Tijdens de raadsvergadering van 18 september heeft GroenLinks mondelinge vragen gesteld over de vrije plakplaatsen, de bestrating van het achterpad van de Kastanjelaan en de Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg van de FNV. Ook hebben wij het woord gevoerd over diftar en de rioolheffing.
Mondelinge vraag vrije plakplaatsen (Van der Zanden)
Sinds begin oktober zijn er in Oosterhout een vijftal vrije plakplaatsen. Deze zijn bedoeld voor pamfletten van ideële clubs als Loesje en voor lokale evenementenorganisaties met weinig geld aldus en vertegenwoordiger van de gemeente in BN De Stem van donderdag 4 oktober. Voor andere organisaties zijn een 85-tal A0 borden beschikbaar. In de praktijk blijkt dat commerciële organisaties ook gebruik maken van de vrije plakplaatsen. Hoe wil het College hier mee omgaan gezien de gemaakte opmerkingen in BN de Stem van 4 oktober.
Mondelinge vraag bestrating achterpad Kastanjelaan (Van der Zanden)
Op dit moment wordt volop gebouwd aan een nieuwe supermarkt met appartementen en een viertal woningen aan de Sint Antoniusstraat. Tijdens informatieavonden waarop dit plan is gepresenteerd is volgens de bewoners van de Kastanjelaan de toezegging gedaan dat het pad aan de achterzijde van deze woningen met het klaarkomen van dit bouwproject vernieuwd zou worden. De bewoners geven nu echter aan dat niemand bij de gemeente meer weet dat een dergelijke toezegging ooit gedaan is. Graag horen wij van de wethouder of hij alsnog de toen gedane toezegging uit wil voeren.
Mondelinge vraag Lokale Monitor WIZ van de FNV (Van der Zanden)
Elke twee jaar verricht de FNV een grootschalig vergelijkend onderzoek naar het sociaal beleid van gemeenten, de Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg (LMWIZ). In 2012 hebben 182 gemeenten deelgenomen met in totaal 9 miljoen inwoners. Het onderzoek gaat specifiek in op de beleidsthema’s Werk, Inkomen en Zorg. De gemeente Oosterhout heeft hier in 2012 niet aan deelgenomen. Kan de wethouder aangeven wat hiervan de reden is en of de gemeente bereid is om over 2 jaar wel weer aan deze Lokale Monitor deel te nemen.
0120075 Nadere uitgangspunten afvalstoffenheffing (diftar) en de Voortgangsrapportage diftar (Van der Zanden)
Afgelopen april hebben wij in de raad gesproken over Diftar en de uitgangspunten voor de heffing. GroenLinks heeft ingestemd met de uitgangspunten en stemt nu ook in met de nadere uitwerking in het voorliggende raadsvoorstel.
In april heeft GroenLinks haar zorgen uitgesproken over de vertraging en verkorting van de gewenningsperiode en het gebrek aan communicatie over Diftar. Onze aanbevelingen over de communicatie zijn gelukkig door het college over genomen. Zowel via internet en via post zijn de burgers geïnformeerd. Dat is positief.
Wat betreft de zogenaamde gewenning aan het nieuwe systeem zijn de voorspellingen van GroenLinks helaas uitgekomen: van een goede gewenning is geen sprake. In november 2011 heeft de raad aangegeven een half jaar als gewenning te kort te vinden en is besloten de termijn van een jaar aan te houden. Een jaar later blijkt de gewenningsperiode nog maar 2,5 maand te duren en dan is die ook nog niet volledig. Want een deel van de containers is nog niet geregistreerd, de ondergrondse containers zijn nog niet allemaal geplaatst en de milieustraat is nog niet aangepast. Dit is niet wat we als raad hebben bedoeld. De argumenten die het college aandraagt betreffen vooral werkzaamheden die zij zelf niet op tijd hebben afgerond. Het eerste overzicht van de hoeveelheden afval per huishouden gaat over de maand september en zijn pas half oktober verspreid. Afgesproken was dat dit vanaf juli zou gebeuren. Het argument dat de zomermaanden niet representatief zouden zijn, is natuurlijk onzin. Dat wisten we in april ook al en bovendien zijn burgers niet helemaal gek en had dat met een toelichting van één zin bij het overzicht kunnen worden aangegeven. Burgers weten heel goed zelf wanneer ze op vakantie zijn geweest. Met dezelfde argumenten kunnen we dadelijk stellen dat oktober en november niet representatief zijn omdat er in deze maanden relatief veel meer tuinafval is. Kortom naar de mening van GroenLinks had het college beter kunnen toegeven dat zij de voorbereiding van het geheel te rooskleurig heeft ingeschat en dat daarom de gewenningsperiode niet volgens planning verloopt.
