Tijdens de raadsvergadering van 8 juli heeft GroenLinks het woord gevoerd over de Zwaaikom, de Regionale Detailhandelsvisie, het Bestemmingsplan Buitengebied en ELD.

Bestemmingsplan Buitengebied (Van der Zanden)

Voorzitter, het grootste discussiepunt in het nieuwe Bestemmingsplan Buitengebied t.o.v. het plan uit 2004 is de glastuinbouw in en rond Oosteind. Dit is een discussie die beslecht is door het vaststellen van de Beleidsuitgangspunten Bestemmingsplan Buitengebied in januari 2013. GroenLinks heeft destijds duidelijk aangegeven dat wij niets zien in het huidige voorstel voor het doorgroeigebied glastuinbouw in Oosteind. De huidige ruimte die wordt gegeven voor glastuinbouw is ontoereikend voor een goede economische basis (volgens de ondernemers) en volstrekt in strijd met een kwalitatief hoogwaardig landschap. Absoluut geen duurzame oplossing dus. De Raad van State en de provincie zijn echter duidelijk geweest over de mogelijkheden voor glastuinbouw in het gebied rondom Oosteind. Er is dus geen andere mogelijkheid om te accepteren wat hierover nu in het bestemmingsplan staat.



Voorzitter, in de rest van mijn bijdrage zal ik nog ingaan op een aantal onderdelen uit dit bestemmingsplan die voor GroenLinks belangrijk zijn. Een aantal voornamelijk technische amendementen om kleine aanpassingen aan dit bestemmingsplan te doen die GroenLinks ondersteunt, sla ik hierbij over.



GroenLinks heeft het amendement om de mogelijkheden voor een Bed & Breakfast te verruimen ondersteund. In plaats van 50 m2 mag er nu sprake zijn van en oppervlakte van 100 m2 waarbij het aantal bedden op 10 gehandhaafd blijft. Naar de mening van GroenLinks een goede manier om de vitaliteit van het buitengebied te behouden.



GroenLinks kan ook het amendement ondersteunen om bij toekomstige ontwikkelingen binnen de mogelijkheden rekening te houden met een mogelijke spoorlijn Breda – Utrecht. Er moet zoveel mogelijk voorkomen worden dat in de komende jaren barrières opgeworpen worden, die de toekomstige aanleg van deze spoorlijn bemoeilijken.



Naar aanleiding van de in januari 2012 vastgestelde Erfkaart moeten burgers en ondernemers bij een middelhoge of hoge archeologische verwachting onderzoek laten doen naar archeologie bij een ingreep dieper dan 50 cm en vanaf een oppervlakte van 100 m2. Bij de vaststelling van deze Erfgoedkaart is naar de mening van GroenLinks een goede afweging gemaakt tussen de belangen van grondeigenaren en het behoud van archeologisch erfgoed. GroenLinks heeft geen behoefte om deze afspraken te gaan versoepelen. De motie van de VVD suggereert dit naar onze mening en die zullen wij dan ook niet steunen.

Regionale Detailhandelsvisie

GroenLinks leest in de regionale detailhandelsvisie dat  er een toename van leegstand is van gemiddeld 58%. Dit ten opzichte van 2009. De totale leegstand in de regio is bijna 130.000 m2. Tegelijk lees ik dat er een uitbreidingsbehoefte is van bijna 100.000 m2, waarvan 85.000 hard.  Dit vooral ten bate van grootschalig winkelaanbod. In de toekomst zouden er op diverse plaatsen in de regio zogenaamde afhaalpunten voor internetshoppers gerealiseerd  moeten worden. GroenLinks acht het van belang als deze afhaalpunten zo dicht als mogelijk gesitueerd worden bij  huidige winkelgebieden. Op deze manier zouden deze internetshoppers nog verleid kunnen worden  om overige winkels in zo’n gebied te bezoeken. Dit is niet aan de orde als deze afhaalpunten op een industrieterrein gevestigd zouden worden.  Er zou bij deze afhaalpunten wellicht meer ingezet kunnen worden op een cross-channel strategie. Zoals u weet, voorzitter, is dit een combinatie van e-shop en een winkel zoals we die in het centrum tegenkomen.

