Tijdens de raadsvergadering van 22 januari heeft GroenLinks een mondelinge vraag gesteld over het parkeren in vergunningsgebieden. Daarnaast heeft GroenLinks het woord gevoerd over het landschapspark Oosterhout-Breda, het bestemmingsplan buitengebied, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, het minimabeleid en H19.
Mondelinge vraag parkeren vergunninggebieden (Van der Zanden)
Van een burger, die met de gemeente aan het corresponderen is over het parkeren in vergunningsgebieden ontvingen wij een brief die de gemeente aan deze persoon heeft gestuurd. In deze brief staat dat gemeentelijke handhavers in het vergunninghoudergebied een zogenaamd “10 minuten pardon” hanteren. Binnen deze tijd moeten mensen dan voldoende tijd krijgen om iemand te halen/te brengen of goederen in te laden/uit te laden. Graag horen wij van de portefeuillehouder in hoeverre dit ook daadwerkelijk wordt toegepast? Er zijn immers verhalen genoeg van mensen die onmiddellijk op de bon geslingerd worden.
0120110 Natuurbufferzone Hannebroeck – A27 (Van Bruchem)
GroenLinks is blij dat er eindelijk weer concrete stappen worden gezet in het landschapspark. Hoe sneller het landschapspark wordt versterkt hoe beter. Het is mooi dat het is gelukt met alle betrokken partijen een gemeenschappelijk plan op te stellen. Onze complimenten daarvoor.
GroenLinks wel wel duidelijkheid over de voorgenomen natuurcompensatie. In het nu voorliggende plan wordt de verplichting voor de natuurcompensatie Vrachelen ingevuld. Betekent dat dat het geld dat nu gevraagd wordt, daarvoor ook wordt ingezet. In de raadsnota is bovendien aangegeven dat een deel van het geld dat de raad eerder voor de planvorming Landschapspark heeft vrijgemaakt is besteed aan de planvorming voor “natuurcompensatie binnen gebied Seters”. GroenLinks heeft hier vraagtekens bij. De kosten voor het realiseren van de natuurcompensatie is geregeld bij de vaststelling van het bestemmingsplan Vrachelen en kan niet uit het budget van het landschapspark worden gefinancierd. Zo wordt de compensatie 2x betaald! GroenLinks wil hier graag opheldering van de wethouder over.
Verder is GroenLinks ontevreden over de rapportage over de stand van zaken van de overige projecten van het landschapspark. Hier staat prachtig opgeschreven wat er is gebeurd en wat er het komende jaar gaat gebeuren. Er is echter helemaal niet aangegeven hoeverre deze activiteiten stroken met de eerder gemaakte afspraken en planningen. Bij de schriftelijke vragen die GroenLinks hierover heeft gesteld, worden wel degelijk argumenten opgevoerd waarom bepaalde activiteiten niet zijn uitgevoerd. GroenLinks is van mening dat de raad hierover geïnformeerd moet worden.
Het allerbelangrijkste onderdeel van het landschapspark en mede aanleiding voor dit gezamenlijke initiatief van de gemeenten Breda en Oosterhout is het knelpunt, de zogenaamde “flessehals”. Het gebrek aan verbinding aan weerszijden van de Oosterhoutseweg staat een goed ecologisch functioneren van het landschapspark in de weg. Aan het oplossen van dit knelpunt is door de betrokken partijen de afgelopen jaren veel energie gestoken. Toch ontbreekt dit onderdeel volledig in het de beschrijving van de stand van zaken.
Daarnaast is in 2010 toegezegd dat direct werk wordt gemaakt met een branding- en marketingplan en een website. Beide zaken zijn nu gepland voor 2013. Ook zou er een brede klankbordgroep worden ingesteld, dat is niet gebeurd.
Door deze zaken te verzwijgen wordt minimaal de schijn opgewekt dat de gemeente de regie onvoldoende in handen heeft en dat er niet gestructureerd wordt gewerkt.
Wij zijn blij met de plannen rondom communicatie die nu voorliggen, met name de organisatie van een open dag is een goed idee. Wij snappen echter niet waarom dit ook niet in 2011 en 2012 had gekund. Het is namelijk niet zo dat er nog niets is gerealiseerd, denk maar aan de realisering van het natuurpoorten Hannebroeck en Seterse Hoeven en de werkzaamheden die Staatsbosbeheer in Natuurmonumenten de afgelopen jaren in het gebied hebben verricht. GroenLinks vindt het belangrijk dat de bewoners hierover worden geïnformeerd.
Als laatste de moutainbikeroutes. Het geld hiervoor is in bijna een jaar geleden door de gemeente beschikbaar gesteld. Wij vinden het teleurstellend dat nu nog steeds geen overeenstemming is met de grondeigenaren over de route. Het lijkt erop dat er pas in december een eerste overleg met alle eigenaren gezamenlijk heeft plaatsgevonden. Ook hier laat het college steken vallen en is er onvoldoen regie.