Zoals wij al in april verwachtten, is gebleken dat de gewenningsperiode vooral wordt gebruikt om de eigen voorbereiding op orde te krijgen en niet om de burgers te laten wennen aan het nieuwe systeem.
Dan heeft GroenLinks één aandachtspunt en dat betreft de mogelijkheid om grijze containers te ruilen voor containers van een ander formaat.
De kosten voor het legen van een kleine container zullen in het nieuwe systeem hetzelfde zijn als die voor een grote container. Gezien de nu ingevoerde diftar, heeft een aantal burgers de wens om hun kleine container te wisselen voor een grote. Hieraan zijn kosten verbonden. GroenLinks vindt dat deze burgers eenmalig de gelegenheid moeten krijgen om gratis hun container te wisselen en dient daarvoor een motie in. GroenLinks vindt dat de burger geen kosten hoeft te maken als gevolg van de keuze die de gemeente maakt voor een andere wijze van afvalverwijdering.
0120076 Lokale heffingen: heffingsmaatstaf rioolheffing (Van Bruchem)
In oktober 2011 heeft GroenLinks al gezegd dat ze instemt met het beginsel dat de rioolheffing afhankelijk wordt van de hoeveelheid gebruikt/geloosd water. Wij zijn het met het college eens dat het aantal medewerkers in bedrijven geen goede grondslag is voor de te betalen heffing en dat het beter is hiervoor het waterverbruik te gebruiken. Wij hebben trouwens nog van niemand gehoord die dat niet vindt en daar gaat de discussie dan ook niet over.
GroenLinks vond het voorstel dat het college in maart aan de raad voorlegde acceptabel. De discussie in maart ging over de redelijkheid van de verdeling tussen de bedrijven, waarbij de aandacht vooral ging naar de grootverbruikers, zoals de campings die door het nieuwe stelsel fors meer zouden moeten betalen.
In die discussie heeft GroenLinks gezegd open te staan voor andere alternatieven met meer draagvlak onder de bedrijven. Daarbij heeft GroenLinks een harde voorwaarde, namelijk dat de tarieven voor de burgers NIET stijgen. Het deel van de rioolheffing dat door de bedrijven wordt opgebracht staat wat GroenLinks betreft vast en het verhogen van het aandeel van de huishoudens is voor ons niet bespreekbaar.
Het is dan ook niet verbazingwekkend dat GroenLinks niet blij is met het voorstel dat nu voorligt. De stijging van de rioolheffing voor burgers is aanzienlijk, als je het vergelijkt met de heffing die de burgers in 2012 concreet betalen. Dat is voor GroenLinks niet aanvaardbaar en geen goede oplossing. In deze tijd kunnen wij niet accepteren dat de burgers meer moeten gaan betalen voor de riolering. Wij zullen dan ook zeker niet instemmen met dit raadsvoorstel. Wij vinden ook niet dat de ‘bedrijven’ meer moeten gaan betalen en dat is ook niet de discussie, al lijkt dat er soms wel op als je het zo hoort. Ook de bedrijven blijven gezamenlijk hetzelfde betalen, het gaat alleen om een meer rechtvaardige verdeling van tussen de bedrijven.
Tenslotte is door een inspreker gesteld dat de informatie waarop de gemeente de heffing wil gaan baseren niet redelijk is. De gemeente wil gebruik maken van de gegevens die het waterschap gebruikt voor de heffing verontreiniging oppervlaktewater. Hierbij zou onvoldoende rekening worden gehouden met de aanwezigheid van een gescheiden stelsel voor regenwater en het feit dat niet de gehele hoeveelheid onttrokken drinkwater daadwerkelijk op het riool wordt geloosd. Graag horen wij van de wethouder een reactie hierop en of de gemeente bereid is, eventueel te investeren in het achterhalen van meer betrouwbare gegevens.