Op 22 november 2017 heeft het College een brief richting de gemeenteraad gestuurd over de aanpak van de leegstad in de binnenstad.

Het College schrijft in deze brief:

"Conclusie mag ook zijn dat het overlegmodel met de vastgoedeigenaren over de leegstand zijn vruchten afwerpt. De noodzaak om in deze fase de leegstandsverordening in te voeren, een ander instrument om inhoudelijk met de vastgoedeigenaar over leegstand in gesprek te komen, ontbreekt volledig. Daarnaast geeft invoering hiervan een totaal verkeerd signaal dat geen recht doet aan de vruchtbare samenwerking met de stakeholders in de stad, de vastgoedeigenaren in deze in het bijzonder."

In de begroting 2018 die op 7 november 2017 door de gemeenteraad is vastgesteld, staat op pagina 54 het volgende:

"In 2018 worden ter uitvoering van de in 2017 door de Raad vastgestelde leegstandsverordening gesprekken gevoerd met individuele vastgoedeigenaren en dit wordt periodiek gerapporteerd. De leegstandsverordening is een instrument om leegstand te bestrijden. Daar hoort bij dat de vastgoedeigenaar actief leegstand meldt en op zoek gaat naar een ondernemer die zich aldaar wil vestigen. De gemeente wil zicht hebben op de leegstand en de inspanningen die de vastgoedeigenaar doet om het vastgoed weer verhuurd te krijgen."

Op de website Fundainbusiness.nl staan op 19 februari 2018 in totaal 29 panden die in het centrum van Oosterhout als winkelpand te huur staan. Van deze 29 panden, staan 21 panden al meer dan 6 maanden te huur. Zo staat het pand Arendstraat 11A al meer dan 3 jaar te huur sinds dat de Free Record Shop in 2014 failliet ging. Met een huurprijs van € 325 per m2 is dit het winkelpand met de hoogste huurprijs in het Oosterhoutse Centrum.

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft GroenLinks de volgende vragen:

1.     Is het College het met GroenLinks eens dat het onwenselijk is dat een zo groot aantal winkelpanden in de binnenstad al meer dan 6 maanden leegstaan?

2.     Heeft het College de eigenaren van deze winkelpanden aangesproken op deze onwenselijke leegstand en de negatieve gevolgen hiervan voor de plannen omtrent de Bruisende Binnenstad? En dat hun huurprijzen dus niet marktconform zijn gezien de langdurige leegstand van hun panden.

3.     Kan het College nader aangeven wat de vruchtbare samenwerking met vastgoedeigenaren uit de brief van 22 november 2017 concreet inhoudt (naast het deelnemen van de vastgoedeigenaren in de BIZ)?

4.     Kan het College aangeven waarom in de op 7 november 2017 door de raad vastgestelde begroting nog gesproken wordt over het vaststellen van een leegstandsverordening terwijl hier in een brief van 2 weken later volgens het College geen enkele noodzaak meer toe is?

5.     Zijn er door het College respectievelijk de gemeente Oosterhout in welke vorm dan ook toezeggingen gedaan m.b.t. tot het niet invoeren van een leegstandsverordening in het proces om te komen tot een BIZ in het Centrum van Oosterhout?

6.     Is het College alsnog bereid om met een voorstel voor een leegstandsverordening te komen voor die situaties waarin overleg  en vruchtbare samenwerking niet zorgen voor het opheffen van langdurige leegstand van winkelpanden?