Nog maar afgelopen woensdag werd de gemeenteraad ambtelijk - door de secretaris van de monumentencommissie en één andere ambtenaar - geïnformeerd over alle voorgenomen ontwikkelinitiatieven in De Heilige Driehoek.

Bij de genoemde initiatieven was niet betrokken het pand en perceel Leijsendwarsstraat 6. Vanaf 19 augustus valt op de website www.funda.nl te lezen dat dit onroerend goed te koop is. En tot onze verbazing lezen wij daar ook:
Citaat: “Ontwikkelingslocatie voor maximaal drie woningen (gemeente is ambtelijk positief. Bestemmingsplanprocedure moet hiervoor nog wel doorlopen worden. Huidige bestemming Wonen met 1 woning in Agrarisch gebied)…..Een prachtige ontwikkelingslocatie voor maximaal drie woningen op een perceel van maar liefst 16.295 m2. Uniek object met prachtig uitzicht over het polderlandschap. Het perceel is gelegen in “De Heilige Driehoek” van Oosterhout, op de hoek van de Leijsenstraat en de Leijsendwarsstraat nabij culturele abdijen….Het object bestaat uit een voormalige boerderij (gemeentelijk monument) met woongedeelte in authentieke staat….Twee vrijstaande Vlaamse schuren…..” en “voor de liefhebber zou mogelijk gelegenheid zijn om het object uit te breiden met extra wooneenheden (tot maximaal totaal 3 wooneenheden op het bestaande erf), maar dit dient door de koper zelf nog aangevraagd te worden bij de gemeente Oosterhout. 
De huidige eigenaar heeft inmiddels wel een principe verzoek bij de gemeente ingediend. Hier is nog geen antwoord op gekomen”. 

Met in het achterhoofd de discussie die afgelopen woensdag ontstond, waarbij meerdere fracties aangaven zeer gehecht te zijn aan de waarde van het ‘beschermd stads- en dorpsgezicht’ van De Heilige Driehoek en de conserverende status die dat zou moeten opleveren, stellen wij u de volgende vragen:
1.    Ervan uitgaande dat uw college bekend is met de voorgenomen verkoop van bedoeld object door de eigenaar willen wij graag van u horen of het inderdaad zo is, dat ambtelijk positief is gereageerd op een mogelijke ontwikkellocatie voor maximaal drie woningen? En als dat zo is, welk bericht is dan in dit geval aan betreffende eigenaar meegegeven?
2.    Wat gaat het antwoord zijn van het college op het principeverzoek dat zou zijn ingediend volgens de informatie op genoemde website? 
3.    Als dat antwoord inmiddels gegeven is aan de huidige eigenaar, hoe luidde dat dan?
4.    Nu de ambtelijke opstelling ons inmiddels duidelijk is geworden, namelijk een meegaande en positieve benadering van bouwinitiatiefnemers terwijl (de meeste) voorgenomen bouwontwikkelingen in strijd zijn met het geldende bestemmingsplan én de conserverende status van het gebied duidelijk is, willen wij graag van het college horen hoe zijn opstelling tot nu toe was en zal zijn ten aanzien van voorgenomen bouwontwikkelingen.
5.    Heeft de inbreng van de raadsfracties van afgelopen woensdag, die wat ons betreft niets aan duidelijkheid te wensen overliet, mogelijk geleid tot een bijstelling van het collegebeleid ten aanzien van voorgenomen bouwontwikkelingen in De Heilige Driehoek?
6.    Wil het college ons een compleet overzicht verstrekken van álle bekende, door eigenaren en andere initiatiefnemers gewenste ontwikkelinitiatieven in het gebied van De Heilige Driehoek, nu ons eerst nu blijkt dat afgelopen woensdag klaarblijkelijk niet alle bekende en gewenste (zoals Leijsendwarsstraat 6) ontwikkelingen werden gemeld?
7.    Hoewel er waarschijnlijk geen formele belemmeringen zijn om de functies van secretaris van de monumentencommissie en beleidsmedewerker van de afdeling Stadsontwikkeling te combineren in een en dezelfde persoon, lijkt ons een dergelijke combinatie niet gelukkig en mogelijk zelfs ongewenst. Welke mening is het college terzake toegedaan en geeft die aanleiding om hierin een wijziging aan te brengen