Tijdens de raadsvergadering van 19 september 2006 heeft GroenLinks mondelinge vragen gesteld over het gratis omwisselen van de grijze afvalcontainers. Daarnaast hebben wij in de gemeenteraad het woord gevoerd over de onderwerpen: Afvalinzameling, Markt, Wet Maatschappelijke Ondersteuning en het Mobiliteitsplan.
Mondelinge vraag over onduidelijkheid bij gratis omruilen grijze container (wethouder Gerbrands)
De heer Van der Zanden: Naar aanleiding van op 28 april j.l. gestelde schriftelijke vragen van GroenLinks heeft uw college aangegeven dat iedereen tot 1 september a.s. gratis zijn grijze afvalcontainer om kan ruilen voor een kleiner exemplaar. Op de afvalwebsite van de gemeente Oosterhout staat echter iets anders. Bij de vraag: “Ik vind mijn grijze container te groot, wat nu?” staat “Vanaf september kunt u een kleinere grijze container bestellen. Tot die tijd zien we graag dat u met de grote container werkt. Blijkt over een paar maanden dat de maat container u echt niet bevalt, bijvoorbeeld omdat u een eenpersoons huishouden hebt, dan kunt u de container gratis omruilen.” Inwoners die hiervan uit gegaan zijn en na 1 september contact met de gemeente hebben opgenomen om hun grijze container om te ruilen wordt echter verteld dat ze hier voor moeten betalen. Graag een reactie van de wethouder want wij snappen het nu niet meer.
Wethouder Gerbrands: Zoals is aangekondigd in uw brief en in de beantwoording van uw vragen, zouden wij daar in ieder geval de mogelijkheid toe bieden tot 1 september om gratis om te ruilen. We hebben zelfs gezegd, gezien het tijdstip van behandeling van de afvalstoffenverordening, dat we in de maand september coulant moeten omgaan met de aanvragen voor een nieuwe container. Dat doen we dus ook.
De heer Van der Zanden: Dan heb ik een vervolgvraag. Er is iemand geweest, die heeft half september gebeld en tegen hem is gezegd: u moet gewoon 52 euro betalen. En vanwege dat antwoord op die website was hij ervan uitgegaan dat het kan na 1 september nog.
Wethouder Gerbrands: Over individuele vragen van individuele burgers, sorry, dat heb ik niet paraat. Ik heb gezegd, dat wij er coulant mee omgaan. Dus mocht het zo zijn, dat iemand een aanvraag doet en hij zou daar onterecht voor moeten betalen, waar anderen er niet voor betalen, dan zal hij op gelijke wijze behandeld worden.
0006060 Verordening afvalstoffen
Stelt u zich eens voor dat u in 2005 naar uw bakker ging om daar een brood te halen en daar vervolgens € 1,50 voor moest betalen. Aan het eind van dat jaar zegt uw bakker vervolgens dat hij voor u goed nieuws heeft. De prijs van het brood gaat in 2006 omlaag naar € 1,45. Wanneer u echter in 2006 voor het eerst uw brood gehaald heeft blijkt u in plaats van een heel brood nog maar een half brood gekregen te hebben. U zult zich dan bekocht voelen. Voor een ongeveer gelijke prijs krijgt u nog maar de helft.
Voorzitter, dit is in een notendop wat er aan de hand is met de afvalinzameling in Oosterhout. Bij de behandelingen van het afvalbeleid in de gemeenteraad spreekt het College steeds over de financiële voordelen door een andere manier van afvalinzameling. Dit leidt er dan weer toe dat de kosten van afvalinzameling voor de burger volgens het College omlaag kunnen. Hoeveel en wanneer blijft in nevelen gehuld. Doordat tegelijkertijd het serviceniveau gehalveerd wordt, is er in feite sprake van een fikse verhoging van de afvalstoffenheffing voor de Oosterhoutse burger. Bij eerdere behandelingen van het afvalbeleid in de Oosterhoutse raad zijn er al vaker voorstellen ingediend om het wekelijks inzamelen van GFT- en restafval te handhaven. Op deze voorstellen is door het College steeds gereageerd met de extra kosten die hier aan zouden zitten. Hoeveel die extra kosten zijn blijft echter erg onduidelijk. In stukken uit de afgelopen jaren is GroenLinks de bedragen van € 270.000, € 400.000 en € 670.000 tegengekomen.
