Tijdens de raadsvergadering van 21 oktober 2008 heeft GroenLinks/D66 het woord gevoerd over de Nota Verbonden Partijen, de ontwerpbegroting van de WAVA, de Oosterhoutpas, de verbouwing van de Zandheuvelschool, het initiatiefvoorstel over starterswoningen en het teruggaan van 5 naar 4 wethouders. Er zijn schriftelijke vragen gesteld over het pand Pastoor Bressersstraat 1 en 1a en de parkeeroverlast aan de Leijsenhoek.

Mondelinge vraag over het pand Pastoor Bressersstraat 1 en 1a (Van der Zanden)

Tijdens de raadsvergadering van 24 oktober 2006 heb ik vragen gesteld over het pand aan de Pastoor Bressersstraat 1 en 1a. In de vergadering van 14 maart 2003 heeft de gemeenteraad ingestemd met het plan om zes appartementen te vestigen in de voormalige leerlooierij aan de Pastoor Bressersstraat 1 en 1a. Deze leerlooierij is op 31 december 1999 aangewezen als beschermd rijksmonument. Door de vestiging van een aantal appartementen zou de leerlooierij behouden kunnen blijven. Wethouder de Boer heeft in oktober 2006 aangegeven dat er inmiddels sprake was van plannen om deze voormalige leerlooierij te gaan verbouwen. Twee jaar later is er van deze plannen echter nog niets te merken. Kan de wethouder aangeven hoe de stand van zaken is met de bouwplannen?

Mondelinge vraag parkeeroverlast bouwverkeer Oosterheem bij Veerseweg (Van der Zanden)

Van bewoners van de Veerseweg hebben wij begrepen dat hier de laatste tijd de nodige overlast is van de vele busjes en wagens die hier in de straat geparkeerd worden t.b.v. de bouw van het nieuwe Oosterheem. Het betreft dan het beginstuk van de Veerseweg (bij het kruispunt) richting het kerkhof. Eerder is er al sprake geweest van dezelfde overlast maar dan bij het Aletta Jacobspad. Naar aanleiding van meldingen daar, wordt er nu dus blijkbaar op de Veerseweg geparkeerd.

Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende vragen aan de wethouder:

1) Is de hier geschetste overlast bekend bij het College;

2) Waarom wordt niet gebruik gemaakt van het parkeerterrein bij het Amphiaziekenhuis. Dit is toch  niet de hele dag gevuld en hierdoor ontstaat dan geen overlast in de buurt van Oosterheem door parkerend bouwverkeer? Kan de wethouder toezeggen dat deze mogelijkheid onderzocht gaat worden?

Brief Fusie Cires en prestatieafspraken (Van der Zanden)

Op 10 oktober jl. heeft het College een brief gestuurd naar de gemeenteraad over de prestatieafspraken die het College in 2006 gemaakt heeft met Cires en de gevolgen van de fusie van Cires met Zorgvoorwonen uit Sprundel hiervoor. De in 2006 gemaakte prestatieafspraken met Cires zijn door het College nooit aan de gemeenteraad voorgelegd. In de discussie rondom de nota grondbeleid hebben deze prestatieafspraken tot veel discussie geleid. Hierdoor was de raad als het ware gebonden aan gemaakte afspraken met een woningbouwcorporatie waar zij nooit goedkeuring aan had verleend.  Een belangrijk onderdeel van deze discussie was het feit dat Cires in Oosterhout als eerste in staat moet worden gesteld om betaalbare huurwoningen te bouwen (prefered supplier-schap). Het College geeft in haar brief aan dat Cires dit recht gekregen heeft omdat het haar geld alleen in Oosterhout zou gaan investeren. Vervolgens geeft het College aan dat door de fusie met Zorgvoorwonen er ook regionaal geïnvesteerd gaat worden. Voor GroenLinks/D66 is het in elk geval zo dat Cires geen prefered supplier voor Oosterhout meer kan zijn als ze haar gelden ook in de regio gaat investeren. Als we overigens zien wat er de afgelopen jaren aan betaalbare sociale huurwoningen in Oosterhout gerealiseerd is, zouden wij Cires in elk geval het advies willen geven om er eerst maar eens voor te zorgen dat dat in orde komt, voordat er allerlei avonturen in de regio ondernomen gaan worden.