Conclusie: GroenLinks is blij dat er weer een project binnen het landschapspark wordt gerealiseerd maar vindt dat de gemeente een veel betere regie moet voeren.
0120111 Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Van der Zanden)
Voorzitter, wanneer je de verschillende voorstellen naast elkaar legt, die de gemeenteraad sinds de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning heeft gehad met elkaar vergelijkt, dan valt op dat deze steeds algemener worden. Er staat minder in en de zaken die er in staan zijn minder concreet. Dit heeft een drietal gevolgen:
1. Inwoners van Oosterhout die met de WMO te maken hebben, weten steeds minder waar ze aan toe zijn. Er wordt weliswaar gezegd, dat dit eigenlijk juist gebeurd om mensen zo goed mogelijk te helpen, maar iedereen weet dat het in de praktijk natuurlijk anders werkt. Dit soort algemene formuleringen zet de deur open voor allerlei bezuinigingen op de WMO. Waar de WMO begonnen is als een wet om mensen te compenseren voor hun beperkingen, wordt deze compensatieplicht steeds meer in het nadeel van mensen uitgelegd. Het gevolg hiervan is, dat er steeds minder gecompenseerd gaat worden en dat mensen het steeds meer zelf moeten regelen. Hiermee raakt de huidige WMO praktijk steeds verder af van hoe de WMO ooit is begonnen.
2. Zaken die met de WMO te maken hebben (zoals de Huishoudelijke Zorg en vervoer) grijpen diep in, in het leven van mensen. Doordat de WMO een taak van de gemeente is, is het uiteindelijk de raad die hierop aanspreekbaar is en dus ook de kaders vast moet stellen waarbinnen het College de WMO uit moet voeren. De verordening die er nu ligt is echter zo algemeen dat het GroenLinks volstrekt onduidelijk is, wat we nu eigenlijk vast gaan stellen. Wat het vaststellen van deze verordening gaat betekenen voor mensen die met de WMO te maken hebben, ik zou er geen antwoord op kunnen geven?
3. Nadat de raad beleid heeft vastgesteld, zal ze ook moeten controleren of het beleid door het College op de juiste manier is uitgevoerd. Aangezien deze verordening zeer ruim is opgesteld, betekent dit feitelijk dat hoe het College het WMO-beleid ook uitvoert, het past altijd binnen deze verordening. Feitelijk kan de raad het beleid dus niet meer controleren. En ook de momenten en de manier waarop het College verantwoording aflegt worden minder. De jaarlijkse evaluatie van het beleid wordt vervangen door een periodieke evaluatie en als antwoord op schriftelijke vragen wordt de raad dan verwezen naar de concernrapportage en de begroting. In dat soort documenten wordt dan vaak een pagina, soms twee of drie, besteedt aan de WMO en dan houdt het op. Echt inzicht krijg je niet als raad omdat alles in algemene termen beschreven gaat worden.
Voorzitter, aanname van deze verordening betekent dat de raad het College feitelijk geen kaders meegeeft waarbinnen het WMO beleid moet worden uitgevoerd, wat het beleid gaat betekenen voor mensen die van de WMO gebruik maken is onduidelijk en daarnaast zal ook de controlerende rol van de raad niet of nauwelijks uit de verf kunnen komen. Kortom er is hier sprake van een verordening waarin het College alle vrijheid voor zichzelf opeist en de raad het nakijken heeft.
Voorzitter, om deze reden zal GroenLinks een drietal amendementen indienen om de hierboven genoemde zaken te ondervangen:
1. Volgens GroenLinks dient de opiniërende behandeling van het uitvoeringsbesluit WMO gehandhaafd te blijven. In dit uitvoeringsbesluit komen belangrijke zaken zoals de eigen bijdrage, het eigen aandeel en de regels ten aanzien van de verstrekking van individuele voorzieningen ter sprake. Om als gemeenteraad de kaderstellende rol goed te kunnen vervullen is het naar de mening van GroenLinks noodzakelijk dat het uitvoeringsbesluit voor vaststelling door het College eerst in de raad besproken wordt.
2. In artikel 11 van de verordening stelt het College voor om het vaststellen van de basistarieven voor de huishoudelijke zorg te delegeren aan het College. Een nadere onderbouwing wordt hier niet voor gegeven. Ook hier is GroenLinks van mening dat vaststelling van deze tarieven behoort tot de kaderstellende taak van de raad. De wetgever heeft niet voor niets het vaststellen van deze tarieven bij de gemeenteraad gelegd. Vaststelling van de tarieven moet dus ook een bevoegdheid van de gemeenteraad blijven.
3. In artikel 12 stelt het College voor om vooruitlopend op de komende verordening inspraak WMO het WMO-platform alvast niet meer te noemen in dit artikel. In plaats van een jaarlijkse evaluatie wordt nu gesproken over een periodieke evaluatie. Aanpassing van dit artikel kan wat GroenLinks betreft pas plaatsvinden als de verordening inspraak WMO is vastgesteld. Daarnaast vindt GroenLinks het niet wenselijk als er, gezien het belang van de WMO, niet meer jaarlijks een evaluatie plaatsvindt. Op deze manier verliest zowel de raad, maar ook het WMO-platform het zicht op de uitvoering van de WMO. Een evaluatie is hierbij volgens GroenLinks niet een pagina in de concernrapportage of begroting.