Voorzitter, naar de mening van GroenLinks kan het College noch de financiële voordelen van alternerend inzamelen noch de financiële nadelen van het handhaven van de huidige inzamelmethode onderbouwen. Daarnaast blijft GroenLinks van mening dat de burgers van Oosterhout niet zitten te wachten op een lagere frequentie van het ophalen van afval. Uit de laatste burgerijenquête bleek duidelijk dat het overgrote deel van de burgers tevreden was over de afvalinzameling zoals die in Oosterhout plaats vond. Voor GroenLinks zijn er daarom dan ook geen redenen om iets te veranderen aan de huidige manier van inzamelen van het GFT- en restafval. Om deze reden zal GroenLinks samen met D66 en de Onafhankelijke Fractie het volgende amendement indienen.
AMENDEMENT WEKELIJKS INZAMELEN GFT EN RESTAFVAL
Ondergetekenden, W.J.W.A. van der Zanden, M.F. Velds en G.A.H.M. Oomen raadsleden van de gemeente Oosterhout voor de fracties van GroenLinks, D66 en de Onafhankelijke Fractie, dienen met verwijzing naar artikel 36 van het Reglement van orde voor de gemeente Oosterhout met betrekking tot agendapunt 0006060: Verordening afvalstoffen het volgende amendement in:
De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 19 september 2006 en gehoord hebbende de beraadslaging met betrekking tot agendapunt 0006060: Verordening afvalstoffen
Overwegende:
- dat uit de laatste burgerijenquête is gebleken dat het overgrote merendeel van de Oosterhoutse bevolking zeer tevreden is over de afvalinzameling in Oosterhout;
- dat door minder frequent legen van containers de kans op zwerfvuil en huisvuiltoerisme toeneemt;
- dat de financiële voordelen voor de burgers door het alternerend gaan inzamelen van huisvuil niet worden onderbouwd;
- dat door het alternerend inzamelen van huisvuil het serviceniveau flink zal gaan dalen;
- dat voor burgers die een tweede groenbak c.q. afvalbak nodig hebben de kosten onevenredig worden verhoogd;
- dat dit laatste de invoering van een soort “Diftar” naar volume betekent.
Besluit
Artikel 10, lid 1 en 2 van de Afvalstoffenverordening Oosterhout 2006 als volgt vast te stellen:
1. Huishoudelijk restafval wordt wekelijks bij elk perceel ingezameld.
2. Groente-, fruit- en tuinafval wordt wekelijks afzonderlijk bij elk perceel ingezameld
W.J.W.A. van der Zanden, M.F. Velds, G.A.H.M. Oomen
Voorzitter, daarnaast blijkt uit schriftelijke vragen dat er ook nog de nodige onduidelijkheid is over het ophalen van andere soorten afval dan GFT- en restafval. Er wordt gewezen op afspraken uit het verleden met agrarische ondernemers over het gratis ophalen van snoeiafval. Zou de wethouder aan kunnen geven om welke afspraken het hier gaat en waarom er nu voor gekozen wordt om dit gratis aanbieden van snoeiafval binnen twee jaar af te bouwen. Voor wat betreft de huis aan huis inzameling van papier en glas wordt als antwoord gegeven dat op termijn de burgers door middel van een op maat toegesneden servicepakket zelf kunnen kiezen op welke manier dit opgehaald wordt. Betekend dit dat totdat dit servicepakket wordt ingevoerd de huidige manier van inzameling van papier en glas wordt gehandhaafd? Afhankelijk van het antwoord van de wethouder zal GroenLinks hierover in tweede termijn een motie indienen.
