Tijdens de raadsvergadering van 13 juli heeft GroenLinks een mondelinge vraag gesteld over de vaststelling van de ruimtelijke visie West-Brabant. GroenLinks heeft het woord gevoerd over de herijking van het re-integratiebeleid, de kapitaalstorting bij Intergas en het bestemmingsplan Santrijngebied.

Mondelinge vraag vaststelling ruimtelijke visie West-Brabant (Van der Zanden)

In de vergadering van 6 juli jl. heeft de bestuurlijke regiegroep West-Brabant de ruimtelijke visie West-Brabant vastgesteld. Verschillende gemeenteraden hebben reacties op het concept van deze ruimtelijke visie gegeven in de vorm van wijzigingsvoorstellen. Het merendeel van deze wijzigingsvoorstellen is echter niet overgenomen door de bestuurlijke regiegroep. Wij vragen ons dan ook af welke invloed we als gemeenteraad nog hebben op beleidsinhoudelijke stukken van de West-Brabantse samenwerking gezien de opstelling van de bestuurlijke regiegroep. Graag een reactie van de wethouder hierop.



0100069 Herijking re-integratiebeleid (Van der Zanden)

Voorzitter, in de raadsnota over het nieuwe re-integratiebeleid staat op pagina 3 dat dit beter afgestemd gaat worden op de huidige economische situatie. En als je dat leest dan denk je in eerste instantie dat het allemaal wel goed zit. Maar de schijn bedriegt, want de aanpassingen hebben maar één doel. Het re-integratiebeleid gaat beter afgestemd worden op de huidige financiële situatie van de gemeente. Voor de mensen die met re-integratie te maken krijgen zal het er absoluut niet beter op worden. Nu is de huidige bijstelling van het re-integratiebeleid natuurlijk ook geen vrije keuze van dit College. Maar het geeft natuurlijk wel aan hoe de Wet Werk en Bijstand feitelijk in elkaar zit. Op de momenten dat het het hardste nodig is om mensen te helpen kan dit het slechtste, want vanuit het Rijk wordt hiervoor het nodige geld niet beschikbaar gesteld aan de gemeentes.



Voorzitter, GroenLinks mist in deze raadsnota een duidelijke visie van het College op het vernieuwde re-integratiebeleid. Er worden, het lijkt wel in een soort van paniek, een groot aantal maatregelen genomen om de kosten omlaag te brengen. Een samenhang tussen deze maatregelen kunnen wij echter niet vinden. Hierbij moeten wij verder constateren dat zowel de evaluatie van het oude re-integratiebeleid als de doelstellingen van het nieuwe re-integratiebeleid niet duidelijk zijn. Dit is in strijd met de aanbevelingen in het rapport van de Rekenkamer West-Brabant. Er is geen sprake van helder geformuleerde doelstellingen en een dusdanige informatie richting de raad dat de doeltreffend- en doelmatigheid van het beleid beoordeeld kunnen worden. Op de aanbevelingen van de Rekenkamer om beleid te ontwikkelen voor risicogroepen, met een verdere afstand tot de arbeidsmarkt wordt ook niet ingegaan. En dat terwijl de gemeenteraad de aanbevelingen van het rapport volledig heeft onderschreven en het College heeft opgedragen om deze ook uit te gaan voeren. Akkoord gaan met deze nota haalt naar de mening van GroenLinks het rapport van de Rekenkamer onderuit.



Voorzitter, naast deze algemene opmerkingen zullen wij nu nog op een aantal specifieke onderdelen van de nota ingaan:



•    In het raadsvoorstel staat dat het nieuwe re-integratiebeleid er voor zal gaan zorgen dat de kosten van uitkeringsverstrekking toenemen. Dit betekent dus dat er een bewuste keuze gemaakt wordt om bepaalde mensen niet meer te helpen. Op het moment dat de economie weer aantrekt zullen deze mensen dus een extra achterstand tot de arbeidsmarkt hebben;

•    GroenLinks heeft altijd aangegeven dat Work-First moet lonen. Dus in elk geval het minimumloon. Hier gaat nu vanaf gestapt worden. Er wordt nog wel via het minimumloon betaald, maar iemand krijgt gewoon minder uren waardoor hij uiteindelijk niet meer verdiend dan wanneer hij een uitkering had. Work-First wordt dus voor deelnemers financieel niet meer lonend.

