Volgens artikel 41 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad stelt GroenLinks/D66 het volgende aan de orde. In de besluitenlijst van het College van B&W van 17 december jl. staat vermeld, dat er vanuit de regio West-Brabant/Zeeland in april 2008 een handelsmissie naar China zal vertrekken om de contacten met China als economische mogendheid te stimuleren. Namens de gemeente Oosterhout zal de wethouder van economische Zaken naar China afreizen.

In het verleden zijn er al eerder handelsmissies vanuit Brabant naar China vertrokken. In september 2005 ging het om een missie o.l.v. de commissaris van de koningin van Noord-Brabant. In oktober 2006 is er een missie naar China geweest o.l.v. de burgemeester van Tilburg. In september 2007 is er opnieuw een missie vertrokken richting China met o.a. de burgemeester van Breda en de commissaris van de koningin van Noord-Brabant.

Naar aanleiding van het bovenstaande heeft GroenLinks/D66 de volgende vragen:

1. Wat zijn de concrete doelstellingen, die het College voor Oosterhout (en West-Brabant) wil bereiken met deelname aan deze handelsmissie?

2. Hebben de eerdere handelsmissies naar China inmiddels al geleid tot concrete resultaten voor Oosterhout (en West-Brabant)? Zo ja, wat zijn die resultaten dan?

3. In hoeverre is er sprake van samenwerking tussen de organisatoren van de verschillende handelsmissies (in het bijzonder de missie naar China van oktober 2006 o.l.v. de burgemeester van Tilburg)? Wordt op elke missie voortgebouwd op eerder gelegde contacten of wordt er steeds “opnieuw” begonnen met het leggen van contacten?

4. Hoe groot is de delegatie van personen die in april 2008 naar China gaat?

5. Wat is de rol van het SES en het REWIN bij deze handelsmissie naar China?

De handelsmissie naar China is een gevolg van een eerder dit jaar gesloten overeenkomst (“Letter of Intent”) tussen de regio West-Brabant/Zeeland en de stad Yangzhou (China). Een onderdeel van deze overeenkomst is om potentiële Chinese investeerders in West-Brabant EN potentiële Nederlandse investeerders in Yangzhou (China) te ondersteunen. Investeren in China is vooral interessant voor bedrijven vanwege de lage lonen. Chinese werknemers hebben echter niet de vrijheid om b.v. een vakbond op te richten en maken zeer lange dagen onder vaak slechte arbeidsomstandigheden.

6. Betekent het ondersteunen van potentiële Nederlandse investeerders in Yangzhou (China) dat deze handelsmissie hiermee West-Brabantse bedrijven ondersteunt om hun productie vanuit West-Brabant naar het lage lonenland China over te hevelen? Zo ja, bent u van mening dat dit geen goede zaak is voor de werkgelegenheid in West-Brabant?

7. Is het College het met GroenLinks/D66 eens dat de vaak niet acceptabele situatie van werknemers in China onder de aandacht gebracht moet worden tijdens deze handelsmissie?