Voor de periode van oktober 2009 t/m september 2015 heeft het College van B&W een huurovereenkomst afgesloten tot het genot van de jacht op een aantal percelen in eigendom van de gemeente Oosterhout met de Wildbeheerseenheid (WBE) “De Dongemond”. Ook in de voorgaande periode is een dergelijke overeenkomst afgesloten. Aangezien natuurbeheeer d.m.v. jagen en dus het doden van dieren naar de mening van GroenLinks een achterhaalde methode van “natuurbeheer” is, hebben wij hierover de volgende vragen:



1.    In de overeenkomst staat dat pas tot het doden van dieren mag worden overgegaan als geen alternatieve bestemmingen voor handen zijn. Kunt u aangeven wat met alternatieve bestemmingen bedoeld wordt?

2.    Hoe vaak is tijdens de looptijd van het vorige contract overgegaan tot het doden van dieren omdat geen alternatieve bestemming voorhanden was?

3.    De huurder heeft de mogelijkheid om met toestemming van de gemeente wild uit te zetten in het jachtperceel. Bent u het met GroenLinks eens dat het uitzetten van wild in een jachtgebied valt onder plezierjacht en niets te maken heeft met het bestrijden van overlast waarvoor deze overeenkomst bedoeld is?

4.    Hoe vaak is tijdens de looptijd van de vorige overeenkomst wild door de huurder uitgezet? Om wat voor soort wild en welke hoeveelheden gaat het dan?

5.    Bent u het met GroenLinks eens dat “natuurbeheer” d.m.v. jacht, dus het doden van dieren, achterhaald is?