Tijdens de raadsvergadering van 23 januari 2007 heeft GroenLinks het woord gevoerd over de volgende onderwerpen: Structuurvisie Oosterhout-Oost, Nota evenementenbeleid, Regionale Samenwerking West-Brabant en de aankoop van aandelen Intergas. GroenLinks heeft een reactie gegeven op schriftelijke vragen die wij aan het College gesteld hebben over het toepassen van artikel 19, lid 2 bij bouwplannen. Daarnaast hebben wij samen met D66 een interpellatiedebat aangevraagd over de vondst van uranium aan de Zwaaikom/Korenbocht. Ook heeft GroenLinks een mondelinge vraag gesteld over het aantal aanmeldingen voor de collectieve ziektekostenverzekering van de gemeente Oosterhout.
MONDELINGE VRAAG AANMELDINGEN (AANVULLENDE) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING VOOR MINIMA (Wethouder Oolhorst)
GroenLinks zou graag van wethouder Oolhorst willen horen wat op dit moment de stand van zaken is betreffende de aanmeldingen voor de collectieve ziektekostenverzekering van de gemeente Oosterhout voor mensen met een inkomen op minimumniveau. Hoeveel mensen die geen bijstandsuitkering hebben, maar wel een inkomen op minimumniveau maken hier op dit moment gebruik van? Is er hierbij voor deze groep mensen sprake van een toename t.o.v. het afgelopen jaar?
Vervolgvraag in tweede termijn: Worden er nog extra aanmeldingen verwacht aangezien verzekerden tot 1 februari de tijd hebben om zich voor een (aanvullende) ziektekosten verzekering aan te melden.
0007001: Bestuurlijke startnotitie nota evenementenbeleid
De bestuurlijke startnotitie nota evenementenbeleid is een korte en compacte notitie. Bij deze opiniërende behandeling wil GroenLinks een aantal opmerkingen maken.
1. Inhoudelijke beoordeling/Vergunningverlening
In de notitie wordt allereerst opgemerkt dat er een functionele scheiding dient te komen tussen de inhoudelijke beoordeling van een evenement (past een evenement binnen de programmering) en de vergunningverlening (voldoet een evenement aan de eisen). Dat er een vergunning voor een evenement verleend moet worden lijkt ons logisch. Wat het College precies bedoeld met een inhoudelijke beoordeling is GroenLinks niet duidelijk. Wat betekent het praktisch gezien als de inhoudelijke beoordeling van een evenement negatief uitvalt? Is deze inhoudelijke beoordeling enkel een advies of zitten er consequenties aan vast? GroenLinks vindt dat de gemeente zich bij het beoordelen van evenementen zeer terughoudend op moet stellen voor wat betreft de inhoudelijke beoordeling van een evenement. Dit hoort wat GroenLinks betreft tot de vrijheid van de organisatoren van dit evenement. Enkel op het gebied van vergunningverlening is er voor de gemeente een rol weggelegd.
2. Eenduidigheid m.b.t. financiën en ondersteuning
Er worden in deze startnotitie een aantal manieren gevonden waarop in de toekomst evenementen ondersteund kunnen worden. Alle manieren hebben zo hun eigen voor- en nadelen. Wanneer de gemeenteraad bij de vaststelling van de nota evenementenbeleid een beslissing moet nemen over deze ondersteuning moeten deze voor- en nadelen op een duidelijke en overzichtelijke wijze voor de gemeenteraad gepresenteerd worden.
3. Commerciële versus niet-commerciële evenementen
Bij de verdere uitwerking van de nota evenementenbeleid dient naar de mening van GroenLinks een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen commerciële en niet-commerciële evenementen. Bij commerciële evenementen is financiële ondersteuning van de gemeente uit den boze. De rol van de gemeente dient zich hier te beperken tot die van vergunning verlener. Op het gebied van niet-commerciële evenementen is er voor de gemeente een grotere rol weggelegd. Naast het verlenen van vergunningen is GroenLinks van mening dat financiële ondersteuning door de gemeente mogelijk moet zijn. Op deze manier kunnen (nieuwe) niet-commerciële initiatieven een kans krijgen. Ook dient de ondersteuning van de gemeente hier breder te zijn dan bij commerciële evenementen het geval is.
4. Snelle afhandeling van aanvragen
Naast het vereenvoudigen van het aanvragen van vergunningen is vooral snelheid van belang. De afgelopen jaren is het te vaak voorgekomen dat organisatoren van evenementen maanden moesten wachten voordat de gemeente een beslissing nam over b.v. de financiële ondersteuning van een evenement. In de nota evenementenbeleid dient dan ook duidelijk aangegeven te worden hoe de procedures tot het aanvragen van (financiële) ondersteuning zullen worden. Vooral de termijnen die hierbij gebruikt gaan worden zijn van belang.