Voorzitter, het is duidelijk dat er aan de fusie van Cires  met Zorgvoorwonen in Sprundel de nodige haken en ogen zitten. Het College erkent dit ook doordat ze de prestatieafspraken opnieuw vast wil gaan stellen met Cires. GroenLinks/D66 is daarom ook van mening dat voordat het College de prestatieafspraken met Cires gaat vaststellen de gemeenteraad van Oosterhout hier eerst haar mening over moet kunnen geven. Daarom dient GroenLinks/D66 de volgende motie in:

MOTIE BRIEF FUSIE CIRES EN PRESTATIEAFSPRAKEN

Ondergetekende, W.J.W.A. van der Zanden (GroenLinks/D66), raadslid voor de gemeente Oosterhout dient met verwijzing naar artikel 36 van het Reglement van orde voor de gemeente Oosterhout met betrekking tot agendapunt Lijst van Ingekomen Stukken, brief “Fusie Cires en prestatieafspraken” de volgende motie in:

De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 21 oktober 2008 en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot agendapunt Lijst van Ingekomen Stukken, brief “Fusie Cires en prestatieafspraken”:

Overwegende dat:

- Het College in haar brief van 10 oktober jl. aangeeft dat door de fusie van Cires met Zorgvoorwonen uit Sprundel Cires haar kapitaal ook regionaal gaat investeren;

- Het feit dat Cires tot nu toe haar kapitaal enkel in Oosterhout heeft geïnvesteerd een reden is geweest om Cires prefered supplier te maken voor het bouwen van betaalbare huurwoningen;

- Er hierdoor nieuwe prestatieafspraken moeten komen met Cires;

- De in 2006 met Cires gemaakte prestatieafspraken tot veel discussie hebben geleid in de gemeenteraad tijdens de nota Grondbeleid;

- De raad hierdoor als het ware gebonden was aan gemaakte afspraken met een woningbouwcorporatie waar zij nooit goedkeuring aan had verleend;

- De gemeenteraad wanneer deze prestatieafspraken met Cires opnieuw worden vastgesteld hier dus bij betrokken moet zijn.

Verzoek het College:

De gemeenteraad in staat te stellen om haar mening te geven over de nieuwe prestatieafspraken tussen de gemeente Oosterhout en Cires voordat het College deze nieuwe prestatieafspraken met Cires ondertekend.

W.J.W.A. van der Zanden (GroenLinks/D66)

0008057 Nota Verbonden Partijen (Van der Zanden)

Begrotingen en jaarrekeningen:

De afgelopen jaren bestond er naar onze mening veel onduidelijkheid over het aanbieden van begrotingen en jaarrekeningen van Verbonden Partijen aan de gemeenteraad. De ene keer gebeurde het wel, de andere keer weer niet en soms moest de raad zijn reactie nog geven en was inmiddels de begroting al vastgesteld. GroenLinks/D66 heeft hier verschillende keren in de raad op gewezen dat dit zo niet meer kan. Het College heeft in elk geval een duidelijk antwoord gegeven dat de begroting van elke gemeenschappelijke regeling voortaan zal worden aangeboden aan de gemeenteraad met het verzoek om een reactie. Wij gaan ervan uit dat dit dus voortaan gebeurd via een raadsvoorstel en niet via de lijst van ingekomen stukken. Graag zien wij dit in de definitieve versie van deze nota bevestigd.

Periodieke evaluatie:

