordt meegenomen in de besluitvorming. Tot besluit verwacht GroenLinks dat er een onderzoek komt naar de effecten op de bomen in Park Brakestein.

Regio West-Brabant (Van der Zanden)

Voorzitter, GroenLinks is altijd al buitengewoon kritisch geweest over de regionale samenwerking in West-Brabant. Bij de behandeling van de concept-strategische agenda in de raadsvergadering van 20 september 2011 heb ik hier namens GroenLinks het volgende over gezegd: “De concept-strategische agenda is een lijvig stuk geworden met veel moeilijk te doorgronden taalgebruik. Zo is een van de vier lijdende principes: “samenwerking in vier windrichtingen vanuit centrale ligging in de Zuidwestelijke Delta”. En verder vermeldt de visie dat “Maintenance een multidisciplinaire en crossectorale activiteit is, die alleen op wereldniveau te brengen is door een goede en duurzame samenwerking van alle spelers in de waardeketen”. Het zijn slechts twee voorbeelden van het onbegrijpelijke ambtelijke taalgebruik waar deze nota vol van staat. Verderop in de agenda staat wat meer concretere punten waar de komende jaren aan gewerkt moet worden. Echt duidelijk wordt het allemaal niet. Geen enkel punt is SMART geformuleerd.”

In deze raadsvergadering werd een amendement van de VVD aangenomen om scherpe prioriteiten te stellen. Een meerderheid van de gemeenteraden in West-Brabant nam dit amendement ook aan. Ruim drie jaar later begint het er op te lijken dat de regio West-Brabant uitvoering gaat geven aan dit aangenomen amendement.  Het is voorzitter, een eerste begin. GroenLinks kan dan ook de inzet van het College steunen om nog meer focus aan te brengen in de accenten behorende bij de pijlers economie, ecologie en leefbaarheid. Ook zijn wij het met het College eens dat er een lijst met criteria opgesteld dient te worden die het voor de betrokken partners mogelijk maakt om op objectieve wijze projecten in het uitvoeringsprogramma op te nemen en te prioriteren.

Voorzitter, er wordt een stapje in de goede richting gezet naar het stellen van scherpe prioriteiten in wat er wel en niet uitgevoerd gaat worden van de strategische agenda. Wij gaan er vanuit dat het College zeer scherp blijft opletten, dat dit ook daadwerkelijk gebeurd.

0140680 Bibliotheekvoorziening (Van der Zanden)

Voorzitter, het woord “bibliotheekvoorziening” heeft de afgelopen jaren tot veel onduidelijkheid geleid in de Oosterhoutse politiek. Voordat ik dan ook een oordeel ga geven over deze nota namens GroenLinks wil ik eerst toelichten wat wij nu verstaan onder een bibliotheekvoorziening. Volgens het rapport van de commissie Cohen heeft de openbare bibliotheek een vijftal kernopdrachten:

1. Lezen is de basis

2. Stimulerende leeromgeving

3. Toegang tot informatie

4. Dynamische ontmoetingsplek

5. Link met de lokale gemeenschap

Deze vijf kernopdrachten kan GroenLinks volledig onderschrijven. In een stad van 55.000 inwoners hoort daar een stevige centrale vestiging, die ingericht wordt op basis van deze vijf kernopdrachten. Ondersteunend aan deze centrale vestiging, zijn een tweetal volwaardige wijkbibliotheken nodig. Deze wijkbibliotheken kunnen natuurlijk niet hetzelfde voorzieningenniveau hebben dan de centrale vestiging, dat hebben ze nu ook niet, maar moeten wel volwaardige filialen zijn.

