Op 3 oktober jl. heeft het College een brief aan de gemeenteraad gestuurd over de vernieuwing van het Oosterhoutse subsidiebeleid en de invulling van de taakstelling subsidies in het kader van de bezuinigingen.
In het bijgevoegde projectplan staat, dat in januari 2012 de nieuwe subsidieverordening door de raad moet worden vastgesteld. Het college stelt in maart 2012 de nieuwe beleidsregels vast en met ingang van 2013 worden de subsidies volgens de nieuwe regels toegekend. In het projectplan wordt aangegeven dat de mogelijkheid ontstaat dat door problemen op het gebied van automatisering het nieuwe systeem pas in 2014 in kan gaan. Kern van het nieuwe systeem is dat vooral activiteiten gesubsidieerd gaan worden.
In het kader van de bezuinigingen worden de organisaties vermeld die met ingang van 2012 geen subsidie meer krijgen. Vaak meteen, soms via een afbouwregeling. U geeft aan dat een aantal van deze organisaties in het kader van de nieuwe subsidieregels weer subsidie aan kunnen vragen.
Naar aanleiding van het bovenstaande heeft GroenLinks de volgende vragen:
1. U beëindigt in een periode van twee jaar de loonkostensubsidie waardoor 10 conciërges werkzaam kunnen zijn in het onderwijs. Bent u nagegaan wat de gevolgen van het beëindigen van deze subsidie zijn voor de betrokken werknemers. Zo ja, wat zijn deze dan?
2. Organisaties waarvan de subsidie beëindigd wordt, kunnen in een aantal gevallen vanaf 2013 (en eventueel 2014) een beroep doen op de nieuwe subsidieregels als ze bepaalde activiteiten willen subsidiëren. Klopt het dat er in 2012 (en eventueel 2013) dus geen mogelijkheden zijn om subsidie aan te vragen? Zo ja, waarom heeft u niet gewacht met het beëindigen van de huidige subsidies totdat de nieuwe subsidieregels geldig zijn? Zo nee, onder welke voorwaarden kunnen deze organisaties dan subsidie krijgen totdat de nieuwe regels ingaan?
U stelt dat er bij:
- Stichting NIBA (activeren van mensen die niet werken via cursussen);
- ANGO Oosterhout (activiteiten voor gehandicapten);
- Stichting KOMBO (activiteiten voor mensen met een beperking);
- Stichting Prisma (gehandicapten laten participeren bij reguliere clubs en eigen activiteiten);
- Zonnebloem Oosterhout (Activiteiten voor gehandicapten en zieken);
sprake is van een overlap met de nieuw in te richten activiteitencentra.
3. Kunt u per organisatie aangeven wat de exacte overlap is met de nieuw in te richten activiteitencentra? Welke van de activiteiten die nu door deze organisaties georganiseerd worden, worden ook georganiseerd in de nieuwe activiteitencentra?
4. Betekent dit dat als een bepaalde activiteit in een activiteitencentra georganiseerd wordt, organisaties die deze activiteit zelfstandig organiseren hier geen subsidie meer voor krijgen?
Bij de organisaties waarvan de subsidie vanuit Oosterhout geschrapt wordt, zijn een negental gehandicaptenorganisaties. In de meeste gevallen gaat het om organisaties die gedragen worden door vrijwilligers en door de bescheiden bijdrage die ze van de gemeente krijgen bepaalde activiteiten kunnen ontwikkelen. Als reden geeft u op dat Oosterhout geen doelgroepenbeleid meer voert en dat gehandicapten binnen de reguliere organisaties en nieuw in te richten activiteitencentra een plek moeten vinden. In het kader van het WMO beleid legt uw College sterk de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van mensen en organisaties. De organisaties die nu gekort worden hebben juist hun eigen verantwoordelijkheid genomen door activiteiten voor gehandicapten te organiseren.
5. Kunt u per gehandicaptenorganisatie aangeven op welke manier er nu wordt bijgedragen aan het WMO beleid van de gemeente Oosterhout?
6. Kunt u aangeven of de organisaties die nu gekort worden hun eigen verantwoordelijkheid hebben genomen in het kader van het WMO beleid door het organiseren van activiteiten voor gehandicapten?
7. Bent u het met GroenLinks eens dat organisaties en individuele personen door de handelswijze van het College ontmoedigd worden om activiteiten voor gehandicapten in het kader van het WMO beleid te organiseren?
8. Bent u het met GroenLinks eens dat het schrappen van de subsidies voor deze organisaties in strijd is met het WMO beleid van de gemeente Oosterhout?
Ook het Gehandicaptenplatform Oosterhout (GPO) raakt zijn subsidie van rond de €7.000 kwijt. Volgens de gemeente omdat er sprake is van een overlap tussen de activiteiten van het GPO en het WMO Platform. Het GPO is één van de deelnemers aan het WMO Platform. Dit WMO Platform bestaat uit clubs die actief zijn op de verschillende onderdelen van de WMO. Het GPO is al 25 jaar actief voor de Oosterhoutse gemeenschap en houdt zich ook bezig met zaken die niet (direct) bij de WMO horen. Er vinden gesprekken met de gemeente plaats over verkeer en de bereikbaarheid, toegankelijkheid, bruikbaarheid en uitgankelijkheid van gebouwen. Sinds zijn oprichting heeft het GPO veel waardevolle adviezen gegeven aan de gemeente Oosterhout. Mensen weten het GPO te vinden als ze als gehandicapte klachten hebben. Zaken die niet door het WMO Platform geregeld worden. Stopzetten van de subsidie aan het GPO zal betekenen, dat deze organisatie zal verdwijnen. Dit betekent ook dat het GPO dan geen deelnemer meer aan het WMO Platform kan zijn.
9. Vindt het College het belangrijk dat er in Oosterhout een organisatie van gehandicapten is, die voor de belangen van gehandicapten opkomt in het kader van de WMO?
10. Vindt het College dat zo’n organisatie op een deugdelijke manier financieel ondersteund moet worden door de gemeente, zodat ze op een goede manier haar werk kan doen?