Een van de aanbevelingen van de rekenkamer West-Brabant is om het functioneren van gemeenschappelijke regelingen periodiek te evalueren. Het College stelt vervolgens dat dit eigenlijk al gebeurd via de begrotingen en jaarrekeningen van deze GR’s en die in Oosterhout. Naar de mening van GroenLinks/D66 is er niets mis met het periodiek evalueren van gemeenschappelijke regelingen. Dit hoeft echt niet meteen te betekenen dat de gemeente ineens uit bepaalde gemeenschappelijke regelingen stapt. Het gaat er gewoon om, dat om de zoveel tijd gekeken wordt of alles nog wel op de goede manier gaat. Een gemeenteraad kan hierover enkel een goede beslissing nemen als ze dan per gemeenschappelijke regeling een goede notitie krijgt betreffende haar functioneren. In een dergelijke notitie moet dan naar onze mening in elk geval duidelijk komen te staan hoe de GR de afgelopen jaren gefunctioneerd heeft en of de doelen die gesteld zijn bij het aangaan van de GR ook echt gehaald zijn. Dus met andere woorden: Concrete doelstellingen met meetbare afspraken, zodat een periodieke evaluatie mogelijk is. Dit zal dan ook betekenen dat wanneer de doelstellingen en afspraken van een bepaalde GR niet concreet en meetbaar genoeg zijn, deze aangepast dienen te worden. Begrotingen en jaarrekeningen zijn hier niet specifiek genoeg op toegesneden. Wanneer we dit niet doen zal een dergelijke evaluatie in de praktijk niet plaats vinden en blijft alles zoals het is, totdat het een keer misgaat. De vierjaarlijkse periodieke evaluatie van Verbonden Partijen willen wij dus ook terugzien in de definitieve versie van de Nota Verbonden Partijen.

Prijscompensatie:

In Oosterhout is het beleid vastgesteld dat externe kosten niet standaard geïndexeerd worden. GroenLinks/D66 is van mening dat dit beleid ook moet gelden voor gemeenschappelijke regelingen. En dat betekent dus dat de vertegenwoordiger van de gemeente Oosterhout in het bestuur van een gemeenschappelijke regeling hier elke keer weer op aan moet dringen. Voor gemeenschappelijke regelingen moet wat GroenLinks/D66 betreft dus geen uitzondering gemaakt worden op dit gebied.

Regionale Samenwerking West-Brabant:

GroenLinks/D66 heeft zich al vaker kritisch uitgelaten over de regionale samenwerking West-Brabant. Nog steeds is er wat ons betreft sprake van een onduidelijke situatie rondom deze regionale samenwerking. Om de zoveel tijd verschijnen er bestuursopdrachten, maar verder hangt er een behoorlijke mist rondom deze regionale samenwerking. Wat zijn nu de concrete resultaten? Wat kost het allemaal precies? En hoe zit het nu eigenlijk met de democratische controle? In het raadsvoorstel wordt er nu weer over gesproken dat de 19 gemeentes uit West-Brabant materieel opdrachtgever worden van gemeenschappelijke regelingen, maar de Colleges van de 19 gemeenten blijven wel afzonderlijk formeel opdrachtgever. Snapt u het nog? En dan staat er ook nog eens dat er een onderzoek wordt ingesteld naar de stroomlijning van deze regionale samenwerking in West-Brabant. Wat er nu echt bedoeld wordt blijft onduidelijk. In de definitieve versie van de “Nota Verbonden Partijen” moet aan deze onduidelijkheid echter een eind gemaakt worden.

0008059 WAVA/!GO (Van der Zanden)

Uit de nu voorliggende ontwerpbegroting 2009 van de WAVA en de halfjaarrapportage 2008 valt op te maken dat de WAVA financieel gezien de weg naar boven heeft gevonden. Er wordt verwacht dat de tekorten in de toekomst af zullen nemen en uiteindelijk in een overschot omslaan. Verder is het resultaat van het eerste half jaar van 2008 zo’n € 110.000 negatief terwijl de begroting 2008 van een negatief jaarresultaat van ongeveer € 900.000 uitgaat. GroenLinks/D66 is wat dit betreft dus voorzichtig positief. Het blijft voor ons echter wel, eerst zien, dan geloven, dus de voorspelde positieve resultaten zullen ook daadwerkelijk gerealiseerd moeten gaan worden. De WAVA blijft wat ons betreft dus nog wel een risicoparagraaf in onze begroting.

Begroting

De nu voorliggende ontwerpbegroting is nog erg globaal. Het is wel goed, dat deze nu toch al naar de raad gezonden is, maar uiteindelijk moet de raad ook voldoende mogelijkheden krijgen om de uitgebreidere, definitieve begroting te kunnen bespreken. Ook na schriftelijke vragen hierover is het voor GroenLinks/D66 nog niet duidelijk of deze definitieve begroting enkel ter kennisname aan de raad gezonden gaat worden of dat er een raadsvoorstel bij komt. GroenLinks/D66 heeft gezien de geschiedenis bij de WAVA een voorkeur voor de laatste optie. Graag een reactie van de wethouder hierop.