Voor de wijkbibliotheken hanteert GroenLinks dan ook de volgende drie uitgangspunten:

• Een wijkbibliotheek met een duidelijke bijdrage aan de vijf kernopdrachten die de openbare bibliotheek heeft;

Het bijdragen aan de kernopdrachten dient niet alleen plaats te vinden vanuit de wijkbibliotheek maar ook door realiseren van nieuwe voorzieningen binnen de scholen zoals in dit voorstel wordt aangegeven. Bij de vijf kernopdrachten moet met nadruk gekeken worden naar doelgroepen zoals jeugd tot 12 jaar en ouderen en mensen met een beperking. Het is juist de functie van de bibliotheek om er te zien voor mensen, die hier niet vanzelfsprekend naar toe kunnen gaan of digitaal minder vaardig zijn. Dit zijn accenten die ook gelegd worden in de nu voorliggende nota van het College.

• Een wijkbibliotheek die onderdeel van de wijk is en door de wijk als “eigen”beschouwd wordt.

De coalitie stelt op pagina 7 van het coalitieakkoord terecht dat er in de samenleving onvrede bestaat over de wijze waarop de (lokale) overheid tot besluitvorming komt. “Wij constateren dat er in de samenleving onvrede bestaat over de wijze waarop de (lokale) overheid tot besluitvorming komt. Als de gemeente haar inwoners bij beleid betrekt, gebeurt dat nog (te) vaak op een moment dat het gemeentelijk beleid al nagenoeg klaar is. Het is een vruchtbare voedingsbodem voor de gedachte dat “ze” aan het Slotjesveld toch maar doen waar ze zelf zin in hebben.” In lijn met deze gedachte uit het coalitieakkoord, is het van een zeer groot belang dat de wijken Dommelbergen en Oosterheide betrokken worden bij de toekomst van hun bibliotheek, zodat de wijkbibliotheek echt een onderdeel van de wijk wordt en door de wijk als “eigen” beschouwd gaat worden.

• Een wijkbibliotheek met een volwaardige collectie passend bij de wijk;

Eind 2013 stonden bij beide bibliotheekfilialen in totaal rond de 5.000 personen ingeschreven. 88.000 mensen brachten in totaliteit een bezoek aan beide bibliotheekfilialen. Voor deze mensen waren 49.000 boeken beschikbaar en vonden er 161.000 uitleningen plaats. Kortom de collectie zoals deze nu in beide wijkbibliotheken aanwezig is, voorziet in een duidelijke behoefte vanuit de beide wijken.

Voorzitter, voldoet het voorstel van het College nu aan deze drie uitgangspunten:

• Een wijkbibliotheek met een duidelijke bijdrage aan de vijf kernopdrachten die de openbare bibliotheek heeft;

Nee, dit is fysiek niet mogelijk in de activiteitencentra. Bovendien is bij de recente verbouwing maar heel gedeeltelijk rekening gehouden met de komst van een bibliotheekfunctie.

• Een wijkbibliotheek die onderdeel van de wijk is en door de wijk als “eigen”beschouwd wordt.

Nee, het College geeft aan dat bij dit voorstel burgerparticipatie niet van toepassing is en doet daardoor datgene waarvan ze op pagina 7 van het coalitieakkoord juist aangeeft dat het anders moet.

• Een wijkbibliotheek met een volwaardige collectie passend bij de wijk;

Nee, 90% van de collectie verdwijnt.

Voorzitter, wat is nu het verschil van dit voorstel met de ideeën die de vorige coalitie had?  Er is naar de mening van GroenLinks geen verschil want er wordt nog steeds exact hetzelfde bedrag structureel op de bibliotheek bezuinigd.

Hoe dan nu verder? Voor GroenLinks staat de noodzaak van een goede inrichting van de centrale bibliotheek in het centrum niet ter discussie. Het bedrag van € 700.000 zullen wij dan ook ter beschikking stellen. De frictiekosten van € 100.000 zijn niet meer van toepassing en dat geldt ook voor punt 2 van het besluit, het kennisnemen van het omvormen van de huidige wijkbibliotheken.  GroenLinks zal dan ook een amendement indienen waarin een bedrag van € 700.000 aan de bibliotheek ter beschikking gesteld gaat worden voor inrichting van de centrale vestiging en er een proces opgestart gaat worden om op basis van “Verbindend bestuur” te komen tot een wijkbibliotheek uitgaande van de drie hierboven genoemde uitgangspunten.