5. Inspraak bij opstelling nota evenementenbeleid
Het opstellen van de nota evenementenbeleid zal gebeuren samen met de organisatoren van evenementen. Wat GroenLinks betreft moet het hier dan niet alleen gaan om de organisatoren van huidige evenementen. Ook de bezoekers van evenementen in de ruimste zin van het woord dienen aan bod te komen. Dit om te weten te komen aan welke evenementen het in Oosterhout bijvoorbeeld nog ontbreekt. Vooral als de gemeente besluit om bepaalde evenementen te gaan stimuleren is deze informatie van groot belang.
0007002 Structuurplan Oosterhout-Oost
Voorzitter, bij de behandeling van de gebiedsvisie Oosterhout-Oost heeft GroenLinks al duidelijk aangegeven dat ze de plannen zoals die er nu zijn absoluut niet ziet zitten. Wij zullen al die argumenten vanavond niet gaan herhalen. Op een argument willen wij echter nog wel ingaan. Dit betreft de noodzakelijkheid van de plannen.
In de raadsvergadering van 20 juni 2006 heeft GroenLinks al verwezen naar een recent onderzoek van het Centraal Plan Bureau over de economische ontwikkelingen voor de komende decennia en de behoefte aan bedrijventerreinen. Dit onderzoek concludeert in drie van de vier scenario’s dat er sprake is van een negatieve ruimtevraag voor bedrijven na 2020. Dat betekent concreet dat er dus gebouwd gaat worden voor leegstand. GroenLinks is van mening dat er eerst maar eens gekeken moet gaan worden naar de ruimte op bestaande bedrijventerreinen. Zie hier de ontwikkelingen op het Walon-terrein op Weststad, de leegstand bij Jamin op Everdenberg en de herontwikkeling van het Martens terrein. Door een dichtere bebouwing en dubbel grondgebruik zou hier veel nieuwe ruimte voor bedrijven gecreëerd kunnen worden. Op het gebied van woningbouw willen we enkel verwijzen naar het Primos onderzoek waaruit uit blijkt dat er in Oosterhout voldoende woningen gebouwd zullen worden om aan de toekomstige vraag te kunnen voldoen. De plannen zijn dus overbodig.
Voorzitter, daarnaast speelt er nog een ander probleem. En dat probleem is de provincie. In het in 2002 vastgestelde streekplan is nog sprake van de aanwijzing van een aanzienlijk deel van het gebied over de A27 als Vestigingsgebied voor Glastuinbouw. In het Uitwerkingsplan van het Streekplan en het Gebiedsplan Wijde Biesbosch is deze aanwijzing verdwenen. In antwoord op schriftelijke vragen van verschillende partijen stelt het College dat zowel Gedeputeerde Staten als Provinciale Staten het gebied niet meer zien als een vestigingsgebied voor glastuinbouw en dat er enkel nog discussie is over de maximale omvang van de reeds in het gebied gevestigde glastuinbouwbedrijven. Gedeputeerde Rüpp zegt nu echter ineens dat de glastuinbouw moet kunnen uitbreiden en dat er ruimte voor nieuwe bedrijven moet blijven. Wat GroenLinks betreft draait de provincie hier ineens 180 graden. Hopelijk snapt de wethouder meer van deze toch wel vreemde gedachtekronkel van de provincie.
Voorzitter, de signalen dat de plannen overbodig zijn nemen toe. In een artikel uit BN de Stem van afgelopen zaterdag geeft gedeputeerde Paul Rüpp aan dat woningbouw op deze locatie voor 2020 niet nodig is. Dit waar de gemeente het slechts heeft over de periode tot 2015. De plannen in de Zwaaikom en Vrachelen zouden voldoende zijn. Oosterhout moet in het nieuwe structuurplan de noodzaak van woningbouw aantonen. Volgens Rüpp is er op dit moment geen aanleiding om hierover overleg te voeren. In de raadsvergadering van 20 juni 2006 maakte de fractie van Gemeentebelangen hele vreemde draaien, maar daar zijn ze toen door D66 al op gewezen. Op 13 december 2006 neemt de raad een VVD motie aan waarin een van de overwegingen is dat het open en groene karakter van het gebied niet aangetast mag worden. En in de schriftelijke vragenronde stelt de VVD ineens vragen over de noodzaak van woningbouw en bedrijventerreinen nadat ze overleg met fractie, achterban en belanghebbenden hebben gehad. De twijfels slaan dus overal in meer of mindere mate toe.