Vervoer

In de ontwerpbegroting 2009 staat dat bij het besparen van kosten onder andere gekeken zal gaan worden naar de kosten op vervoersgebied. Verdere navraag leverde op dat het hier gaat om de vervoerskosten van de WSW-medewerkers. Een verdere toelichting is niet gegeven. Naar de mening van GroenLinks/D66 moet het niet zo zijn dat deze bezuinigingen ten koste gaan van de WSW-medewerkers. Wij willen hierover dan ook graag een nadere toelichting van de wethouder.

0008060 Oosterhoutpas (Van der Zanden)

De nu voorliggende raadsnota over de Oosterhoutpas is toch wel de meest bizarre nota, die ik sinds dat ik in deze gemeenteraad zit, heb zien langskomen. En ik zal u uitleggen waarom dat zo is.

Na een korte beschrijving van de geschiedenis begint het College op pagina 2 met het opnoemen van de voordelen van de Oosterhoutpas. En dat zijn er nogal wat:

“Als instrument komt de stadspas er steeds goed uit, en wordt in alle onderzoeken als meerwaarde op het minimabeleid betiteld.”

“In veel gevallen is zelfs de stadspas leidend geworden, waarbij volledige integratie van het minimabeleid in de stadspas tot stand is gekomen.”

“Elk van de partijen (gemeente, ondernemers en non-profit), heeft voordeel bij de invoering van een stadspas.”

“Het gebruik van stadspasvoorzieningen onder de doelgroep, gemiddeld rond de 70 procent is bijna drie keer zo hoog als bij andere op meergebruik gerichte regelingen.”

“De stadspas kan de toegankelijkheid van voorzieningen onder een zo breed mogelijk samengesteld publiek stimuleren.”

“De stadspas geeft de gemeente een instrument in handen, waarmee het image van de gemeente kan worden verbeterd en/of versterkt.”

“Indien er gekozen wordt voor een stadspas die (ook) koopvoordelen biedt aan de pashouder, wordt de lokale economie gestimuleerd.”

“De non-profit sector kan via de stadpas extra publiciteit genereren.”

“Ondernemers zullen binnen de gemeente zeker profiteren van de invoering van de stadspas.”

Voorzitter, dit waren allemaal citaten uit de eerste drie pagina’s van het raadsvoorstel over de Oosterhoutpas. Ik zou zelf de voordelen van de Oosterhoutpas niet beter onder woorden kunnen brengen.

Het College komt vervolgens tot de conclusie dat om stigmatisering van minima te voorkomen gekozen dient te worden voor een brede stadspas. Ook deze conclusie kan GroenLinks/D66 volledig delen. De Cliëntenraad Sociale Zekerheid heeft hier terecht op gewezen. Onderaan pagina 6 van de raadsnota staat vervolgens dat invoering van de stadspas € 142.250 structureel gaat kosten. Dit is € 42.250 meer dan het jaarlijks ter beschikking gestelde bedrag van € 100.000. Hierbij moet natuurlijk opgemerkt worden dat dit bedrag een eerste schatting was. En het komt wel vaker voor dat bij de definitieve besluitvorming een dergelijke eerste schatting wordt aangepast. Soms is het werkelijke bedrag wat meer, in andere gevallen is het wat minder. En ook daar is een oplossing voor. Want bij de jaarrekening is er € 100.000 uit het minimabeleid naar de algemene middelen gegaan. Doordat uiteindelijk € 58.000 nodig zal zijn voor extra kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, is er feitelijk nog € 42.000 over. Zonder dit besluit bij de jaarrekening zou de Oosterhoutpas dus gewoon binnen de begroting gepast hebben. Op pagina 7 staat dan nog dat er op voorhand geen zekerheid is over het draagvlak van zo’n brede pas binnen de Oosterhoutse samenleving. Onderzoek hiernaar is echter niet gedaan. Ook is er volgens het College sprake van hoge indirecte kosten. En ook dit is een argument wat naar de mening van GroenLinks/D66 geen stand houdt. Wanneer er voor gekozen zou worden om het voor de stadpas gereserveerde bedrag van € 100.000 in te zetten voor versterking van het minimabeleid worden we natuurlijk ook met allerlei indirecte kosten geconfronteerd. Want dan zullen er weer verordeningen en regelingen moeten komen wanneer er geld verstrekt gaat worden aan minima en dat moet natuurlijk ook allemaal weer gecontroleerd worden. Daarnaast weet het College naar de mening van GroenLinks/D66 ook nog niet eens wat ze met dat geld moet gaan doen. Er is toch niet voor niets bij de laatste jaarrekening € 100.000 van het minimabeleid aan de algemene reserve toegevoegd. Dat was echt niet omdat het College te veel ideeën had waar ze dit geld aan uit zou moeten geven.