Evaluatie afvalinzameling (Van der Pluijm)

GroenLinks wil beginnen door een pluim uit te delen aan de inwoners van de gemeente Oosterhout. Op weg geholpen door de invoering van Diftar, biedt de gemiddelde Oosterhouter nu al veel minder restafval aan dat het Rijk wil dat we over vijf jaar doen. Goed gewerkt!

Dan de nota en het rapport, voorzitter. GroenLinks staat positief tegenover het feit dat de afvalinzameling tegen het licht gehouden blijft worden. We hebben dan wel een systeem dat goed werkt, maar het kan altijd beter. Daarom heeft onze fractie wel zo zijn bedenkingen bij de onderzochte scenario's.

Voorzitter, bij een onderzoek naar afvalinzaming moet volgens GroenLinks niet ALLEEN de efficiency voorop staan. Volgens ons moet er ook duidelijk gekeken worden naar manieren om nog minder restafval te produceren. Je kunt wel voorop lopen, maar je moet de wet van de remmende voorpsprong ook voor zijn. Dat is met dit onderzoek niet voldoende het geval. Er is, om het zo maar te zeggen, niet echt 'out of the bak' gedacht.

Volgens GroenLinks valt er bijvoorbeeld al een enorme winst te behalen wanneer bewoners van hoogbouw hun GFT-afval op een praktische en laagdrempelige manier kunnen scheiden. Dat is nu niet het geval. Voorzitter, iedere Oosterhouter kan natuurlijk zijn of haar GFT-afval inleveren bij de milieustraat maar dat ziet GroenLinks niet als een realistische optie voor de meeste mensen. Laagdrempelig is het al helemaal niet. Dat begint al bij de vereiste van een auto en eindigt bij de bijna-onmogelijkheid om het GFT-afval hygiënisch naar de milieustraat te brengen.

Voorzitter, de huidige situatie zorgt er niet alleen voor dat er veel te veel afval op de grote hoop terecht komt, maar levert ook een hoop gedoe op voor de bewoners van hoogbouw. Die zitten, zeker als het weer wat warmer wordt, toch met het dillema: De gemeente sponsoren omdat anders mijn balkon wordt bevolkt door vliegen en maden of maar door die zure appel - die overigens niet gescheiden kan worden afgevoerd - heenbijten en zo min mogelijk een zware zak naar beneden tillen.

GroenLinks vindt het opvallend dat deze eenvoudige manier om het restafval nog verder in te krimpen niet is onderzocht. Wij hopen van de portefeuillehouder de toezegging te krijgen dat dit scenario alsnog wordt onderzocht en zo spoedig mogelijk wordt teruggekoppeld aan de raad. Kan of wil de portefeuillehouder dit niet toezeggen, dan zullen we in tweede instantie een motie inbrengen die in dit onderzoek voorziet.

Voorzitter, een andere manier om het afval nog beter te scheiden is door 'mini-milieustraten' in te richten. Een verzameling ondergrondse container op centrale punten in de wijken en kerkdorpen waar scheidbaar afval ingeleverd kan worden, dat nu niet gescheiden wordt opgehaald. GroenLinks denkt dan bijvoorbeeld aan drankkartons (melkpakken) en aan gebruikte oliën. Zaken die prima hergebruikt kunnen worden, maar nu nog over het algemeen in de grijze bak verdwijnen.

Ook hier geldt laagdrempeligheid, voorzitter. Het is ook in dit geval mogelijk om dit afval naar de milieustraat weg te brengen, maar GroenLinks heeft zo'n vermoeden dat dit veel vaker zou gebeuren als Oosterhouters de lege pakken gewoon even mee kunnen nemen als zij boodschappen gaan doen om ze daar in een container te deponeren. Daarom hopen wij ook in dit scenario dat de portefeuillehouder toe wil zeggen dit onderzoek uit te voeren. Ook hiervoor ligt een motie klaar, die wij anders in tweede termijn in zullen brengen.

