Tijdens de raadsvergadering van 18 oktober heeft GroenLinks het woord gevoerd over het Beleidsplan Gemeentelijke Schuldhulpverlening 2012-2015, de ombuigingsvoorstellen openbare ruimte, groenonderhoud en onkruidbestrijding en de heffingsmaatstaf rioolheffing.
0110063 Beleidsplan gemeentelijke schuldhulpverlening 2012-2015 (Van der Zanden)
Voorzitter, op pagina 2 van het beleidsplan schuldhulpverlening geeft het College aan, dat in het kader van schuldhulpverlening de persoon die hiervoor een aanvraag doet, zelf verantwoordelijk is voor het ontstaan van de schulden en voor het oplossen daarvan. De eigen verantwoordelijkheid staat dus voorop. Het is een begrip dat de laatste tijd veel opduikt in nota’s van dit College en tegenwoordig politiek gezien nogal “in” is. Natuurlijk is het zo dat iedereen zou moeten proberen om van zijn leven te maken wat er van te maken valt. Maar we moeten ook beseffen dat daar bij iedereen een grens aan zit. Deze grens is niet voor iedereen hetzelfde. Wanneer we willen dat mensen het beste uit zichzelf halen, dan moeten we er rekening mee houden, dat er mensen zijn die hier hulp bij nodig hebben. Ook zijn er mensen, die gewoon pech hebben en buiten hun schuld in een slechte financiële situatie terecht komen. En daarnaast zijn er mensen, die gewoon echt niet rond kunnen komen omdat ze al vele jaren van een uitkering moeten leven, chronisch ziek of op latere leeftijd zonder werk zijn komen te zitten en nu niet meer aan de bak komen. En het zal op dit gebied, de Miljoenennota van dit kabinet lezende, alleen nog maar erger worden. Het dan simpelweg verwijzen naar de eigen verantwoordelijkheid, doet geen recht aan de oorzaak van schulden bij bepaalde groepen mensen.
Voorzitter, In hoofdstuk 3 gaat het College nader in op het begrip “Integrale schuldhulpverlening”. In grote lijnen is dit een hoofdstuk dat er goed uit ziet. Het College spreekt van een schuldhulpverlening die niet alleen moet leiden tot het oplossen van financiële problemen, maar ook moet kijken naar de oorzaken, die ten grondslag liggen aan het ontstaan van schulden. Er moet geprobeerd worden om deze oorzaken zoveel mogelijk weg te nemen. Ook geeft het College aan dat indien nodig er voor langere tijd hulp nodig kan zijn wanneer iemand, bijvoorbeeld vanwege een verstandelijke beperking, financieel niet op eigen benen kan staan.
In hoofdstuk 4 gaat het College nader in op de praktische uitwerking van dit beleidsplan. Het College spreekt hier onder andere over de inzet van vrijwilligers. Op pagina 11 van het beleidsplan geeft het College aan dat wanneer er sprake is van een niet problematische schuld er een oplossing gezocht zal worden in het eigen netwerk of in de eigen wijk en wanneer dit niet mogelijk is door middel van vrijwilligers. Hoe dit in zal werk zal gaan wordt niet verder uitgewerkt. Een eigen netwerk is vandaag de dag niet meer voor iedereen vanzelfsprekend. Ook het werven van vrijwilligers is niet altijd even makkelijk. Er zitten hier dus hele duidelijke grenzen aan. In het beleidsplan staat wel van alles wat vrijwilligers kunnen en moeten gaan doen. Wij vinden dit nogal ambitieus en horen graag hoe de wethouder dit nu in de praktijk op wil gaan zetten. Waar moeten deze mensen allemaal vandaan komen en in hoeverre is onderzocht of de diverse vrijwilligersorganisaties, die in Oosterhout actief zijn, hiervoor wel de menskracht hebben?