Voorzitter, voordelen zijn er in overvloed en nadelen zijn er niet. Vervolgens raakt het College op pagina 7 volledig de weg kwijt. Er wordt ineens gesproken over een “duivels dilemma” en evidente en moeilijk te repareren nadelen die aan de stadspas kleven. Waarom het College dit vindt wordt totaal niet duidelijk uit de raadsnota en ook aanvullende schriftelijke vragen scheppen geen helderheid. De enige reden die wij konden verzinnen is dat er misschien bij het opstellen van deze raadsnota wat verkeerd is gegaan bij het knippen en plakken?

Voorzitter, voor GroenLinks/D66 is het heel duidelijk. De Oosterhoutpas moet er gewoon komen en de argumenten waarom hij er moet komen, die staan allemaal in deze raadsnota.

0008064 Herbestemming Zandheuvelschool (Velds)

Voorzitter, in uw toelichting naar aanleiding van de informatieavond geeft het college aan dat de raad gevraagd wordt om een krediet van 700 000 euro voor de verbouwing van de Zandheuvelschool. Niet meer en niet minder wordt daarbij vermeld. Dit is natuurlijk niet waar. Door de verbouwing te realiseren worden er onomkeerbare zaken in gang gezet. Het gevolg is eigenlijk dat gelijktijdig een soort museumbeleid van de grond komt. De gemeente gaat namelijk via een omweg de huisvesting van het Speelgoedmuseum volledig verzorgen en dat is een breuk met het tot nu toe gevoerde beleid. En dan komen er een groot aantal vragen op de raad af. Dat begint met de vraag of de gemeente wel ongeveer 100.000 euro per jaar uit zou moeten geven aan de instandhouding van het Speelgoedmuseum. Als men naar de subsidie per bezoeker kijkt ligt dat nogal hoog. Kan de wethouder aangeven waarom het college in tegenstelling tot het bestaande beleid nu opeens deze uitgaven wel verantwoord vindt? Bovendien vindt GroenLinks/D66 het vreemd dat nu opeens zo'n tijdsdruk op de verhuizing staat. Kan het college aangeven hoe het Speelgoedmuseum tot de conclusie is gekomen, dat hun huidige pand per augustus volgend jaar verlaten kon worden. Wij kunnen ons niet anders voorstellen dat zij door informatie uit het gemeentehuis op dat idee zijn gebracht. Dat wil zeggen, dat het college de kans dat de raad nee tegen dit voorstel kon gaan zeggen niet serieus genomen heeft. En zeker de moeite niet genomen heeft om de gevolgen van de verplaatsing, maar ook het beschikbaar houden van de Schervenheuvel, voldoende uit te werken. Terwijl daar toch voldoende gelegenheid voor is geweest. Met andere woorden het volledige overzicht is kennelijk niet zo belangrijk. Het wekt op zijn minst de indruk van ongecoördineerd hap-snap beleid. De volgende vraag die toch ondanks eerdere beslissingen bij ons op komt is wil het college de Zandheuvelschool nu zo graag in bezit houden, dat het Speelgoedmuseum daarvoor echt verplaatst moest worden en dat overnemen van de huisvestingskosten aan de Sint Vincentiusstraat veel goedkoper was geweest. En dat roept weer de vraag op of de huisvestingskosten die nu aan het Speelgoedmuseum toebedeeld zijn wel redelijk zijn. Het überhaupt in standhouden van de Zandheuvelschool is een keuze op zich. Ook wat dit betreft geen echte duidelijkheid dus, met als gevolg dat we een soort stedelijk museum in Oosterhout krijgen. En dan is het nog niet helder waarom de voormalige school als Huis van Erfgoed door het leven zou moeten gaan, als niet duidelijk is wat er verder in ondergebracht kan worden. Voorzitter, het lijkt er op dat de hamvraag vanavond is: willen we het Speelgoedmuseum behouden voor Oosterhout. Op die vraag heeft GroenLinks/D66 altijd ja geantwoord. Maar het college heeft er nu zo'n warboel van gemaakt, dat het in dit geval echt een duivels dilemma is geworden, om maar eens een kreet te gebruiken. Vooral omdat het in standhouden van het Speelgoedmuseum de ondergang van het museum Oud-Oosterhout kan betekenen en dat is iets waar wij niets voor voelen, maar daar zullen we bij de begrotingsbehandeling op terug komen. Conclusie: wij worden eigenlijk gedwongen om een gevoelsmatige beslissing te nemen. Dat zou niet nodig moeten zijn, maar GroenLinks/D66 is in eerste instantie geneigd om in te stemmen met het voorstel., toch wachten we de antwoorden van de wethouder af alvorens definitief een besluit te nemen. Overigens nog een opmerking: we hebben niet te maken met het omgekeerde van de Oosterhout Pas. Daar een uitstekend voorstel met een foute conclusie, hier een slecht voorstel met een goede conclusie.