Voorzitter, een laatste punt over het onderzoeksrapport. Uit het rapport blijkt dat het onderzoekbureau het invoeren van een duo-container voor drankkartons en plastic een 'goed alternatief' vindt voor de huidige ophaalmethode. GroenLinks maakt hieruit op dat papier, wat relatief zwaar is, dan niet meer wordt opgehaald. Je hoeft geen waarzegger te zijn om te bedenken wat er dan met dit papier gebeurt. Overigens heeft deze duobak ook tot gevolg dat bewoners van hoogbouw nóg minder afval kunnen scheiden.

Voorzitter, afrondend: Het is prima als de afvalinzameling efficiënter uitgevoerd kan worden en de kratjes zijn inderdaad misschien wel niet meer van deze tijd. Maar, Oosterhout moet ook niet tè tevreden met zichzelf worden. Er is nog een lange weg te gaan tot op praktisch geen restafval zitten. De scenario's die GroenLinks graag onderzocht ziet, dragen daar wèl aan bij. Er is bovendien een groot voordeel: In plaats van de inzamelfrequentie van de kratjes, kan inzamelfrequentie voor de grijze kliko in dit geval omlaag.

INTERPELLATIEDEBAT HULP BIJ HET HUISHOUDEN

Voorzitter, op 8 januari heeft het College de gemeenteraad geinformeerd over de stand van zaken huishoudelijke hulp. De kern van de zaak is, dat het besluit om de Hulp bij het Huishouden stop te zetten, genomen is op een juridisch niet deugdelijke manier. Het besluit is genomen op basis van de oude WMO en niet de nieuwe WMO 2015. Daarnaast hebben mensen geen individuele beschikking gekregen dat hun Hulp bij het Huishouden stopte, maar een algemene brief waarin niet werd aangegeven dat bezwaar en beroep tegen dit besluit mogelijk was. In de bijlage werd het in bezwaar gaan zelfs ontmoedigd. Het College van B&W heeft in antwoord op door GroenLinks gestelde schriftelijke vragen inmiddels aangegeven, dat dit niet juist verlopen is.  Naar aanleiding hiervan heeft GroenLinks twee soorten vragen:

1)    Op welke manier gaat de hulp bij het huishouden door voor mensen met een indicatie die doorloopt in 2015 en die nu tot maximaal 31 mei a.s. recht blijven houden op Hulp bij het Huishouden?

2)    Wat is de situatie van die mensen waarvan de indicatie voor Hulp bij het Huishouden stoptte op 31 december 2014.

ad. 1

Oorspronkelijk zou de Hulp bij het Huishouden voor een grote groep mensen stoppen op 1 februari a.s. Dit gaat nu doorlopen tot maximaal 31 mei a.s. Het zomaar doorzetten van de dienstverlening van Thebe tot 31 mei a.s. is niet mogelijk omdat deze organisatie inmiddels failliet is gegaan. Waarbij dit faillissement overigens dubieus is, omdat faillisementen steeds vaker gebruikt worden om goedkoop van personeel af te komen.  Naar de mening van GroenLinks is het van belang dat de huidige cliënt-hulp relatie zoveel mogelijk in stand blijft. Er is hier sprake van een vaak al jaren durende vertrouwensrelatie. Het College moet er naar de mening van GroenLinks dan ook alles aan doen om dit te regelen. Een snel contact met de curator van Thebe Huishoudelijke Hulp is dan ook noodzakelijk om te kijken wat hier de mogelijkheden zijn. Ook van belang is dat zo de mensen, die bij Thebe werken, aan het werk gehouden kunnen worden. Want ook voor hen is de onzekerheid op dit moment groot. Een onzekerheid waar zo snel mogelijk een eind aan gemaakt dient te worden,

