Tijdens de raadsvergadering van 23 april heeft GroenLinks een mondelinge vraag gesteld over de kerkenvisie. GroenLinks heeft het woord gevoerd over de sluiting van de Outflow en het rapport veerkrachtig bestuur.

Mondelinge vraag ontwikkelen kerkenvisie (Van der Zanden)

In de raadsvergadering van januari 2012 heeft de raad een motie aangenomen waarin staat dat er in overleg met betrokken burgers en het parochiebestuur een kerkenvisie ontwikkeld wordt, waarin vastgelegd wordt hoe er met (vrijkomend) religieus erfgoed wordt omgegaan en de uitkomst hiervan te vertalen in gemeentelijk beleid, de structuurvisie en bestemmingsplannen. Graag horen wij van de wethouder wat op dit moment de stand van zaken is.



0120097 Outflow (Van der Zanden)

Voorzitter, GroenLinks zal haar bijdrage in eerste termijn zoals wij die in de raadsvergadering van december 2012 uitgesproken hebben hier niet herhalen. Wij willen ons beperken tot het (opnieuw) indienen van de moties met een korte toelichting daarop. We hebben de tekst van twee moties gewijzigd en  een nieuwe motie toegevoegd.



Motie ORTS

Eind vorig jaar is gesproken over de mogelijkheid om de ORTS te huisvesten in het Outflow gebouw. Deze mogelijkheid is afgeketst. Bij deze dienen wij een motie in,  om voor 1 september duidelijkheid te verschaffen over de toekomst van de ORTS en indien nodig in de raadsvergadering van september hierover een besluit aan de raad voor te leggen.



Motie jongerenbeleid

GroenLinks vindt dat Oosterhout een goed jongerenbeleid nodig heeft. Iets wat nu niet aanwezig is. We hebben hierover vorige week nog een uitgebreide presentatie gehad van Jan Schellekens, een deskundige op dit gebied. Wij dienen dan ook een motie in om een visie op het jongerenbeleid op te stellen. Een visie die opgesteld moet worden, samen met de deskundigen op dit gebied in Oosterhout.



Motie gebouw Outflow

Ook leegstaande gemeentelijke gebouwen kosten geld. GroenLinks vindt dat er dan ook zo snel mogelijk duidelijkheid moet komen over het gebouw van de Outflow. Via een motie wil GroenLinks dat deze duidelijkheid er per 1 september a.s. is.



Voorzitter, in de vergadering van december hebben wij aangegeven dat naar onze mening het College de raad onvoldoende, onjuist en ontijdig heeft geïnformeerd over de gang van zaken bij de Outflow. Daarnaast zijn jaarverslagen, die wel degelijk bestaan aan de raad onthouden. Ook het College erkent inmiddels dat deze jaarverslagen er zijn (volgens haar als onderdeel van een stageverslag). De informatie die er nu is, had er in december moeten liggen. Daarnaast is ook duidelijk dat de manier de gemeente Outflow heeft geleid, met goed bestuur niets meer de maken heeft. Afhankelijk van de antwoorden van de wethouder hebben wij hierover in tweede termijn nog een motie klaarliggen.



0130015 Rapport veerkrachtig bestuur (Van der Zanden)

Voorzitter, wanneer er een commissie wordt ingesteld om de bestuurskracht van de West-Brabantse gemeente te onderzoeken, verwacht je een gedegen rapport met onderbouwde conclusies. Als in de toekomst er in West-Brabant sprake zal zijn van een nieuwe herindeling zijn er voor Oosterhout grofweg een tweetal keuzes. Samengaan met Breda of samengaan met Geertuidenberg en Drimmelen in een nieuwe Amerstreekgemeente. In de bestuursscan van de gemeente Oosterhout staat op pagina 17 een opmerkelijke zijn:



Waar ten opzichte van de buurgemeente Breda complementariteit wordt ervaren,speelt ten opzichte van Geertruidenberg eerder concurrentie,vooral op het gebied van woningbouw.