0008066 Initiatiefvoorstel Starterswoningen (Velds)

GroenLinks/D66 kan het initiatiefvoorstel van de Partij Van De Arbeid volledig onderschrijven wat betreft het gestelde doel. Ook onze fractie vindt dat koopwoningen bereikbaar moeten zijn voor starters op de woningmarkt en mensen met lagere inkomens. Toch zetten wij bij dit voorstel een groot aantal vraagtekens. Allereerst staat in de nota dat nieuwbouw van starterswoningen mogelijk wordt gemaakt door extra financiële prestaties van gemeente en woningbouwcorporatie of ontwikkelaar. Zou het niet zo kunnen zijn dat corporaties en ontwikkelaars juist huiverig worden om starterswoningen te bouwen, omdat ze tegelijkertijd gevraagd wordt om een lening te verstrekken van 20.000 euro? Daarnaast wordt uit de nota niet duidelijk of corporaties en ontwikkelaars, zeker in deze ongewisse financiële tijden, genegen zijn om aan dergelijke constructies mee te werken. Voorzitter, de Partij Van De Arbeid heeft in allerlei toelichtingen prachtige rekenvoorbeelden gegeven hoe de leningen worden verstrekt en hoe dan uiteindelijk de geleende bedragen weer terugkomen bij gemeente en ontwikkelaar. Het is echter onduidelijk voor GroenLinks/D66 wat er gebeurt als het onverhoopt mis mocht gaan. Kan de heer Louwen ons duidelijk maken hoe het geld dan terugkomt bij gemeente en corporatie of ontwikkelaar? Is het niet zo dat dan eerst de hypotheekverstrekker zijn rechten zal laten gelden? In het voorstel komt dit niet naar voren. Ook blijft na antwoord op schriftelijke vragen voor ons onduidelijk wat de verhouding tot de al bestaande startersregeling is. GroenLinks/D66 heeft de indruk dat als een starterswoning wordt doorverkocht en de renteloze leningen over gaan naar de nieuwe koper, deze nieuwe koper ook nog een beroep kan doen op de reeds bestaande regeling. Is dit ook de bedoeling van de Partij Van De Arbeid en het laat de vraag open of deze regeling alleen bestemd is voor nieuwbouw of ook voor bestaande woningen. Wat weer de vraag oproept of de regeling uiteindelijk het bedoelde effect krijgt dat er meer starterswoningen zullen worden gebouwd. Al met al wekt het voorstel de indruk dat het onvoldoende uitgewerkt is. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het antispeculatiebeding en de definities van starters blijven zelfs in het ongewisse. Maar misschien is de Partij Van De Arbeid in staat om ons van het tegenovergestelde te overtuigen. Vooralsnog blijven wij van mening dat beter bij de behandeling van de grondnota via de grondprijzen de bouw van starterswoningen gestimuleerd had kunnen worden. Maar de Partij Van De Arbeid heeft toen naar ons gevoel de kansen voorbij laten gaan en lijkt nu via een ingewikkelde constructie dat te willen herstellen. Wij wachten de antwoorden af, want als het mogelijk is zullen we het voorstel graag ondersteunen, omdat GroenLinks/D66, zoals we al meldden, het doel onderschrijven.

