Tijdens de raadsvergadering van 17 februari 2009 heeft GroenLinks/D66 mondelinge vragen gesteld over het electronisch bezwaar maken tegen de gemeentelijke belastingen. GroenLinks/D66 heeft het woord gevoerd over de evaluatie van het minimabeleid, de toegankelijkheid van Openbare Gebouwen, de verordening onderwijshuisvesting Oosterhout en de verordening langdurigheidstoeslag.

Mondelinge vraag electronisch bezwaar maken tegen gemeentelijke belastingen (Velds)

Dank u wel. Op de achterzijde van het biljet gemeentelijke belastingen waar onder andere de OZB op staat vermeld. Staat dat het met ingang van 2009 niet meer mogelijk is om bezwaar te maken door middel van een e-mail. Met in het achterhoofd de insteek dat de overheid juist gebruiksmogelijkheden via internet dient te bevorderen, lijkt dit een stap achteruit. Kan de wethouder daarom aangeven, wat de reden is waarom bezwaar via e-mail onmogelijk is gemaakt? Is de wethouder het met GroenLinks/D66 eens dat een eenvoudige wijze om bezwaar aan te tekenen op deze wijze verdwijnt? Kan de wethouder begrijpen dat dit bij bezwaarmakers reactie oproept dat de gemeente het kennelijk moeilijker wil maken om bezwaar aan te tekenen? Is het de bedoeling om in de toekomst dus het bezwaar, via e-mail niet meer in te voeren en een dus wat ouderwetse behandeling te handhaven?

0009009 Actualisatie minimabeleid (Van der Zanden)

Voorzitter, in het verleden hebben wij al verschillende keren aandacht besteed aan het niet-gebruik van regelingen, die bedoeld zijn voor de minima. In de nu voorliggende actualisatie van het minimabeleid wordt eigenlijk niet echt ingegaan op maatregelen om het niet-gebruik van voorzieningen tegen te gaan. Enkel algemene zaken zoals een “proactieve houding in contacten met de burger” worden genoemd, concreet wordt het nergens. De zorgen die GroenLinks/D66 al vaak heeft uitgesproken over dit onderwerp worden naar onze mening bevestigd in het rapport “Op zoek naar wel – gebruik” dat als bijlage bij deze raadsnota zit. En in dit rapport wordt duidelijke taal gesproken over een aantal zaken betreffende het niet gebruik van regelingen voor minimabeleid:



•    De langdurigheidstoeslag, de vergoeding voor kosten om aan het dagelijkse leven te kunnen deel nemen en de tegemoetkoming bij chronische ziekte/handicap/ouderen is bij 20% van de ondervraagden bekend. Andere gemeentes hebben scores van rond de 50%;

•    Ondervraagden spreken over te lange wacht- en doorlooptijden en een verloop van de aanvraagprocedure dat niet altijd vooraf duidelijk is;

•    “De tijd die in het loket aan een klant besteedt kan worden, is vaak te kort om breed genoeg op de vraag in te gaan en de klant voldoende te informeren over andere relevante regelingen.”;

•    “Bij de aanwezige maatschappelijke organisaties bestaat de indruk dat cliënten door consulenten ontmoedigd worden om een beroep op de regelingen te doen; men maakt melding van afgewimpeld te worden. Tevens bestaat de ervaring en de indruk dat de consulenten de cliënten er persoonlijk op aanspreken dat zij in een situatie verkeren waarin een beroep op inkomensondersteuning gedaan moet worden:

•    Het maken van een afspraak met de ouderenadviseur van Merites wordt als omslachtig beschouwd.



Het zal duidelijk zijn dat de bovenstaande opmerkingen uit het rapport “Op zoek naar wel – gebruik” voor zichzelf spreken. GroenLinks/D66 accepteert wat betreft het niet-gebruik van voorzieningen door minima dus geen algemene opmerkingen meer in het kader van: “we gaan er aan werken”. De suggesties waar het College de raad om verzoekt zijn te vinden in hoofdstuk 8 van het zo juist genoemde rapport. Het zijn er 36 en dat lijkt ons op dit moment wel voldoende. Bij de definitieve versie van het minimabeleid willen wij een concreet plan van aanpak zien, waarin de suggesties uit het rapport “Op zoek naar wel – gebruik” zijn verwerkt.