Tot slot voorzitter, wordt binnen de afvalstoffenverordening ook de mogelijkheid opengehouden om te gaan werken met verzamelplekken voor het aanbieden van afval. In antwoord op schriftelijke vragen van mijn fractie is aangegeven dat dit met name bij hoogbouwobjecten zal gaan gebeuren. Betekent dit echter dat de mogelijkheid opengehouden wordt om dit (op termijn) ook te gaan doen in wijken met laagbouw?
0006061 Markt
Tijdens de raadsvergadering van 24 januari j.l. heeft GroenLinks ingestemd met het voorstel om de weekmarkt te verplaatsen naar de Markt. Tevens hebben wij onze steun gegeven aan een amendement om de weekmarkt niet alleen op de Markt plaats te laten vinden, maar voor een deel ook in de Basiliekstraat. Dit om er voor te zorgen dat de Markt op zaterdag ook voor andere doelen bruikbaar is. In de nieuwe opstelling komt de Markt naar de mening van GroenLinks voor een groter deel om de kerk te staan dan eigenlijk de bedoeling was op 24 januari. Hierover zijn door verschillende belanghebbenden, in het bijzonder de Sint Jan en een in de buurt aanwezige winkel opmerkingen gemaakt. Naar de mening van GroenLinks mag het niet zo zijn dat deze nieuwe opstelling van de Markt er toe leidt dat bepaalde panden op zaterdag niet meer bereikbaar zijn. Kan de wethouder aangeven dat de plaatsen waar de kramen komen te staan aangepast worden indien blijkt dat bepaalde panden slecht of niet bereikbaar zijn?
Verder wordt voorgesteld om opnieuw aanpassingen te doen op de Markt. Een nieuwe nooduitgang, extra bomen, nieuwe lichtmasten en banken. Aanpassingen die onnodig zouden zijn als er bij het oorspronkelijke ontwerp goed over nagedacht was. Het is GroenLinks nog steeds een raadsel hoe er ook toestemming is gegeven voor een lelijk bouwsel voor de kerk, oranje lantarenpalen en banken die meer op fietsenrekken leken. GroenLinks is ook van mening dat bovenstaande aanpassingen nodig zijn. Echter enkel omdat het alternatief, de oude te laten staan slechter is.
Voorzitter, tot slot wordt er ook voorgesteld om een waterelement te gaan plaatsen op de Markt. Gezien de extra kosten, die er al voor de Markt gemaakt zijn, mag het duidelijk zijn dat er wat GroenLinks betreft geen geld uitgegeven moet worden aan zaken, die niet strikt noodzakelijk zijn. Om bovenop de budgetoverschrijdingen ook nog eens € 200.000 uit te gaan geven voor een waterelement, waarvan het ook nog niet eens duidelijk is hoe het eruit gaat zien, is voor GroenLinks een brug te ver. Het is overigens niet zo dat GroenLinks per se tegen een waterelement is. Als de Stichting Markt Oosterhout er in slaagt om door middel van sponsoring een waterelement op de Markt te krijgen, is dat wat ons betreft in orde. GroenLinks vindt echter niet dat hiervoor gemeenschapsgeld uitgetrokken moet worden. Daarvoor heeft de Markt al teveel geld gekost. Om deze reden zal GroenLinks dan ook het volgende amendement indienen:
AMENDEMENT MARKT
Ondergetekende, W.J.W.A. van der Zanden raadslid van de gemeente Oosterhout voor de fractie van GroenLinks, dient met verwijzing naar artikel 36 van het Reglement van orde voor de gemeente Oosterhout met betrekking tot agendapunt 0006061: Markt het volgende amendement in:
De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 19 september 2006 en gehoord hebbende de beraadslaging met betrekking tot agendapunt 0006061: Markt
Overwegende:
- Dat voorgesteld wordt om een bedrag van € 200.000 uit te trekken voor het realiseren van een waterelement op de Markt;
- Dat in een eerder stadium door de Stichting Markt Oosterhout is aangegeven dat er mogelijkheden zijn voor sponsoring van een dergelijk waterelement;
- Dat vanwege de overschrijdingen van het budget de definitieve inrichting van de Markt sober dient plaats te vinden;
- Dat een waterelement met een kostenpost van € 200.000 niet onder een sobere inrichting valt.
