Op 28 juli jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de aanbesteding van hulp bij het huishouden in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1. Is het college het met Groen Links eens dat het tarief van € 11,30 per uur voor schoonwerkwerkzaamheden nooit kloppend kan zijn?
Antwoord 1. Wij hebben het voorgestelde tarief van € 11,30 inmiddels verhoogd naar een maximum uurtarief van € 14.50, onder andere als gevolg van gestegen werkgeverslasten en overheadkosten.
Vraag 2. Deelt het college de conclusie van de FNV dat een schoonmaker volgens de CAO Schoonmaak rond de € 18 per uur zou moeten kosten?
Antwoord 2. In het aangepaste uurtarief zijn de bestaande CAO Schoonmaak- en Glasbewassingsbedrijf en de wijziging uit het principeakkoord "CAO Schoonmaak 2010-2011" verwerkt. Dat leidt dus, zoals in antwoord 1. al gemeld, tot een verhoging naar een door onsgehanteerd maximum uurtarief van € 14,50. Aangezien de CAO voor het schoonmaakbedrijf een gedifferentieerde beloningssystematiek kent, waarbij de beloning afhankelijk is van leeftijd en hetaantal uren van het contract, betreft het hier een gemiddelde.
Vraag 3. Is het college bereid om, mede in het kader van goed werkgeverschap, te komen tot een aanpassing van het tarief per uur voor schoonmaakwerkzaamheden tot een reëel tarief, zoals dat bijvoorbeeld door de FNV genoemd is?
Antwoord 3. Aangezien er naar onze mening sprake is van een tarief dat gebaseerd is op een reëel gemiddelde, zien wij hiertoe geen aanleiding.
Vraag 4. Betekent het dat pure schoonmaakwerkzaamheden voortaan uitgevoerd zullen gaan worden door medewerkers van schoonmaakbedrijven en niet meer door medewerkers van thuiszorgorganisaties?
Antwoord 4. Ja, waarbij wij willen opmerken dat het hier alleen gaat om stoffen en stofzuigen. Als er sprake is van andere werkzaamheden in de huishoudelijke sfeer (bijvoorbeeld het opwarmen van een maaltijd) dan wordt voor al deze werkzaamheden – dus ook voor het schoonmaken – altijd een thuiszorgaanbieder ingeschakeld. Deze werkwijze vloeit overigens voort uit het door de gemeenteraad vastgesteld beleid om bij de uitvoering van de Wmo meer te kiezen voor individueel maatwerk.
Vraag 5. Op welke manier zijn de medewerkers van schoonmaakbedrijven in staat om ook andere problemen in het huishouden van hun cliënten te herkennen? Zij zijn hier namelijk niet speciaal voor opgeleid.
Antwoord 5. Zij zijn daartoe even zeer in staat als familie of bekenden van de desbetreffende cliënt (algemene signaleringsfunctie). Een verdergaande specifieke signaleringsfunctie wordt van deze medewerkers niet verwacht.