Het College van B&W maakt voor de uitvoering van een aantal belangrijke aspecten van het sociaal culturele beleid in Oosterhout gebruik van de diensten van de welzijnsorganisatie Merites. Deze organisatie kenmerkt zich onder andere door haar monopoliepositie en het werken op basis van outputfinanciering. Merites presenteert elk jaar een jaarverslag als apart katern in het Weekblad Oosterhout. Daarnaast wordt ook elk jaar een jaarrekening opgesteld, vergezeld van een accountantsverklaring. Met behulp van deze documenten is het echter voor ons als raadsleden onmogelijk om een goed zicht te krijgen op de feitelijke output, c.q. het geleverde rendement.

Zo wordt bijvoorbeeld in de accountantsverklaring behorende bij de jaarrekening van Merites uit 2003 opgemerkt, dat er de mogelijkheid bestaat om bij wanprestatie gelden terug te vorderen, maar wordt er geen inhoudelijk oordeel geveld over de geleverde prestaties. Met andere woorden: de schijn wordt gewekt dat het werk geleverd is zonder het daadwerkelijk inhoudelijk te toetsen. Ook heeft de gemeenteraad nog nooit enige verantwoording gezien in de manier waarop het bedrag van € 1,7 miljoen, dat jaarlijks vanuit de gemeente Oosterhout naar Merites gaat, wordt besteed.

Als voorbeeld kunnen we hier het beleid m.b.t. tot allochtone doelgroepen noemen.

1. Uit het outputcontract 2003 - 2005 volgt dat er door de gemeente gelden ter beschikking worden gesteld ten behoeve van allochtone doelgroepen. Hier betreft om gelden m.b.t. Mare Nostrum (€ 22.000) en Mozaïek (€ 85.496). Ook worden er door de gemeente gelden verstrekt voor b.v. een jongerenbus (€ 31.248) en algemeen maatschappelijk beleid.

2. De positie van Mare Nostrum is onduidelijk. Is Mare Nostrum nu formeel gesloten door de gemeente of niet?

3. Het welzijn van de etnische minderheden lijkt aandacht te krijgen, maar niemand binnen de doelgroep kent het werk - dus activiteiten - van de betrokken welzijnswerker. Wat is dan de output?

4. Er rijdt een jongerenbus rond. Uit vragen bij de allochtone doelgroep blijkt, dat hier deze bus amper bekend is en dan meestal nog van horen zeggen.

Naar aanleiding hiervan stellen wij de volgende vragen:

1. Hoe wordt bepaald wat de output van Merites is op de hierboven genoemde beleidsterreinen (Mare Nostrum, Mozaïek, Jongerenbus en algemeen maatschappelijk werk) in de jaren 2002 tot en met 2004?

2. Kan het College aangeven welke activiteiten op bovengenoemde beleidsterreinen (Mare Nostrum, Mozaïek, Jongerenbus en algemeen maatschappelijk werk) in de jaren 2002 tot en met 2004 hebben plaatsgevonden, wat de resultaten zijn, wat de kosten zijn en in welke mate deze kosten overeenkomen met de bedragen, die hiervoor in het outputcontract met Merites zijn bepaald?

3. Hoe stelt het College vast of de door Merites geleverde output voldoende dan wel onvoldoende is op de bovengenoemde beleidsterreinen?

4. Op welke manier betrekt het College de allochtone doelgroepen bij de evaluatie van het beleid van Merites op de bovengenoemde beleidsterreinen?

5. Op welke manier maakt het College bij het weer opnieuw opstellen van een outputcontract met Merites de afweging om de uitvoering van beleid op een bepaald beleidsterrein wel of niet aan Merites te geven? Worden bijvoorbeeld ook andere organisaties uitgenodigd om met voorstellen te komen?

6. Als blijkt dat anderen bereid en in staat zijn meer en betere output te leveren voor allochtone doelgroepen, maar welke activiteiten dan ook, die gericht zijn op een grotere mate van integratie, is het College dan bereid haar beleid in deze te herzien en deze activiteiten niet meer als vanzelfsprekend door Merites te laten uitvoeren?

7. Kan het College een waardering te geven voor het namens haar gevoerde beleid m.b.t. tot de doelgroepen 'etnische minderheden' door Merites? Zo, ja wat is deze waardering dan?