Voorzitter, het echte pijnpunt zit bij GroenLinks bij de opmerking op pagina 12 dat er niet in alle gevallen een aanbod schuldhulpverlening gedaan zal worden. Het college gaat via beleidsregels bepalen wanneer wel en wanneer niet een aanbod gedaan wordt. Uit antwoorden op schriftelijke vragen blijkt dat het College volgens de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening kan weigeren bij iemand die hier al eerder van gebruik gemaakt heeft of er sprake is van schulden door een opgelegde rechterlijke boete of bestuurlijke sanctie. Het College geeft verder aan dat verzoekers alleen uitgesloten worden wanneer hiervoor ruimte binnen de wet is en wanneer dit niet in strijd is met de beleidsregels. Een mogelijke overschrijding van het budget is geen aanleiding om verzoekers uit te sluiten. Wij horen graag van de wethouder of onze conclusie juist is, dat uitsluiting dus enkel mogelijk is, in het geval van de zojuist genoemde mogelijkheden volgens de wet. Het College stelt vervolgens dat indien overschrijding van het budget plaatsvindt het mogelijk is om het aanbod dat iemand ontvangt te beperken. Wat deze beperking dan in gaat houden is niet duidelijk, want dat komt in de nog vast te stellen beleidsregels te staan. Ook hierover horen wij graag meer duidelijkheid van de wethouder.
Voorzitter, ook nu ligt er weer een beleidsplan waarbij net zoals bij de WMO de onderliggende oorzaak de bezuinigingen zijn die deze gemeente door moet voeren. En het is daarbij de vraag hoe verstandig dat is op de wat langere termijn. Op pagina 15 van het beleidsplan staat dat uit onderzoek is gebleken dat bezuinigingen op de schuldhulpverlening uiteindelijk twee keer zoveel kosten als ze opleveren. In antwoord op een vraag van het GBV geeft het College aan dat wanneer mensen uitgesloten worden van schuldhulpverlening ze terug zullen vallen op andere voorzieningen, zoals maatschappelijk werk, maatschappelijke opvang of verslavingszorg. Al deze voorzieningen worden uiteindelijk ook door de overheid betaald. De eerste twee zelfs door de gemeente. Knijpen bij de schuldhulpverlening leidt dus tot veel hogere kosten op andere gebieden. Ook hier ligt er dus voor de gemeente een uitdaging om niet enkel te gaan boekhouden. Want in dat geval kan goedkoop nog wel eens duurkoop worden.
0110074 Ombuigingsvoorstellen openbare ruimte groenonderhoud en onkruidbestrijding (Van Bruchem)
Het voorliggende raadsnota met ombuigingsvoorstellen voor de openbare ruimte bevat 3 raadsvoorstellen.
Het eerste punt betreft het voorstel van het college om chemische onkruidbestrijding in te voeren. Het zal geen verrassing zijn dat de fractie van GroenLinks hier geen voorstander van is.
De Tweede Kamer heeft recent ingestemd met een verbod op het gevaarlijk bestrijdingsmiddel glyfosaat op grond van een motie van GroenLinks. Uit onderzoek blijkt dat dit gif geboorteafwijkingen, hormoonverstorende effecten, dode reptielen en amfibieën en verstoorde bodemsystemen veroorzaakt. Daarnaast vormt glyfosaat een bedreiging voor de productie van drinkwater uit oppervlaktewater.
GroenLinks heeft vraagtekens bij het berekende financiële voordeel van deze maatregel. De wettelijke regelgeving vereist bij chemische onkruidbestrijding een uitgebreide administratie wat juist kostenverhogend werkt. Wij vinden het opvallend dat andere gemeenten op grond van een soortgelijk onderzoek concluderen dat de besparingen zo gering zijn dat er geen voordelen zijn bij het toepassen van chemische onkruidbestrijding.
Tenslotte is chemische onkruidbestrijding in strijd met het landelijke beleid voor het zuiver houden/krijgen van oppervlaktewater.
Wij zullen dan ook samen met SP, D66, OF en GroenBrabant een amendement indienen. GroenBrabant zal dit amendement indienen.
Het tweede voorstel van de raadsnota betreft een verlaging van het onderhoudsniveau.
GroenLinks kan zich vinden in de door het college voorgestelde acceptabele variant. Wel maken wij ons zorgen over de effecten voor !Go. In de tekst wordt alleen gewezen op de financiële nadelen voor de gemeente die kunnen optreden als er minder werk door !Go wordt verricht omdat de gemeente mede eigenaar is van !Go.