Verder lezen wij dat er vraag blijft naar goed gesitueerde winkelruimte.  Voorzitter, gezien de leegstand in met name de Arendshof denkt GroenLinks dat deze vraag aan Oosterhout voorbij gaat. Wij wachten dan ook met belangstelling de resultaten van uw onderzoek mbt het versterken van de binnenstad af, waar detailhandel een onderdeel van uit maakt.

Voorzitter, afrondend  denken wij dat het van belang is dat als de vraag naar winkelruimte weer aantrekt er eerst gekeken gaat worden naar de inpassing in de huidige situatie, alvorens er eventueel nieuwe locaties ontwikkeld gaan worden.

Nota van uitgangspunten De Zwaaikom (Van der Zanden)

Voorzitter, uit de beantwoording van de schriftelijke vragen door het College blijkt dat op basis van in het verleden gemaakte afspraken met de grondeigenaren van het eiland de marges erg smal zijn. Dit laat nog maar eens zien wat de risico’s zijn bij publiek private samenwerking. Afspraken uit het verleden kunnen niet aangepast worden aan nieuwe inzichten op het gebied van goedkope woningbouw en duurzaamheid.



Verder is dit jaar ook de financiële situatie van dit project verslechterd. In de jaarrekening 2013 staat aangegeven dat er een bedrag van € 4,85 miljoen is afgeboekt op dit project. Een gevolg van de veranderende omstandigheden. Een deel van de vaste wal kan nu immers niet meer bebouwd worden doordat het niet mogelijk is gebleken om de fabriek van Struyk te onteigenen.



De provincie Noord-Brabant heeft twee subsidies vertrekt. Een subsidie van € 1,8 miljoen voor de kwaliteitsverbetering van het totale gebied en de bodemsaneringsopgave. Hieraan is geen termijn gekoppeld. Daarnaast is er een subsidie van € 3,7 miljoen voor “het afdekken van een berekend tekort op de grondexploitatie van het project en gekoppeld aan de verwervingen in het gebied, met name het verwerven van de grondeigendommen van de firma Struyk”. Het college geeft aan dat er binnenkort een verzoek van de provincie zal komen om dit terug te storten. Wanneer deze subsidie teruggestort is zal er sprake zijn van een situatie waarbij er meer kosten zijn gemaakt dan dat er dekking tegenover staat.



In een brief gestuurd aan de provincie op 20 september 2013 geeft het College aan dat het volledig wegvallen van deze subsidie het resultaat zal verslechteren en mogelijk de uiteindelijke realisatie van woningen zal vertragen. Op de vaste wal is immers nog steeds de aankoop van de gronden van Twickel noodzakelijk. Het College geeft aan dat er volgens haar voldoende redenen zijn waardoor Oosterhout toch voor deze subsidie in aanmerking blijft komen. Zij verzoekt de provincie om (een deel) van de subsidie te behouden voor de verwerving van het terrein van Twickel en de subsidietermijn te verlengen. Bij de beantwoording van de schriftelijke vragen geeft het College aan met de provincie aan het praten te zijn over de mogelijkheden voor een nieuwe subsidieaanvraag. Graag horen wij van de wethouder hoe hij de mogelijkheden in schat voor een succesvolle nieuwe subsidieaanvraag. Moet hierbij dan aan eenzelfde bedrag gedacht worden als de € 3,7 miljoen of gaat het om een lager bedrag? Kan de wethouder daarnaast ook inzicht geven in de gevolgen als de provincie hier niet in mee gaat. Hoe komt het financiële plaatje voor dit project er dan uit te zien en wat zijn de gevolgen voor de plannen zoals deze vanavond in de raad besproken worden.



ELD (Van der Zanden)

Voorzitter, ik wil beginnen met mijn dank uit de spreken voor de beantwoording van de vele vragen die GroenLinks over dit onderwerp had door de ambtenaren en het College. Het stelt ons in staat om ons een goed oordeel te vormen over dit ingewikkelde dossier. Ik voer over dit onderwerp ook het woord namens de fractie van D66.