•    Bij Work-First is er sprake van een verlenging van het alleenrecht voor de uitvoering door !GO tot eind 2011. GroenLinks blijft op het standpunt staan dat zoveel mogelijk naar de cliënt gekeken dient te worden. Work-First uitsluitend bij een leverancier betrekken beperkt dit.

•    De beperking van de loonkostensubsidie is enkel financieel onderbouwd. Het college stelt wel dat het tot de gebruikelijke werkgeversverantwoordelijkheid behoort om een nieuwe medewerker te begeleiden. De harde realiteit is nog steeds dat werkgevers het liefste werknemers in dienst nemen die ze zo weinig mogelijk hoeven te begeleiden. Op deze manier zullen de kansen om iemand vanuit een uitkering aan het werk te helpen dus drastisch dalen. Wij schatten in dat de extra kosten van uitkeringen uiteindelijk veel hoger zullen zijn

•    Verder is het een harde realiteit dat een aantal mensen voorlopig en misschien wel helemaal niet meer aan het werk gaat komen. Voor deze mensen is sociale activering een goed instrument. Ook dit wordt voortaan alleen ingezet als eerste stap naar werk. Wij vrezen dat dit in combinatie met een aantal andere maatregelen er toe zal gaan leiden dat iedereen die weinig kans op werk heeft een uitkering krijgt en verder aan zijn lot wordt overgelaten. Feitelijk zal een flink deel van het uitkeringsbestand dus gewoon worden afgeschreven.

•    Het College geeft verder aan dat er gekeken gaat worden naar de mogelijkheid tot invoering van een persoonsgebonden re-integratiebudget. GroenLinks heeft dit al bepleit bij de vaststelling van de WWB-verordeningen in 2004. Wij zijn hier nog steeds een voorstander van.



Voorzitter, de huidige beleidsnotitie is naar de mening van GroenLinks onvoldoende doordacht om een goed toekomstig re-integratiebeleid weer te geven. Je zou hem kunnen zien als een eerste aanzet maar ook niet meer dan dat.



0100070 Intergas (Van der Zanden)

Voorzitter, in een tijd van grote bezuinigingen komt er ineens een raadsvoorstel op tafel te liggen wat inhoudt dat Oosterhout een bedrag van € 6,7 miljoen in Intergas moet investeren om de financiële positie van dit bedrijf voor de komende jaren te garanderen. De eerste vraag die bij GroenLinks opkwam was dan ook wat de reden van deze financiële bijdrage was. Als je de raadsnota en de bijbehorende stukken leest dan krijg je het idee dat de oorzaak van de nu ontstane situatie toch vooral bij anderen ligt. In de brief aan de minister van Economische Zaken ondertekend door wethouder Peters wordt dit ook aangegeven: De kredietcrisis en veranderde regelgeving worden als redenen opgevoerd. Maar dat voorzitter is naar de mening van GroenLinks volledig onjuist. De nu ontstane situatie is voor het overgrote deel het gevolg van het beleid van Intergas, dat altijd door de overgrote meerderheid van de politiek ondersteund is. Deze stelling van GroenLinks wordt overigens onderbouwd door de antwoorden van het College op onze schriftelijke vragen.



Kredietcrisis:

De kredietcrisis heeft tot problemen geleid m.b.t. de in 1999 aangegane Cross-Border-Lease, een constructie om te profiteren van een gat in de Amerikaanse belastingwetgeving. Het College geeft als antwoord dat deze CBL er toe geleid heeft dat het bedrag van de kapitaalstorting hoger is uitgevallen.