MOTIE EVALUATIE MINIMABELEID



Ondergetekende, W.J.W.A. van der Zanden (GroenLinks/D66), raadslid voor de gemeente Oosterhout dient met verwijzing naar artikel 36 van het Reglement van orde voor de gemeente Oosterhout met betrekking tot agendapunt 0009009 Evaluatie Minimabeleid de volgende motie in:



De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 17 februari 2009 en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot agendapunt 0009009 Evaluatie Minimabeleid:



Overwegende dat:

-    In het rapport “Op zoek naar wel – gebruik” een aantal oorzaken worden genoemd voor het niet-gebruik van voorzieningen voor minima in Oosterhout;

-    In het rapport “Op zoek naar wel – gebruik” in hoofdstuk 8 concrete aanbevelingen worden gedaan om het niet-gebruik van voorzieningen voor minima in Oosterhout terug te dringen;

-    Een goed gebruik van de voorzieningen voor minima leidt tot een effectiever minimabeleid;

-    In de huidige versie van de “evaluatie minimabeleid” nauwelijks wordt ingegaan op het niet-gebruik van voorzieningen voor minima in Oosterhout.



Verzoekt het College:

Bij de definitieve versie van de “evaluatie minimabeleid” te komen met een concreet plan van aanpak om het niet-gebruik van voorzieningen voor minima in Oosterhout terug te dringen en hierin de suggesties uit hoofdstuk 8 van het rapport “Op zoek naar wel – gebruik” te verwerken.



W.J.W.A. van der Zanden (GroenLinks/D66)

Voorzitter, dan zullen wij nu ingaan op het gemeentelijke minimabeleid in de toekomst. Hierbij zullen wij de lijn van het College volgen en ons dus puur op de inhoud van het beleid richten.



Doelgroep van het gemeentelijk minimabeleid:

GroenLinks/D66 is voorstander van een methode waarbij op basis van een percentage van het minimum wordt bepaald wie onder het gemeentelijk minimabeleid valt. Hierdoor wordt dan automatisch een inflatiecorrectie toegepast. GroenLinks/D66 maakt hierbij de politieke keuze van een percentage van 120% van de geldende bijstandsnorm. Dit zal dus betekenen dat ook mensen met andere “lage” uitkeringen dan een bijstandsuitkering binnen het gemeentelijk minimabeleid gaan vallen en dat dit ook voor een groep werkende mensen gaat gelden. En ook dat laatste is precies het doel van onze keuze. Want de regel dat werk een mogelijkheid is om uit de armoede van een uitkering te ontsnappen, iets wat de laatste jaren vaak gezegd wordt, blijkt steeds minder vaak op te gaan. Uit allerlei onderzoeken blijkt duidelijk dat de klasse van werkende armen ook in Nederland groeit. Mensen, die fulltime werken, maar desondanks op een zeer laag inkomensniveau blijven.



De aanpassing van de huidige doelgroep van het minimabeleid zal automatisch moeten leiden tot een aanpassing van de huidige draagkrachtregels en de regels van de collectieve ziektekostenverzekering. Ook hier kiezen wij voor de methode van percentages in plaats van bedragen.



Categoriale inkomensondersteuning voor ouderen:

Hierbij zijn wij een voorstander van het alsnog openstellen van de categoriale regeling voor chronisch zieken en gehandicapten voor ouderen. Eventueel is ook een afzonderlijke categoriale regeling voor ouderen mogelijk als dit praktisch gezien handiger is.



Ondersteuning van kinderen:

Op het gebied van de ondersteuning van kinderen dient naar de mening van GroenLinks/D66 een uitbreiding plaats te vinden betreffende het verstrekken van computers voor kinderen uit het voortgezet onderwijs. In de huidige tijd is het gewoon simpelweg onmogelijk om in het onderwijs mee te komen als je geen computer ter beschikking hebt.



Deelname sociaal culturele activiteiten:

Wat betreft de Oosterhoutpas moet GroenLinks/D66 opnieuw constateren dat het wel erg lang gaat duren. In de raadsnota uit oktober werd nog gemeld dat het slechts twee maanden zou duren voordat de Oosterhoutpas ingevoerd zou kunnen zijn. We zijn nu 4 maanden verder en er is nog steeds niets concreets duidelijk. Wij beginnen ons geduld nu echt te verliezen. Wil het College de Oosterhoutpas misschien niet. Want naar de mening van GroenLinks/D66 is juist de Oosterhoutpas een wezenlijk onderdeel van het minimabeleid. Of moeten we misschien met een motie van afkeuring gaan dreigen?



Voorzitter, dan de laatste punten die overblijven. Wat betreft de schuldhulpverlening verwachten wij van de gemeente een actieve rol. Op het gebied van leenbijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt nu gesproken over het verstrekken van deze goederen om niet als er van bijzondere omstandigheden sprake is. In de definitieve versie van het minimabeleid vinden wij dat er van een duidelijke en tevens ruime omschrijving sprake dient te zijn.