0007004: Voorkeursrecht Oosterhout-Oost
Vanwege het feit dat GroenLinks zich niet kan vinden in de voorgestelde bouwplannen voor Oosterhout-Oost hoeft het voorkeursrecht in dit gebied niet verlengd te worden. Hierdoor zal GroenLinks dus tegen deze raadsnota stemmen.
0007006: Regionaal ontwikkelingsfonds en samenwerking West-Brabant
Voorzitter, GroenLinks heeft altijd een gezonde kritische houding ingenomen ten opzichte van regionale samenwerking. Regionale samenwerking kan in bepaalde gevallen een meerwaarde hebben. Bij het nu voorliggende voorstel zijn wat GroenLinks betreft de volgende zaken van belang:
1. Wat is de meerwaarde van deze samenwerking t.o.v. al bestaande samenwerkingsverbanden zoals het SES en de REWIN? Uit de informatie die tot nu toe verstrekt is, is deze samenwerking in West-Brabant vooral bedoeld om bepaalde ontwikkelingen te stimuleren en om als West-Brabant een geluid te kunnen laten horen. Ook datgene wat het regionaal ontwikkelingsfonds moet doen, blijft voor GroenLinks enigszins onduidelijk. Er moeten allerlei zaken gestimuleerd worden?
2. In het bestuursconvenant waarin de regionale samenwerking geregeld wordt worden in het eerste artikel een viertal doelstellingen genoemd. Een van deze doelstellingen is, het staat er echt: “Komen tot voorstellen die leiden tot vermindering van het aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden in West-Brabant”. Blijkbaar is het dus al nodig dat er een intergemeentelijk samenwerkingsverband opgezet moet worden om het aantal intergemeentelijke samenwerkingsverbanden te verminderen. Wanneer kan de gemeenteraad deze voorstellen tegemoet zien?
3. Deze regionale samenwerking moet niet gaan leiden tot het oprichten van een nieuwe bureaucratische organisatie. In het bestuursconvenant wordt gesproken over het inrichten van een Programmabureau. Voor het jaar 2007 zal dit leiden tot proceskosten van € 7000 voor de gemeente Oosterhout. Welke garanties zijn er dat dit (kleine) Programmabureau niet steeds verder uit gaat breiden en er weer veel bureaucratie gaat ontstaan.
4. Recent heeft de gemeenteraad van Oosterhout een voorstel ontvangen over de manier waarop de gemeenteraden betrokken moeten gaan worden bij deze regionale samenwerking. Hierin wordt voorgesteld om vanuit elke gemeente een tweetal raadsleden af te vaardigen naar een soort werkgroep die dan weer geen enkele formele status mag hebben. Dit voorstel staat vanavond niet op de agenda. Naar de mening van GroenLinks moet dit in de eerst volgende vergadering van de gemeenteraad besproken worden.
0007009: Aankoop Intergasaandelen
In de schriftelijke vragenronde heeft GroenLinks enkele vragen gesteld vanwege het feit dat de Eerste Kamer het privatiseringsverbod van netwerkbedrijven heeft gehandhaafd. Het College geeft aan dat stap 4 (de gedeeltelijke verkoop aan Macquarie) niet meer mogelijk is. Wat GroenLinks betreft is dat een goede zaak. Naar aanleiding van het antwoord van het College hebben wij echter nog wel een tweetal vragen:
1) Het College geeft aan dat andere alternatieven worden uitgewerkt waarbij het toch nog mogelijk is om van de diensten van Macquarie gebruik te kunnen maken. Om welke andere alternatieven gaat het hier?
2) Kan het College aangeven wat de gevolgen van het niet door kunnen gaan van de gedeeltelijke verkoop aan Macquarie zijn voor de fusie met NRE.
ARTIKEL 19, LID 2 PROCEDURE
Op 20 oktober 2006 heeft GroenLinks schriftelijke vragen gesteld over het toepassen van artikel 19, lid 2 bij bouwplannen door het College. Door een besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zijn er namelijk 13 gebieden aangewezen in Oosterhout (waaronder Slotjes-Midden en het Santrijngebied) waar deze procedure kan worden toegepast. Deze procedure wordt gevoerd door het College en niet door de gemeenteraad. Uit de antwoorden van het College blijkt dat het volgen van deze procedure voor de gemeenteraad de volgende consequenties heeft:
1) Als een artikel 19, lid 2 procedure wordt gevolgd voordat het bestemmingsplan voor dit gebied wordt vastgesteld (zie de recente bouwplannen in Dorst) dan is er voor de gemeenteraad geen mogelijkheid meer om anders te besluiten.