Verkoop leveringsbedrijf:

In 2005 heeft de toenmalige top van Intergas ver voor de troepen uitgelopen met het splitsen van het leveringsbedrijf en het netwerkbedrijf. Wettelijk was dit toen nog totaal niet noodzakelijk. Inmiddels ligt er een negatieve rechtelijke uitspraak betreffende de splitsingswet die toen als argument werd aangevoerd waarom de verkoop van dit leveringsbedrijf noodzakelijk was. Het College geeft in zijn antwoord aan dat er hier een verband is tussen deze verkoop en de kapitaalstorting die nu nodig is.



Herfinanciering:

In 2006 wilde Intergas opnieuw voor de troepen uitlopen en ook het netwerkbedrijf gedeeltelijk verkopen. Hier is toen gelukkig door Den Haag een stokje voor gestoken. Tegelijkertijd was toen een zogenaamde herfinanciering nodig. In plaats van volledig met eigen vermogen moest het overgebleven netwerkbedrijf ook gedeeltelijk met vreemd vermogen gefinancierd gaan worden. Deze herfinanciering was natuurlijk een vooruitlopen op de geplande gedeeltelijke verkoop van het netwerkbedrijf. Het College geeft in zijn antwoord aan dat zonder de herfinanciering uit 2006 deze kapitaalstorting nu normaliter niet nodig zou zijn geweest.



Voorzitter, in de raadsnota wordt onder het kopje “financiële gevolgen voor de gemeente” gesteld dat de transactie budgettair neutraal zal kunnen verlopen. Het blijkt echter dat in de energiewereld niets zeker is. Deze stelling is naar de mening van GroenLinks absoluut niet houdbaar. Wij verwachten dan ook dat er uiteindelijk wel degelijk negatieve financiële gevolgen zullen zijn voor de gemeente Oosterhout.



Voorzitter, de nu ontstane situatie is dus het gevolg van gemaakte keuzes door Intergas en haar aandeelhouders en had voor het grootste deel voorkomen kunnen worden. De rol van de rijksoverheid is ook niet geheel zuiver geweest, maar Intergas heeft daar in het verleden altijd met graagte aan meegedaan en heeft zelfs voor de troepen vooruitgelopen. Elke keer worden ons mooie vergezichten voorgespiegeld en wordt er bij gezegd dat het besluit toch echt genomen moet worden omdat het gewoonweg niet anders kan.



Voorzitter, ook nu ligt er weer zo’n besluit. Op het allerlaatste moment worden we als raad met de rug tegen de muur gezet en moet het allemaal maar even besloten worden zoals het door Intergas bedacht is. Het zal duidelijk zijn dat GroenLinks geen enkel vertrouwen meer heeft in de verhalen die ons elke keer als noodzakelijk door Intergas worden voorgeschoteld. In de nu ontstane situatie is het nu eenmaal zo dat Intergas als netwerkbedrijf een zeer kleine speler is. En dat leidt tot steeds grotere risico’s. Het handhaven van Intergas als zelfstandig netwerkbedrijf is dan ook niet meer reëel. Wat GroenLinks betreft zou het veel meer voor de hand liggen om te gaan kijken naar een samenvoeging van Intergas met andere publieke netwerkbedrijven. Op deze manier kunnen de risico’s beter gespreid worden en is ook het publieke belang beter gewaarborgd. Er ontstaat dan een groter netwerkbedrijf waarin de gemeente Oosterhout dan een relatief kleiner aandeel heeft. Deze optie moet wat GroenLinks betreft eerst maar eens onderzocht gaan worden voordat wij over eventuele kapitaalstortingen gaan praten. Want de oplossing zoals deze nu wordt voorgesteld is enkel maar een incidentele oplossing en absoluut geen structurele oplossing.

0100072 Bestemmingsplan Santrijn (Van Bruchem)

In het voorstel voor de vaststelling van het bestemmingsplan Santrijn meldt het college dat dit “een volgende stap is[….] richting de uiteindelijke realisering van o.a. het Huis voor Cultuur”.