0009010 Toegankelijkheid Openbare Gebouwen (Van der Zanden)

Voorzitter, het mag duidelijk zijn dat GroenLinks/D66 het eens is met het dit raadsvoorstel over de Toegankelijkheid van Openbare Gebouwen en dat zo snel mogelijk moet worden begonnen met het aanpassen van Openbare Gebouwen, die op dit moment niet voor alle inwoners van Oosterhout toegankelijk zijn. Het College stelt in deze raadsnota dat het Gehandicaptenplatform Oosterhout (GPO) betrokken is bij de totstandkoming van dit raadsvoorstel. Graag horen wij van de wethouder op welke momenten met het GPO is overlegd.



Voorzitter, naar aanleiding van de gemaakte rapportages, hebben ons van verschillende richtingen signalen bereikt, dat de rapportages niet overal volledig zijn en ook missen wij op dit moment een prioriteitenlijst van zaken die echt als eerste aangepakt dienen te worden en zaken die nog wel even kunnen wachten. Waarom is hierover al geen overleg gevoerd met het GPO zodat de raad deze resultaten nu ook had kunnen zien?



Een aantal van deze zaken willen wij hier nu toch even noemen:

•    Zo valt uitgankelijkheid van gebouwen niet onder de ITS-normen. Hier is dus ook niet op gecontroleerd in het rapport. Een voorbeeld hiervan is de nooduitgang bij Jongerencentrum De Wieken. Deze heeft een hoogte van 50 centimeter. In het rapport is hier niets over terug te vinden;

•    Het nieuwe gebouw van de Touwbaan is niet onderzocht;

•    Het nieuwe politiekantoor, wat recent gebouwd was in eerste instantie niet goed toegankelijk voor gehandicapten. Inmiddels zijn hier de nodige aanpassingen gebeurd. Het gebouw van de regiopolitie er naast is echter nog steeds niet goed toegankelijk, Als je na 5 uur bv. aangifte moet doen, moet je wel naar dit gebouw toe. In de rapportages is het gebouw van de regiopolitie niet meegenomen;

•    Uit een brief van de VBO blijkt dat er in het Oostquartier wel een ringleiding aanwezig is, maar dat deze niet goedgekeurd is. Het eerste staat wel in de rapportages, het tweede niet.



Voorzitter, wanneer aan de slag gegaan wordt met het aanpassen van de openbare gebouwen, zal dit in nauw overleg met het GPO moeten gaan plaatsvinden. Het GPO is goed op de hoogte van de situatie en zal de gemeente voldoende tips kunnen geven over zaken, die echt meteen aangepast moeten worden en zaken, die nog wel even kunnen wachten. Op deze manier heeft GroenLinks/D66 er alle vertrouwen in dat zo per locatie kan worden bepaald wat echt noodzakelijk is. Graag horen wij van het College op welke manier zij het GPO gaat betrekken bij het aanpassen van de openbare gebouwen in Oosterhout aan de hand van de nu voorliggende rapportages. Indien nodig zullen wij hierover in tweede termijn een motie indienen.



Voorzitter, dan nog een andere opmerking over toegankelijkheid, die weliswaar niet over openbare gebouwen gaat, maar wel van belang is. Ook met Cires zijn er afspraken gemaakt over de toegankelijkheid van hun woningen. Het gaat hier dan bv. over de toegankelijkheid van appartementencomplexen voor gehandicapten. Deze afspraken dienen wat GroenLinks/D66 betreft nog maar eens goed bekeken te worden omdat wij duidelijke signalen hebben dat niet altijd aan deze afspraken gehouden wordt. Wij hebben in elk geval al een concreet voorbeeld van iemand, die uiteindelijk niet naar een nieuw appartement verhuisd is omdat hij zijn scootmobiel daar niet kwijt kon.



0009013 Verordening langdurigheidstoeslag (Van der Zanden)

Voorzitter, per 1 januari 2009 hebben de gemeenten meer vrijheid gekregen betreffende het vaststellen van de langdurigheidstoeslag. De kern van de langdurigheidstoeslag is het ondersteunen van mensen, die langdurig zijn aangewezen op een laag inkomen. Door de grotere gemeentelijke vrijheid bij het vaststellen van de langdurigheidstoeslag zal uiteindelijk de gemeenteraad dus moeten bepalen wat bedoeld wordt met de begrippen “langdurig” en “laag inkomen”. Voor 1 januari 2009 was landelijk vastgelegd dat de langdurigheidstoeslag enkel bedoeld was voor personen zonder arbeidsmarktperspectief, die gedurende een periode van 5 jaar een inkomen op het sociaal minimum hebben gehad. Vanaf 1 januari 2009 wordt enkel nog maar gesproken over de begrippen “langdurig”, “laag inkomen” en “het uitzicht op inkomensverbetering”.