Ook geeft het College aan dat er beperkingen zijn op basis van de Europese aanbestedingsregels om dit zomaar door te zetten. De onzekerheid onder de mensen, die al groot is, wordt nu enkel maar groter. Wij ontvangen signalen dat mensen op dit moment niet goed geinformeerd worden over de nieuw ontstane situatie en vooral richting de organisatie “Alfacheque Breda” worden gestuurd door de gemeente. Hierdoor zouden mensen die nu onder de nieuwe overgangstermijn gaan vallen hun huidige hulp niet kunnen behouden. Onduidelijkheid is ook ontstaan doordat mensen zeer terecht al zaken geregeld hebben, doordat hun Hulp bij het Huishouden  1 februari 2015 zou stoppen. Hoe zal de gemeente hier mee om gaan? Zo snel mogelijk duidelijkheid voor de mensen is van het grootste belang. Naar aanleiding hiervan heeft GroenLinks de volgende vijf vragen:

1.    Wat zijn de concrete beperkingen/mogelijkheden om de Hulp bij het Huishouden tot maximaal 1 juni a.s. te laten doorlopen, die voortkomen uit de Europese aanbestedingsregels?

2.    Kunt u garanderen dat bij iedereen waarbij de Hulp bij het Huishouden verlengd is tot uiterlijk 1 juni 2015 de dienstverlening ongewijzigd blijft?

3.    Kunt u garanderen dat bij iedereen waarbij de Hulp bij het Huishouden verlengd is tot uiterlijk 1 juni 2015 dit tegen dezelfde financiële voorwaarden gebeurd voor de mensen, die hier recht op hebben, als in 2014?

4.    Wanneer gaat u de mensen waarop het betrekking heeft, persoonlijk, per brief informeren over de gevolgen voor hen van de verlenging van Hulp bij het Huishouden tot uiterlijk 1 juni 2015?

5.    Wordt in de persoonlijke gesprekken met mensen al gewezen op gewijzigde procedure?

ad.2

De indicaties voor Hulp bij het Huishouden liepen voor een behoorlijke groep mensen af op 31 december 2014. Dit is geen datum die verband hield met hun persoonlijke situatie. Gebruikelijk is, dat de duur van een indicatie van de persoonlijke situatie van iemand afhangt. Met het zicht op de nieuwe wet, is de afloopdatum van indicaties standaard op 31 december 2014 gezet. Het gevolg is echter wel, dat deze groep mensen nu niet onder de nieuwe overgangstermijn tot maximaal 31 mei 2015 valt. Of je dus wel of niet onder de nieuwe overgangstermijn valt, hangt dus feitelijk af van toeval. Naar aanleiding hiervan heeft GroenLinks de volgende vragen:

1.    Vanaf welk moment is de gemeente begonnen met het afgeven van indicaties met een einddatum van 31 december 2014?

2.    Is het juist dat aan mensen die een indicatie kregen tot 31 december 2014 is aangegeven dat ze aan het eind van 2014 een nieuwe indicatie zouden krijgen en dat ze dus geen bezwaar hoefden in te dienen tegen het feit dat hun indicatie niet zoals gebruikelijk gewoon verlengd werd met een periode van enkele jaren?

3.    Zijn bij het afgeven van de indicaties die lopen tot 31 december 2014 de individuele omstandigheden van de cliënten leidend geweest bij het bepalen van de einddatum, of het feit dat per 1 januari 2015 de nieuwe WMO in werking zou treden?

4.    In het geval uw antwoord is dat de individuele omstandigheden leidend zijn geweest. Hoe verklaart u het dan dat cliënten die normaal een indicatie voor 5 jaar of langer toegewezen kregen en die in 2014 verlenging van hun indicatie moesten aanvragen ineens maar tot 31 dec. 2014 een indicatie kregen terwijl hun persoonlijke situatie juist verslechterd is of hetzelfde gebleven is?

5.    Bent u niet van mening dat u voor de groep waarvan nu de HBH stopt per 1 jan. 2015 en waarover in 2014 een besluit is genomen, dit pas op 1 jan. 2015 zou mogen? En deze groep dus ook recht heeft op een nieuwe overgangstermijn? (Bent u niet van mening dat deze groep nu feitelijk geen overgangstermijn heeft gehad en geen deugdelijk persoonlijk onderzoek?)

6.    De groep cliënten die nu per 1 jan. 2015 geen HBH meer krijgen, bestaat deze groep uit zowel HBH1 als HBH2 clienten?