In deze tijd (met de door het college aangekondigde bezuinigingen van maar liefst 14 miljoen per jaar) kan het niet zo zijn dat wij zonder enige discussie overgaan tot het nemen van een volgende stap voor het realiseren van dit Huis van Cultuur.

GroenLinks vindt dit volstrekt het verkeerde signaal naar de inwoners van Oosterhout. Eerder hebben we bijvoorbeeld al gesproken over de huisvesting van de EHBO, waar we weinig middelen voor beschikbaar hebben, dan kun je het niet maken om op dit moment wel heel veel geld uit te geven aan het Huis voor Cultuur.

GroenLinks vindt dat de eerder geplande realisering van het Huis van Cultuur moet worden heroverwogen.



GroenLinks is altijd een voorstander geweest van de samenvoeging van de verschillende cultuurvoorzieningen. Dit heeft een meerwaarde heeft voor Oosterhout. Wij hebben echter (toen nog in de gezamenlijke fractie met D66) op 27 januari 2009 niet ingestemd met de vaststelling van het masterplan voor Santrijn. De voornaamste reden hiervoor vormden de niet gedekte bedragen (bijna 13 miljoen euro). Nu komen daar de vergaande bezuinigingsplannen van het nieuwe college bij.



In de eerdere discussie over het al dan niet realiseren van het Huis van Cultuur zijn berekeningen gemaakt over de ‘besparingen’ die het zou opleveren als het Huis van Cultuur niet wordt uitgevoerd.

Berekend werd dat 19 miljoen binnen de vrije reserve beschikbaar zou komen. Als er dan wel zou worden geïnvesteerd in nieuwbouw voor Theek5 en H19, aanpassingen va het theater en andere parkeerinkomsten, resteert er nog steeds een besparing van 7 miljoen euro aan investering. Daarnaast is voor het Huis van Cultuur ook nog jaarlijks € 700.000,- nodig. Maar dit zijn allemaal verouderde cijfers.



Het College stelt dat het wettelijk niet noodzakelijk is een exploitatieplan vast te stellen. Het is wel heel belangrijk om tijdig een discussie over de exploitatie te voeren. De meest recente ontwikkelingen moeten hierbij worden betrokken. De ontwikkelingen in de woningbouw en de beschikbaarheid van subsidies, waaronder OP-Zuid. De vastgestelde grondexploitatie dateert van 25 november 2008, dus ruim anderhalf jaar geleden. Bij de vaststelling van het Masterplan werd al een groot aantal onzekerheden genoemd in de grondexploitatie (met een totale grootte van maar liefst 8 miljoen euro). Hoe is dit met de actuele informatie? En wat zijn nu de besparingen als het Huis van Cultuur niet wordt gerealiseerd?

Bij de behandeling in de raad in januari 2009 heeft de toenmalige wethouder gezegd in tweede termijn (ik citeer): “Dat als je ergens ziet dat je tekorten, of dat er tekorten dreigen, of tekorten werkelijk zijn of dat je uit de pas gaat lopen met afspraken. Dan maak je weer opnieuw met elkaar keuzes.” Dat moment is wat ons betreft nu aangebroken.



Bovendien zijn er in het nu voorliggende bestemmingsplan ruime mogelijkheden opgenomen voor de uitbreiding van de basiliek. Er zijn nog geen concrete plannen voor deze uitbreiding. Gebleken is dat het parochiebestuur in Oosterhout onderzoekt wat de mogelijkheden zijn voor een ruimer gebruik van de basiliek. Het lijkt ons goed om deze wensen mee te nemen bij de herziening van de plannen voor het Huis van Cultuur. Hier liggen mogelijkheden om zaken te combineren. Dit is weer een argument om het bestemmingsplan niet vast te stellen, maar eerst de plannen te herzien op basis van nieuwe ontwikkelingen en actuele financiële informatie.