Voorzitter, op 10 juni verschijnt het rapport van de provincie over de manier waarop de gemeente haar taak heeft uitgevoerd op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij ELD. De provincie concludeert dat de gemeente qua vergunningverlening en toezicht en handhaving haar taak ten aanzien van loods 3 niet volledig naar behoren heeft uitgevoerd. Loods 3 is de loods die in 2013 in brand is gevlogen. De schriftelijke reactie van de gemeente is dat het gaat om tekortkomingen van enerzijds voornamelijk formele aard en anderzijds van te streng geformuleerde voorschriften bij de geldende milieuvergunning voor loods 3. In een vraaggesprek met de gemeentelijke voorlichter neemt de burgemeester op 11 juni nogmaals afstand van de conclusies van de provincie. Het zou de provincie vooral gaan om het afwerken van checklists en papieren veiligheid. Op zaterdag 5 juli staat er vervolgens een interview met burgemeester Huisman in BN De Stem. Hierin geeft de burgemeester toe dat de handhaving van de gemeente steviger had moeten zijn: “Volgens de provincie hadden we eerder door moeten bijten. Achteraf gezien hadden we er inderdaad meer tempo op moeten leggen”.  Waar de burgemeester op 11 juni nog zegt dat alles in orde is, geeft hij nu de provincie in haar rapport voor een deel gelijk.



Voorzitter, bij de beantwoording van de schriftelijke vragen van GroenLinks geeft het College aan dat een aantal zaken die volgens de provincie van formele aard zijn, vanaf april 2012 opgelost zijn in de praktijk.  Het gaat hier dan om het hanteren van korte maar reële hersteltermijnen, het hanteren van tijdige hercontroles nadat de termijn is afgelopen waarbinnen een overtreding herstelt kan worden en het meenemen van verzwarende omstandigheden indien noodzakelijk.  Begin 2011 is het onderwerp veiligheid bij BRZO bedrijven zeer regelmatig onderwerp geweest van politieke discussie. Een discussie die toen namens GroenBrabant door de heer Noltee is aangezwengeld. In een brief gedateerd 24 maart 2011 zegt het College hier het volgende over:



“De bevindingen van de RMD hebben ons uiteraard herinnerd aan onze reactie op de zorg die de heer Noltee van de fractie Groen Brabant in de raadsvergadering van 18 januari jl. heeft uitgesproken over het handhavingsniveau van de milieuregelgeving in onze gemeente. Wij hebben toen aangegeven dat 'dit handhavingscomplex zowel in kwaliteit als in kwaliteit met de jaren gegroeid is en afgestemd op de noodzaak'. Met de kennis van nu, zouden we deze reactie toen niet zo hebben geformuleerd. Wij realiseren ons dat wij uw raad daarmee ten onrechte hebben gerustgesteld.”



Voorzitter, op verzoek van de unitleider van de desbetreffende afdeling doet de VROM-inspectie eind 2011 onderzoek naar de uitvoering van de taken op het gebied van bouwen, ruimtelijke ordening en milieu door de gemeente Oosterhout. De algemene conclusie in de brief van 22 december 2011 van de VROM inspectie is vernietigend. Zo ontbreekt het aan afstemming, zijn dossiers niet op orde en is er een groot tekort aan professionals op de werkvloer. Over de handhaving bij BRZO bedrijven zegt de VROM-inspectie:



“Van de acht geplande IPPC-vergunningen zouden er vier geactualiseerd worden in 2011, en van de vier BRZO-vergunningen zouden er drie worden geactualiseerd. Hiervan is maar één BRZO-vergunning verleend. Wel wordt er veel tijd besteed aan de niet-prioritaire categorie 1 bedrijven.”



GroenLinks en D66 kunnen dan ook niet anders concluderen dat de afdeling die verantwoordelijk was voor de handhaving van ELD ook eind 2011 zijn zaakjes niet op orde had. Door het grote tekort aan professionals op de werkvloer werd er blijkbaar voor gekozen om vooral veel tijd te besteden aan de makkelijke en niet erg belangrijke categorie 1 bedrijven.



Voorzitter, op pagina 20 van het inspectierapport meldt de provincie het volgende: “De toezichthouder is gevraag naar de algemene beleving van de veiligheidscultuur bij ELD. Volgens de toezichthouder was dit in 2011 en 2012 slecht. Het bedrijf was enkel gericht op productie en niet op het voorkomen van gevaar. Het bedrijf werd door de toezichthouder gezien als een achterblijver. In 2013 is het verbeterd. Het is nu volgens de toezichthouder een middenmotor” Het door REEF in opdracht van de gemeente opgestelde rapport, ondersteunt dit. Het is een lange opsomming van allerlei zaken die niet op orde zijn als het bedrijf verwacht of onverwacht gecontroleerd wordt. Op 3 april 2012 vindt er vervolgens weer een controle van ELD plaats. Naar aanleiding van een mail van de controleambtenaar van de Regionale Milieudienst, waaraan de gemeente op dat moment allerlei taken had uitbesteed, geeft de verantwoordelijke ambtenaar van de gemeente Oosterhout het volgende aan:



“Dan de inhoud. Ik schrik hier van. Los van alle ins en outs mbt de (juridische) achtergrond, bestaande vergunningsituatie, gemaakte afspraken in het verleden etc. leest het verhaal als een tikkende tijdbom.”