Besluit in punt 2 van het raadsbesluit:
€ 765.000 te vervangen door € 565.000
W.J.W.A. van der Zanden
0006067 Mobiliteitsplan
Mobiliteit is eigen aan mensen. Maar dat betekent niet dat we de mobiliteit op haar beloop kunnen laten. Onze drang tot gemotoriseerde mobiliteit leidt tot een groeiende schaarste aan rust, ruimte en veiligheid. Automobiliteit is de grootste veroorzaker van geluidsoverlast en trekt ondanks alle technologische verbeteringen een zware wissel op het milieu. Het gemotoriseerde verkeer en vervoer is één van de hoofdleveranciers van broeikasgassen. Mobiliteit is daardoor bij uitstek een terrein waar individuele genoegens op gespannen voet staan met collectieve waarden.
GroenLinks vindt dat leefbaarheid, veiligheid en milieu de grenzen aangeven waarbinnen de gemotoriseerde mobiliteit vorm moet krijgen. Keuzen zijn onontkoombaar. Er is immers geen investeringsprogramma denkbaar dat aan alle mobiliteitsbehoeften tegemoet kan komen. Hoewel zeventig procent van de verplaatsingen in Nederland korter is dan zeven kilometer, pakt slechts een kwart van de mensen de fiets. Mobiliteit is dus meer dan een mobiliteitsplan waarin vooral gesproken wordt over het al of niet aanleggen van meer asfalt. Het is een illusie om te bedenken dat we in Oosterhout met het aanleggen van meer asfalt deze groei op kunnen vangen, tegelijkertijd een leefbare stad behouden en ook nog eens geen files hebben.
Er zijn dus meer maatregelen nodig dan enkel meer asfalt. Wat dat betreft vindt GroenLinks het dan ook jammer dat deze nota vooral ingaat op één onderdeel van het totale mobiliteitsbeleid. Oplossingen zullen ook in andere richtingen gezocht dienen te worden. Meer vervoer van goederen over het Wilhelminakanaal om b.v. de Sint Antoniusstraat te ontlasten. Een goed openbaar vervoerssysteem in Oosterhout wat nu in bepaalde wijken zoals Vrachelen volledig ontbreekt en in andere wijken onder de maat is. Investeren in goede fietsverbindingen en het voorkomen van onnodig autogebruik over kleine afstanden. Vooral op het gebied van fietsverkeer
Lange termijn:
Voor de lange termijn wordt opnieuw voorgesteld om over te gaan tot de eventuele aanleg van een oostelijke en westelijke rondweg. Bij de behandeling van de plannen betreffende Oosterhout-Oost heeft GroenLinks al aangegeven hier weinig voor te voelen. Een oostelijke rondweg zien wij dus ook niet zitten. Daarnaast is het nog maar de vraag of een oostelijke rondweg zal leiden tot het oplossen van de verkeersproblematiek aan de oostzijde van Oosterhout. Wel zal er grote schade worden aangebracht aan de aanwezige natuur en groen. Om de bouw van een oostelijke rondweg te voorkomen, dient naar de mening van GroenLinks ook onderzocht te worden wat de effecten zijn van de aanleg van een parallelweg langs de A27. Iets wat nu niet genoemd wordt. De westelijke rondweg zal helemaal niet leiden tot het oplossen van de huidige verkeersproblemen, het zal enkel leiden tot meer verkeer. Wanneer dadelijk mocht blijken dat Breda er toch in zal slagen om het verkeer van de nieuwe woonwijken via Oosterhout af te wikkelen zal juist dit verkeer van deze westelijke rondweg gebruik gaan maken om op de A27 respectievelijk A59 te komen.
Varianten:
Voorzitter, vervolgens nog een aantal opmerkingen over de voorgestelde varianten:
1) Voorgesteld wordt om de route Heistraat – Hoogstraat af te wegen tegen de route Heistraat – Ekelstraat – Bovensteweg – Pasteurlaan. Van een echte afweging is hier naar de mening van GroenLinks geen sprake. De Hoogstraat mag wat ons betreft nooit de functie van verkeersgebied krijgen, daar is de straat ongeschikt voor. Wel is GroenLinks van mening dat de Hoogstraat open moet blijven voor bestemmingsverkeer van en naar Oosteind. Het enige wat wat ons betreft bij deze variant onderzocht zou moeten worden is de mate waarin de Hoogstraat onaantrekkelijk gemaakt wordt voor verkeer.
