Met excuses voor de vertraagde beantwoording van bovengemelde brief. Wij hebben drie brieven met artikel 41 vragen over bovengenoemd onderwerp ontvangen. Afstemming van de beantwoording kostte enige tijd. Op uw vragen antwoorden wij als volgt.

1. Was het een voorwaarde in de subsidieverlening dat SWMO betrokken zou worden bij het RISK project?

Ja. In het projectplan is opgenomen dat zelforganisaties bij het project betrokken zullen worden. Drie zelforganisaties zijn benaderd: Multiculturele Stichting Oosterhout (MSO), Stichting Marokkaanse Migranten Oosterhout (SMMO) en Stichting Marokkaanse Moskee. SWMO is later ontstaan, door samenvoeging van MSO en SMMO.

2.  Welke gevolgen heeft het pas in een laat stadium betrekken van SWMO voor de verleende subsidie?

Geen, de zelforganisaties zijn, conform planning, in de betreffende fase van het project betrokken.

3. Waarom is van de € 40.000 van het RISKproject slechts €5.000 gebruikt voor activiteiten zoals SWMO aangeeft en is € 35.000 opgegaan aan organisatie en overhead?

Er is een bedrag van €40.000 voor dit project ter beschikking gesteld. Daarvan is €35.500 besteed aan onderzoek en €1.500 aan activiteiten. Voor de activiteiten was €5.000 begroot.

4.  Welke activiteiten hebben er in het kader van het RISKproject nu daadwerkelijk plaatsgevonden?

Het Risk project is een door de provincie gesubsidieerd project geweest, vooral gericht op onderzoek naar de aard en omvang van overlast gevende jongeren in Oosterhout. Het project liep van januari 2006 tot januari 2007 en is in 3 fasen uitgevoerd.

In de eerste fase is onderzoek gedaan naar overlastmeldingen. Dit heeft geresulteerd in een registratie van het aantal overlastmeldingen, vaststelling van stijging of daling t.o.v. de voorgaande jaren en bepaling van de plaatsen waar de overlastmeldingen vandaan komen. Dit onderzoek heeft geleid tot continue registratie van overlastmeldingen. De conclusies van dit onderzoek zijn gebruikt in de analyse van overlast gevende jongeren in Oosterhout in 2007. In de tweede fase van het project is het risico onderzocht dat onze jeugd in de leeftijdsgroep van 4 t/m 21 jaar loopt om in zijn ontwikkeling te worden bedreigd. Ook hierbij is gekozen voor een integrale doelgroepbenadering. Dit cijfermateriaal wordt o.a. gebruikt voor het casuistiekoverleg jongeren in de openbare ruimte. In dit casuistiekoverleg participeren politie, Cires, Merites en gemeente. Hier worden afspraken gemaakt over de aanpak van jongerenoverlast. In de derde fase is onderzocht of het imago van de Marokkaanse jongerengroep verbeterd kan worden door samen met zelforganisaties activiteiten te organiseren. Er is intensief overleg gevoerd met de Marokkaanse zelforganisaties maar er zijn weinig activiteiten georganiseerd. De impact van deze overlegsessies is echter veel groter dan de uitvoering van de gezamenlijke activiteiten zelf. Een en ander heeft geresulteerd in het samengaan van twee organisatie (MSO/SMMO) tot Stichting Weizijn Migranten (SWMO).

Wij hebben de uitkomsten van bovenstaande onderzoeken gebruikt voor twee vervolgonderzoeken op dit vlak in 2007 en in 2008. Wij informeren de raad direct na de zomervakantie over de uitkomsten van deze onderzoeken en over hoe wij de overlast van jongeren op korte termijn en op lange termijn willen gaan aanpakken.

5. Welke maatregelen wilt u gaan nemen om de communicatie tussen Merites en allochtone organisaties in de toekomst te verbeteren, rekening houdend met het feit, dat er in het verleden al vaker problemen op dit gebied zijn geweest?

Mogelijke verbetering van communicatie tussen Merites, gemeente en allochtone organisaties zal in het plan van aanpak voor overlast gevende jongeren worden opgenomen.

6. Welke afspraken heeft de gemeente met Merites gemaakt over het hulp bieden aan mensen bij het invullen van formulieren?

De gemeente heeft met Merites een outputcontract afgesloten waarin dit is opgenomen. In het contract is afgesproken dat Merites een informatiecentrurn heeft dat goed bereikbaar is en waar iedere Oosterhouter direct terecht kan voor informatie, advies en hulp bij formaliteiten op uiteenlopende terreinen. Daarnaast worden er ouderenadviseurs ingezet orn bij de mensen langs te gaan voor informatie, advies en hulp bij het invullen van formulieren.

7.  Op welke manier heeft Merites de afgelopen jaren aan deze afspraken uitvoering gegeven?

In de praktijk worden er ca. 1400 burgers per jaar geholpen bij het informatiecentrum. Daarnaast worden de ouderenadviseurs ingezet om bij de mensen langs te gaan die zelf niet naar het informatiecentrum kunnen komen.

8. Hoe verklaart het college dan dat uit de uitspraken van SWMO valt op te maken dat men daar het idee heeft dat mensen voor het invullen van allerlei formulieren niet bij Merites terecht kunnen en dus bij SWMO terecht komen?

Wekelijks wordt in het weekblad Oosterhout een advertentie geplaatst door Merites waar het informatiecentrum wordt vermeld, daarnaast verwijzen medewerkers van de gemeente iedereen naar het informatiecentrum. In de praktijk blijkt dat de doelgroep van de SWMO het prettiger vindt om naar SWMO te gaan i.p.v. het informatiecentrum. De doelgroep vindt het eenvoudiger om geholpen te worden in de eigen taal.

9.  Wat is de reden dat de, gemeente de ondersteuning van mensen bij het invullen van formulieren nu zelf ter hand gaat nemen?

De gemeente gaat de ondersteuning niet zelf in hand nemen maar zet een formulierenbrigade in onder regie van Merites. Deze "brigadiers" gaan werken onder de vlag van het informatiecentrum en de ouderenadviseurs. Er wordt tevens nader bekeken hoe de doelgroep nog beter kan worden bereikt.

10.  Wordt SWMO net als Merites ook ondersteund voor het helpen van mensen bij het invullen van allerlei formulieren?

Met SWMO is geen subsidierelatie zoals met Merites. SWMO wordt daarom niet ondersteund door

de gemeente.