Dit is een zin, die niet zomaar vrijblijvend is. Wanneer het moment komt, dat er in West-Brabant een nieuwe herindeling plaats gaat vinden, geeft deze bestuursscan aan dat Breda de voorkeur verdient en niet Geertruidenberg. Het staat er niet zo, maar de bedoeling is duidelijk. Wij konden als GroenLinks nergens terug vinden waar dit nu op gebaseerd was. Naar aanleiding van vragen van GroenLinks gaf het College hierop het volgende antwoord:



Deze constatering is gebaseerd op een opmerking tijdens het gesprek met de onderzoekscommissie over het gelijktijdig ontwikkelen van het grootschalige woongebied Dongeburgh in Geertruidenberg en Vrachelen 3 in Oosterhout. Naar onze smaak is aan deze ene opmerking een wel erg algemene betekenis gegeven.



Een opmerking die gemaakt is over een specifieke situatie, wordt door de commissie die de bestuursscan heeft opgesteld uit zijn verband gerukt en algemeen gemaakt. En wanneer iemand over 5 jaar dit rapport leest, zal hij niet weten hoe deze opmerking tot stand gekomen is en zal dit rapport als een feit gepresenteerd worden waarom Oosterhout beter bij Breda kan komen, dan kan samengaan in een Amerstreekgemeente. Wanneer een eerstejaars student Bestuurskunde een werkstuk inlevert waar hij op een dergelijke manier aan zijn conclusies zou komen, zou dit werkstuk onmiddellijk teruggestuurd worden.



GroenLinks zal dan ook met een amendement komen om een kanttekening te maken bij deze opmerking uit de bestuursscan. Hij is niet juist en zal in de toekomst mogelijk verkeerd gebruikt kunnen gaan worden. En dit amendement kan, indien aangenomen, dan ook meteen naar de gemeente Geertruidenberg gestuurd worden.



Voorzitter, in het rapport veerkrachtig bestuur staat ook een opmerking over de regionale samenwerking:



het feit dat gemeentebesturen en met name de gemeenteraden het lastig vinden om verantwoordelijkheden af te staan en dat ervaren als verlies van autonomie. ‘Mandatering’ zou een sleutelwoord in het regionaal werken moeten zijn, maar dit wordt belemmerd door gestold wantrouwen;



GroenLinks ziet hierin een oproep van de commissie om meer taken over te hevelen naar deze regionale Samenwerking. Dit soort samenwerking in de vorm van een Gemeenschappelijke Regeling  heeft in het verleden vooral plaatsgevonden om taken die gemeenten moeilijk alleen uit konden voeren, samen uit te voeren. Gezamenlijk een ambulancedienst, gezamenlijk de belastingen verwerken, gezamenlijk een sociale werkvoorziening exploiteren. Daar is wat GroenLinks betreft niets mis mee. Maar bij de regionale samenwerking in West-Brabant is er sprake van een regeling die steeds meer zaken naar zich toe is gaan trekken en steeds groter in omvang is geworden. Wanneer we datgene zouden doen wat de commissie voorstelt, dan gaan we als gemeenteraden verantwoordelijkheden afstaan aan een orgaan dat niet rechtstreeks democratisch gecontroleerd wordt. Hoe moeilijk het is om controle uit te oefenen bleek wel toen op initiatief van de VVD fracties uit de regio de meerderheid van de raden instemde met een voorstel om een prioritering aan te brengen in de Strategische Agenda. Dit werd door de Regio West-Brabant gewoon niet overgenomen. Het gestolde wantrouwen waar de commissie het over heeft is dus gebaseerd op feiten. Als we datgene gaan doen wat de commissie wil, betekent dat feitelijk het weer instellen van de Regioraad van het oude Stadsgewest om nog voor enige democratische controle te zorgen. Het zal echter duidelijk zijn dat wij de voorkeur hebben aan een gemeenschappelijke regeling in West-Brabant, die die dingen samen doet, die de gemeenten niet alleen kunnen en ook niet meer dan dat. Zeker omdat er nu sprake is van een oncontroleerbaar orgaan.