Bij het opnieuw vaststellen van de verordening langdurigheidstoeslag zijn voor GroenLinks/D66 een aantal zaken van belang:



1) Langdurig

Het begrip “langdurig” wordt in deze verordening ingevuld als een periode van 36 maanden waarin iemand een laag inkomen heeft gehad. Ten opzichte van de huidige situatie waar nog sprake is van en periode van 60 maanden is dit een duidelijke en terechte verbetering, die volledig de instemming van GroenLinks/D66 heeft.

2) Laag inkomen;

Een laag inkomen is in de verordening een inkomen dat niet hoger is dan 101% van de bijstandsnorm. GroenLinks/D66 maakt hier echter de politieke keuze om een laag inkomen te definiëren als een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de bijstandsnorm. Wij denken hier bijvoorbeeld aan de groep mensen met een WAO-uitkering, die maar niet boven de bijstandsnorm ligt. Ook hier is er duidelijk sprake van een groep, die langdurig met een laag inkomen te maken heeft en waarbij over het algemeen geen uitzicht is op inkomensverbetering. Voor GroenLinks/D66 is het dan ook niet meer dan redelijk dat de langdurigheidstoeslag ook wordt opengesteld voor mensen met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm. Het College geeft in haar raadsnota echter aan dat het hanteren van een grens van 110% zorgt voor uitsluiting van 65-plussers en dus in strijd is met het verbod op leeftijdsdiscriminatie. Hierbij moeten oorzaak en gevolg echter niet uit elkaar gehaald worden. De oorzaak is dat de wetgever in Den Haag heeft vastgesteld dat de langdurigheidstoeslag niet mag worden uitgekeerd aan personen boven de 65 jaar. De redenering van het College volgend betekent dus dat er in Den Haag een wet is aangenomen, die in strijd is met het verbod op leeftijdsdiscriminatie. Den Haag is dus feitelijk onwettig bezig. Als feit blijft echter staan dat het voorstel dat wij vanavond zullen doen om te gaan tot een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm past binnen de mogelijkheden die de WWB de gemeentes op dit moment geeft. Personen onder de 65 jaar met een inkomen tussen de 100 en 110% van de bijstandsnorm moeten wat ons betreft niet de dupe worden van de onwettige keuze door de regering in Den Haag. Wanneer de huidige landelijke wetgeving rondom de langdurigheidstoeslag echt niet is toegestaan zal dit vanzelf volgen uit een proefproces. En dan ontstaat een nieuwe situatie en zullen we als gemeente eventueel een nieuwe keuze dienen te maken betreffende de langdurigheidstoeslag. GroenLinks/D66 zal samen met de SP dan ook een amendement indienen om een inkomensgrens van 110% van de bijstandsnorm te gaan hanteren.

3) Het uitzicht op inkomensverbetering;

In artikel 2, lid 2 staat dat er geen recht is op de langdurigheidstoeslag als een persoon een voltijd dienstverband heeft of het perspectief heeft op een voltijd dienstverband. En vooral dat laatste roept bij GroenLinks/D66 nog wat vragen op. Wanneer is er sprake van een perspectief op een voltijd dienstverband? Is dat per definitie als iemand in de bijstand geen ontheffing heeft van arbeidsverplichtingen, maar geen fulltime werk kan vinden. Graag een concrete reactie van de wethouder, want het moet niet zo zijn dat op deze manier, personen die toch langdurig een minimum inkomen hebben telkens van de langdurigheidstoeslag worden uitgesloten omdat ze een deel van hun inkomen verdienen door deeltijd werk.

4) Gedeeltelijke toeslag;

In artikel 3, lid 4 wordt opgemerkt dat een persoon met een inkomen dat wat hoger is dan het inkomen dat in deze verordening is vastgelegd toch nog een gedeeltelijke toeslag kan krijgen. Prima, wat GroenLinks/D66 betreft. Wel vragen wij ons overigens af of dit in het verleden wel eens gebeurd is, want zoals we bij het minimabeleid hebben aangegeven schort het in Oosterhout nogal aan de houding van de consulenten.



AMENDEMENT LANGDURIGHEIDSTOESLAG



Ondergetekenden, W.J.W.A. van der Zanden (GroenLinks/D66) en Frans Huijsmans (SP), raadsleden voor de gemeente Oosterhout dient met verwijzing naar artikel 37 van het Reglement van orde voor de gemeente Oosterhout met betrekking tot agendapunt 0009013 Verordening langdurigheidstoeslag het volgende amendement in:



De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 17 februari 2009 en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot agendapunt 0009013 Verordening langdurigheidstoeslag:



Besluit:



In artikel 2, lid 1, sub a. het percentage van 101% te vervangen door 110%.



W.J.W.A. van der Zanden (GroenLinks/D66) 



F. Huijsmans (SP)