Er zijn daarnaast ook nadelige effecten voor de werknemers van !Go zelf. Door het veranderende rijksbeleid komt deze organisatie waarschijnlijk al in grote problemen. Juist voor deze groep mensen is behoud van werk heel belangrijk. De kosten die kunnen optreden als deze mensen werkeloos raken kunnen wel eens veel hoger zijn dan de hier genoemde bezuiniging op het onderhoud.
Tenslotte stelt het college voor om af te zien van het omvormen van heesters naar gras. GroenLinks is verheugd over dit voorstel van het college. Bij de begrotingsbehandeling vorig jaar hadden wij hier al onze bezwaren over geuit, dus prima dat deze omvorming niet plaatsvindt.
0110075 Lokale heffingen: heffingsmaatstaf rioolheffing (Van Bruchem)
GroenLinks is het eens met het beginsel dat de rioolheffing afhankelijk wordt van de hoeveelheid gebruikt/geloosd water. Wij zijn het met het college is eens dat het aantal medewerkers in bedrijven geen goede grondslag is voor de te betalen heffing en dat het redelijker is hiervoor het waterverbruik te dienen.
Als neveneffect zullen bedrijven mogelijk maatregelen nemen om het regenwater op het eigen terrein op te vangen en niet af te voeren via het riool, wat alleen maar positieve effecten heeft. Immers dan hoeft er minder water worden afgevoerd (capaciteit van het riool) en minder water worden gezuiverd (kosten waterzuivering). Verder zal opvang van regenwater op het eigen terrein men hergebruik of infiltratie in de ondergrond een positief effect hebben op de wateroverlast/verdroging. Kortom het kan een prima stimulans zijn voor bedrijven om het waterverbruik te beperken, waar de hele maatschappij profijt van zal hebben. Om met name de grote bedrijven op dit gebied te ondersteunen stellen wij voor dat de gemeente concreet aanbiedt om deze bedrijven te adviseren over het waterverbruik. Mogelijk kan dit in samenwerking met het waterschap kan een advies op maat worden gemaakt. Wij willen graag weten of dergelijke advieskosten (wettelijk gezien) uit de rioolwaterheffing betaald mogen worden.
GroenLinks is het dus eens met het principe, maar zet wel vraagtekens bij de methode van tariefberekening waarvoor is gekozen, namelijk vaste bedragen per verbruiksklasse. Het basistarief in Oosterhout is relatief laag (in vergelijking met andere gemeenten in de regio). In het voorstel van het college betekent dit lage basistarief dat er een enorme sprong zit tussen het te betalen tarief bij een gebruik tot 500 m3 en het tarief bij een gebruik tussen 500 en 1000. In het, gelukkig nog fictieve voorbeeld, van het college is dit meer dan € 2000,- (160 t.ov. 2316).
Dit is lastig te verkopen. Voorstel: geleidelijker klassen of een systeem dat boven het basistarief een bedrag per m3 wordt gehanteerd. Dit tarief kan per klasse nog verschillen. Het kan niet zijn dat 1 m3 (501 mm3) zorgt voor extra kosten van meer dan 2000 euro!
Communicatie. De meeste bedrijven zullen een voordeel ondervinden van de voorgestelde wijziging voor de rioolheffing. Een beperkt aantal grote bedrijven echter niet. Deze grote bedrijven hebben de afgelopen jaren geprofiteerd van de relatief lage heffing ten opzichte van bedrijven in andere gemeenten in de regio.
In de raadsnota wordt ingegaan op het cumulatieve effect van de verschillende tariefberekeningen, maar helaas ontbreken voorbeelden van individuele bedrijven.
GroenLinks ervaart het als zeer frustrerend dat het college spreekt over en goede communicatie die 2 jaar geleden is gestart, terwijl wij tal van reacties krijgen van bedrijven die zich overvallen voelen door het voorliggende voorstel. Waarom zijn deze bedrijven niet per brief (individueel) geïnformeerd over de plannen van het college? Met name de enkele bedrijven met groot waterverbruik hadden toch minstens rechtstreeks op de hoogte kunnen worden gebracht.