2) Als alternatief voor de route Ridderstraat – Antoniuskerk zal een route via de Sint Antoniusstraat – Paulusweg – Van Oldeneellaan onderzocht gaan worden. Gezien de huidige drukte op de Sint Antoniusstraat en dan vooral de drukte bij het kruispunt met de Paulusweg heeft GroenLinks ernstige twijfels bij het realiteitsgehalte van deze variant.
3) Naar de mening van GroenLinks zou ook gekeken moeten worden naar mogelijkheden om het westelijke deel van de Ridderstraat minder zwaar te belasten. Zeker aangezien er op dit deel van de Ridderstraat sprake is van een gevaarlijke verkeerssituatie. Wel heeft GroenLinks haar twijfels bij de alternatieven zoals die door de werkgroep Ridderstraat gegeven worden. Zo zal het opwaarderen van de Hertogenlaan en Bouwlingstraat leiden tot een verschuiving van het probleem naar deze straten.
Voorzitter, GroenLinks heeft er vandaag nog niet voor gekozen om al met moties of amendementen te komen. Bij de definitieve behandeling van de nota van Uitgangspunten van het Mobiliteitsplan zullen wij dat indien nodig wel doen.
0006068 Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Het vaststellen van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oosterhout is een zeer belangrijke stap in het vastleggen van de rechten van mensen die straks van voorzieningen op basis van de WMO gebruik moeten gaan maken. Om deze reden hebben de fracties van SP en GroenLinks de handen ineengeslagen bij de raadsbehandeling van deze nota. Hieruit zijn een 32tal amendementen ontstaan die vandaag gezamenlijk door GroenLinks en de SP zullen worden ingediend. Om deze reden zullen GroenLinks en de SP over dit onderwerp dan ook gezamenlijk het woord voeren. Ik zal hierbij het eerste deel van de bijdrage doen, de heer Huijsmans het tweede deel.
Voorzitter, de doelstelling van de WMO is om er voor te zorgen dat mensen met beperkingen op een volwaardige manier kunnen deelnemen aan de samenleving. De WMO geeft hiervoor aan de gemeentes de opdracht om te zorgen voor voorzieningen waardoor deze beperkingen opgeheven kunnen worden. Inclusief beleid (wat buiten de reikwijdte van deze verordening valt) is hierbij belangrijk. Zorg er voor dat de samenleving op zo’n manier is ingericht dat gebouwen en voorzieningen standaard toegankelijk zijn voor mensen met beperkingen. Ga er dus bij het ontwerpen van gebouwen of het inrichten van nieuwe wijken standaard van uit dat alle mensen inclusief mensen met een beperking samen de samenleving vormen.
De nu voorliggende WMO verordening moet aan gaan geven wanneer en onder welke voorwaarden mensen met beperkingen een beroep kunnen doen op de gemeente om voor deze beperking gecompenseerd te worden. Deze compensatie moet dan op zo’n manier plaatsvinden dat ze mee kunnen doen aan de samenleving alsof ze geen beperking zouden hebben.
In de verschillende hoofdstukken van deze verordening (hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen, verplaatsingen met een vervoermiddel en verplaatsen in en rond de woning) wordt steeds uitgegaan van een drietal mogelijke voorzieningen die personen kunnen krijgen:
1) Een algemene voorziening;
2) Een voorziening in natura;
3) Een persoonsgebonden budget.