0008067 Vermindering aantal wethouders (Van der Zanden)

Normaal gesproken had de gemeenteraad vanavond het voorstel gekregen om een nieuwe wethouder namens de fractie van Groen Brabant te benoemen. En het is toch wel een ongeschreven wet in de politiek dat een partij wiens wethouder door omstandigheden wegvalt een nieuwe kandidaat naar voren schuift en dat deze nieuwe kandidaat vervolgens door de gemeenteraad benoemd wordt. GroenLinks/D66 heeft altijd aangegeven dat vier wethouders voor een gemeente van de omvang als Oosterhout voldoende is. Ondanks dat zou GroenLinks/D66 ingestemd hebben met het benoemen van een nieuwe wethouder namens de fractie van Groen Brabant. Wij vinden het niet kies om het overlijden van een wethouder aan te grijpen om van vijf naar vier wethouders terug te gaan.

Voorzitter, er gebeurde echter iets anders. Gemeentebelangen heeft geprobeerd om politieke munt te slaan uit het overlijden van wethouder Gerbrands en ten koste van Groen Brabant een tweede wethouder in het College te krijgen. Politiek en menselijk gezien uitermate onfatsoenlijk. Een andere beschrijving is er niet voor. Gelukkig is Gemeentebelangen in zijn opzet niet geslaagd, doordat de PvdA binnen de coalitie dwars is gaan liggen en de VVD die in eerste instantie Gemeentebelangen ondersteunde, deze steun niet heeft doorgezet. Gemeentebelangen heeft gegokt en heel terecht verloren.

Voorzitter, dan ligt er nu een raadsnota waarin het College aangeeft waarom er best met vier wethouders doorgegaan kan worden. Als reden wordt gemeld dat de versterking van het management inmiddels zijn vruchten begint af te werpen. Hierdoor is er versnelling in bestaande projecten gekomen en kunnen de leden van het College weer wat meer op afstand komen te staan. Ook zal de komende anderhalf jaar vooral in het teken staan van uitvoering van eerder door raad en College vastgesteld beleid. GroenLinks/D66 wil het College hier graag in geloven, maar eigenlijk klopt dit natuurlijk niet want al deze dingen waren ook gebeurd als wethouder Gerbrands niet overleden was of Gemeentebelangen zijn zin had gekregen en mevrouw Janse wethouder namens Gemeentebelangen was geworden. En hadden we dan ook een raadsnota gekregen om het aantal wethouders van vijf naar vier te verminderen? Natuurlijk niet. Deze raadsnota is dus met andere woorden een schoolvoorbeeld van het toe redeneren naar een al vaststaand besluit.

Voorzitter, omdat het College in deze raadsnota maar heel globaal ingaat op de redenen om met vier wethouders door te gaan, blijven er voor GroenLinks/D66 de volgende vragen:

1) Kan het college aangeven welke resultaten het College van B & W tot februari 2008 geboekt heeft?

2) Kan het college bevestigen dat in februari 2008 de top van het ambtelijk apparaat op volle sterke was zoals bedoeld bij de laatste herschuivingsvoorstellen?

3) Kan het college aangeven waarom na het vertrek van wethouder Oolhorst nog niet kon worden besloten om door te gaan met vier wethouders?

4) Wat is er sinds februari 2008 veranderd waardoor het nu wel mogelijk is de stad verder met vier wethouders te besturen terwijl u weet dat over enkele maanden ook de ervaren voorzitter van het College van B & W zal wegvallen?

5) Kan het college aangeven of er een aantal van de ambitieuze projecten zoals genoemd in het Politiek Akkoord 2006-2010 nu een lagere prioriteit krijgen en kunt u deze benoemen?

6) Indien volgens u alles uit het Politiek Akkoord 2006-2010 gewoon kan worden uitgevoerd, is dan de conclusie gerechtvaardigd dat de wethouders 20 procent meer uren moeten gaan draaien of 20 procent effectiever kunnen werken dan tot nu toe het geval was?