“Zeker vwb termijnen etc. vind ik dat het bedrijf harder mag lopen; het is immers niet voor het eerst dat dit soort zaken worden besproken met ze en daarbij komt:  een dergelijk bedrijf zou, gezien haar BRZO eigenschappen en bijkomende risico’s op de hoogte moeten zijn van de regels. Daarnaast wordt het bedrijf ook nog eens ondersteund door een externe adviseur; ook die zou beter moeten weten.”



Vervolgens wordt door de gemeente met sluiting gedreigd en dat lijkt de situatie uiteindelijk verbeterd te hebben. Uit het door Reef opgestelde rapport blijkt dat er ook in de rest van 2012 en begin 2013 controles zijn geweest waarbij zaken niet op orde waren.



GroenLinks en D66 kunnen dan ook niet anders concluderen dan dat er pas in april 2012 echt is doorgepakt bij ELD, terwijl er al jarenlang van alles bij dit bedrijf aan de hand was en er dus sprake was van een situatie die begin april 2012 ambtelijk omschreven werd als een “tikkende tijdbom”. De gemeente had het nooit zover moeten laten komen dat een dergelijke situatie bij ELD kon ontstaan.



Voorzitter, op het gebied van de communicatie zien GroenLinks en D66 al jaren hetzelfde patroon. Er wordt steeds gezegd dat het allemaal wel meevalt, maar wanneer je je dieper in de materie gaat verdiepen, is er echt meer aan de hand. Dit is in 2011 gebeurd en we zien het nu weer gebeuren. Het gesprek tussen de burgemeester en de woordvoerder van de gemeente Oosterhout straalt de boodschap uit: “Gaat u rustig slapen, de burgemeester waakt over u”. Hiermee wordt een totaal andere suggestie gewekt, dan wat er in de stukken staat. Juist in dit soort dossiers, die grote impact hebben is een duidelijke communicatie van belang. Zaken moeten benoemd worden, zoals ze zijn en er moeten niet allerlei rookgordijnen opgetrokken worden.



Voorzitter, op dit moment loopt het strafrechtelijk onderzoek naar de brand bij ELD op 4 juni 2013 nog. Zoals wij begrepen hebben, zal in dit onderzoek ook de rol van de gemeente onderzocht worden en kan dit mogelijk invloed hebben op de straf die ELD gaat krijgen. GroenLinks en D66 zullen wanneer deze resultaten bekend zijn, deze uitgebreid gaan bestuderen en kijken hoever dit in overeenstemming is met datgene wat er tot nu toe door het College gezegd is in het ELD dossiers.



Voorzitter ik kom tot een afronding, op basis van de feiten zoals ze op tafel liggen, kunnen GroenLinks en D66 het inspectierapport van de provincie Noord-Brabant betreffende het toezicht op ELD met alle conclusies volledig onderschrijven. Het rapport gaat over de periode van 5 januari 2011 tot 4 juni 2013. De brief van de VROM-inspectie uit december 2011 is zeer duidelijk en ook de mail van de verantwoordelijk ambtenaar van 4 april 2012 liegt er niet om. Het gaat niet op formele zaken die misgegaan zijn. Er was in het gemeentehuis op de verantwoordelijke afdeling van alles mis en ELD was een achterblijver op veiligheidsgebied. Hierdoor zijn er bij dit bedrijf situaties ontstaan, die zich niet hadden voorgedaan als bij de gemeente de zaken beter op orde waren geweest en er bij ELD strakker was gehandhaafd. Hierdoor is er bij ELD onnodig een onveilige situatie ontstaan.



Wij roepen de burgemeester dan ook op om net als ons de conclusies van het rapport van de provincie Noord-Brabant volledig en onvoorwaardelijk te onderschrijven.