De verordening zoals die vanavond vastgesteld moet gaan worden heeft betrekking op individuele voorzieningen. De fracties van de SP en GroenLinks zijn van mening dat een voorziening in het kader van de WMO altijd een individuele voorziening zal moeten zijn, een voorziening die op maat aangeboden wordt aan een individuele persoon met individuele beperkingen. In de verordening wordt verder ook steeds het primaat gelegd bij algemene voorzieningen. Het maken van deze keuze door het College leidt in onze ogen tot het beperken van de keuzevrijheid die er binnen de WMO gegeven wordt aan personen. Ook zal dit er naar onze mening toe leiden dat beperkingen van personen niet altijd op de meest adequate manier opgelost worden. Laat ik dit aan de hand van het volgende voorbeeld illustreren:
“Een persoon is door een verkeersongeval voor zijn leven lang beperkt in zijn mobiliteit en is aangewezen op een rolstoel. Tijdens zijn revalidatie heeft hij weer geleerd zelfstandig te koken, maar in de keuken van zijn woning (waar hij voor het ongeluk al woonde) kan hij niet uit de voeten. Hij doet een aanvraag voor aanpassing van die keuken, zodat zelf koken weer mogelijk wordt. Hij hecht hier bijzonder aan, omdat hij graag zelf de boodschappen doet (eruit zijn, sociale contacten), zelf wil bepalen wat hij die avond op tafel zet en hij plezier beleeft aan het koken. In de huidige verordening geldt dat een algemene of voorliggende voorziening voor gaat op een individuele voorziening.”
Het zal duidelijk zijn dat de meest adequate oplossing in dit geval is een aanpassing van de keuken. Wanneer het primaat bij de algemene voorzieningen gelegd wordt, is het dus nog maar zeer de vraag of deze persoon wel de meest adequate oplossing aangeboden krijgt.
Hierover zullen GroenLinks en de SP een aantal amendementen indienen:
1) Het schrappen van algemene voorzieningen uit deze verordening; [Amendement 3]
2) Personen zelf de keuzevrijheid geven tussen een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget.
[Amendementen 9, 11, 12, 22, 27, 30 en 31]
Voorzitter, daarnaast staan er in de verordening zoals die vanavond voorligt een aantal bepalingen die aanspraak op WMO voorzieningen nodeloos beperken:
1) Compensatieplicht
In de Oosterhoutse verordening wordt het begrip compensatiebeginsel geïntroduceerd. Deze compensatie wordt vervolgens beperkt tot personen met beperkingen. In de motie van Miltenburg die is aangenomen door de tweede Kamer wordt echter gesproken over een compensatieplicht. Dat is naar de mening van SP en GroenLinks wezenlijk anders dan een compensatiebeginsel. Daarnaast dient deze compensatieplicht te gelden voor alle personen die genoemd worden in artikel 1, eerste lid, onderdelen 4, 5 en 6 van de WMO. Niet alleen mensen met beperkingen maar ook mantelzorgers en vrijwilligers die mensen met beperkingen ondersteunen.
[Amendement 1]
2) Aantoonbare beperking
In de Oosterhoutse verordening wordt steeds gesproken over “aantoonbare beperkingen”. In de WMO komt deze term niet voor en wordt enkel over beperkingen gesproken. Het gebruik van de term aantoonbare beperkingen leidt naar onze mening tot een beperking van de reikwijdte van de WMO.
[Amendement 2]
3) Langdurig noodzakelijk
Voor de term “langdurig noodzakelijk” geldt hetzelfde. Ook deze perkt de werking van de WMO in, terwijl hij niet in de WMO voorkomt. Ook zonder de term “langdurig” in dit artikel op te nemen kan er nog steeds gebruik gemaakt worden van b.v. hulpmiddelendepots van Thuiszorgorganisaties wanneer bepaalde hulpmiddelen slechts gedurende een korte tijd nodig zijn.
[Amendement 5]
4) Goedkoopst adequaat
Ook “goedkoopst adequaat” is een term die in de WMO niet voorkomt. De maatstaf voor een voorziening dient naar onze mening de mate te zijn waarin en hoeverre een beperking wordt gecompenseerd. De vraag naar goedkoopst adequaat is hierbij dus niet meer aan de orde. Aan de compensatieplicht is namelijk voldaan als het probleem van de persoon met beperkingen is opgelost. GroenLinks en SP stellen hier dan ook voor om uit te gaan van de meest adequate voorziening.
[Amendement 6]