2) Wanneer de gemeenteraad een stedenbouwkundig plan voor een van deze 13 gebieden heeft vastgesteld (zie Slotjes-Midden) dan heeft de gemeenteraad geen invloed meer op de verdere uitwerking. Concreet betekent dit in het geval van Slotjes-Midden dus dat het College zelfstandig verder kan gaan buiten de gemeenteraad om door toepassing van een artikel 19, lid 2 procedure.
In de brief van 8 december 2005 waarin het College de gemeenteraad heeft geïnformeerd over de toepassing van artikel 19, lid 2 wordt nergens gesproken over de gevolgen hiervan voor de gemeenteraad en om welke gebieden het gaat. Volgens GroenLinks heeft het College de raad dus niet volledig geïnformeerd.
GroenLinks kan geen andere conclusie trekken dan dat de bevoegdheid van de gemeenteraad tot het vaststellen van bestemmingsplannen en het voeren van artikel 19, lid 1 procedures op deze manier in ernstige mate is ondergraven. Het College geeft in zijn antwoord aan dat de gemeenteraad het College altijd kan verzoeken om eerst met de raad in overleg te treden alvorens vrijstelling ex artikel 19, lid 2 te verlenen. Vervolgens zegt het College echter dat ze dit ernstig ontraad omdat hiermee afbreuk zou worden gedaan aan het beginsel dat de gemeenteraad de beleidskaders aangeeft en het College deze vervolgens uitvoert. Het vaststellen van bestemmingsplannen voor een aantal gebieden in Oosterhout wordt hierdoor door het College dus feitelijk als een uitvoeringszaak bestempeld. Het College probeert op deze manier dus zijn bevoegdheden dus steeds verder op te rekken en de gemeenteraad buiten spel te zetten.
Voorzitter, het zal duidelijk zijn dat GroenLinks deze situatie buitengewoon onwenselijk vindt. GroenLinks laat op dat moment uitzoeken welke mogelijkheden er zijn om aan deze ongewenste situatie een einde te maken. Hierover zullen wij dan ook zo snel mogelijk met de andere partijen in deze gemeenteraad in contact treden.
INTERPELLATIE URANIUM ZWAAIKOM
Op maandag 22 januari 2007 hebben de fracties van GroenLinks en D66 een aantal vragen opgesteld voor het College van B&W betreffende de vondst van een aantal zware metalen (waaronder uranium) aan de Korenbocht/Zwaaikom in Oosterhout. Op 23 januari 2007 ontvingen wij via de griffier het bericht dat de SP-fractie over deze kwestie een interpellatiedebat heeft aangevraagd. De fracties van GroenLinks en D66 hebben naar aanleiding hiervan besloten om onze vragen ook in dit debat te stellen. GroenLinks en D66 vinden het van een zeer groot belang dat er snel duidelijkheid komt over de situatie zoals die zich nu voordoet aan de Zwaaikom. De eerste vijf vragen van onze interpellatie hebben hier betrekking op.
1. Wat is de reden dat de provincie dit bodemonderzoek heeft uitgevoerd? Gaat het hier om een regulier onderzoek in het kader van de toekomstige ontwikkelingen aan de Zwaaikom of is er een andere reden?
2. In de brief van het College (respectievelijk persbericht van de provincie) wordt aangegeven dat er geen sprake is van een gevaar voor de volksgezondheid. Op welke feiten is deze conclusie gebaseerd?
3. Op welke termijn wordt gedacht aan het instellen van een verbod op het ontrekken van grondwater ter plaatse?
4. Hoeveel keer meer natuurlijk uranium is er aan de Korenbocht/Zwaaikom aangetroffen t.o.v. de normaal in de natuur voorkomende hoeveelheid?
5. Welke andere zware metalen (en in welke concentraties) zijn er aangetroffen aan de Korenbocht/Zwaaikom?
Daarnaast is het voor de fracties van GroenLinks en D66 van groot belang dat snel duidelijkheid geschapen wordt richting bevolking en gemeenteraad. Tot nu toe is het in Oosterhout oorverdovend stil gebleven. Op de website van de gemeente Oosterhout was vanmiddag enkel het persbericht van de provincie te lezen. De gemeente Gilze-Rijen heeft de zaken echter anders aangepakt. Hier was vanmiddag een notitie van tien pagina’s terug te vinden met zeer veel informatie. Dit brengt de fracties van GroenLinks en D66 tot een laatste vraag, die op dit moment al beantwoord moet kunnen worden door het College:
6. Op welke manier zal het College de bevolking respectievelijk gemeenteraad informeren over deze kwestie?