0120112 Minimabeleid 2013 (Van der Zanden)
In de raadsvergadering van september 2012 heeft de gemeenteraad het nieuwe minimabeleid voor 2013 opiniërend behandeld. Na een opiniërende behandeling is het gebruikelijk dat het College de opmerkingen van de gemeenteraad meeneemt en deze al of niet in de definitieve versie van het raadsvoorstel komen. Tijdens de behandeling in september 2012 heeft GroenLinks opmerkingen gemaakt over de volgende onderwerpen:
• De positie van werkende armen;
• Het inzetten van vrijwilligers om mensen met een minimuminkomen te begeleiden;
• De mogelijkheid van het handhaven van een aantal kortingsregelingen van de Oosterhoutpas voor zover het gemeentelijke organisaties/organisaties betreft die door de gemeente gesubsidieerd worden.
Tot onze verbazing komt het College nu met vrijwel dezelfde nota weer terug naar de raad. Op geen enkele manier heeft een nadere uitwerking plaatsgevonden van de zojuist genoemde onderwerpen. Hierdoor ligt er nu feitelijk weer een opiniërende nota minimabeleid, die voor besluitvorming nog niet klaar is. De rest van de nota is feitelijk het doorzetten van het bestaande beleid. Uit de antwoorden van dit College kunnen we niets anders opmaken dan dat er tussen de raadsvergadering in september 2012 en nu eigenlijk niets gebeurd is op dit onderwerp. Dat past overigens in een grotere lijn. Bij de Outflow heeft dit College het ook jaren op zijn beloop gelaten, de ontwikkelingen bij H19 laten ook op zich wachten, daar zal de raad later op de avond nog over komen te spreken en bij het landschapspark Oosterhout-Breda is er in het verleden ook van alles beloofd wat nu nog niet gebeurd blijkt te zijn.
Voorzitter, het zal duidelijk zijn dat GroenLinks zich steeds meer zorgen gaat maken over de slagkracht die dit College met haar ambtelijk apparaat heeft. Projecten blijven liggen en de burgers zijn hier uiteindelijk de dupe van. Er hadden bij de drie zojuist genoemde onderwerpen gewoon concrete voorstellen moeten liggen. Gezien de huidige nota minimabeleid kunnen we wat GroenLinks betreft vanavond beter niet tot besluitvorming overgaan. Het College moet haar huiswerk maar opnieuw doen en terugkomen als de uitwerkingsopdrachten zijn uitgewerkt.
Voorzitter, op het onderwerp “werkende armen” wil GroenLinks nu al wel dieper ingaan. In de raadsvergadering van 18 december 2012 hebben SP en GroenLinks een amendement ingediend om de kwijtscheldingsregeling van gemeentelijke belastingen uit te breiden naar ZZP’ers. Wethouder Peters gaf toen aan (pagina 37 van de Notulen): “Bij de oriënterende behandeling van het Minimabeleid, is dit onderwerp al even aan bod geweest. Er is afgesproken dat dit in de Nota Minimabeleid zal terugkomen en aan u zal worden voorgelegd. Dat is in januari het geval. Dus ik zou u willen vragen om uw vraag op te houden tot de behandeling van de Nota Minimabeleid in januari.” Naar aanleiding hiervan is het amendement door SP en GroenLinks ingetrokken. Wethouder Peters gaf immers duidelijk aan dat hier in januari een voorstel richting de raad zou gaan komen. Dit is onjuist. In de nota Minimabeleid van januari 2013 staat het onderwerp “Kwijtschelding gemeentelijke belastingen ZZP’ers” onder het kopje uitwerkingsopdrachten. In de versie van september 2012 was dit ook al het geval. M.a.w. in de nota van januari 2013 stond over dit onderwerp exact hetzelfde als in de nota van september 2012. En de wethouder wist dit, want de Nota Minimabeleid is in de collegevergadering van 11 december 2012 door dit College vastgesteld.
Voorzitter, ik vat het even samen. Wethouder Peters zegt in december 2012 dat in de raadsvergadering van januari 2013 het onderwerp “kwijtschelding gemeentelijke belastingen voor ZZP’ers” aan de raad zal worden voorgelegd. Dit terwijl hij weet dat er niets met dit onderwerp gebeurd is en er nog steeds dezelfde tekst in de nota staat als in september 2012, namelijk dat het allemaal nog uitgezocht moet worden. Als wij dit geweten hadden, hadden wij dit amendement natuurlijk gewoon ingediend en het niet teruggetrokken. Het staat voor GroenLinks dan ook als een paal boven water dat wethouder Peters de raad op dit punt niet juist geïnformeerd heeft. Hij bevond zich overigens die vergadering in december met wethouder Bode in goed gezelschap.
0120114 Vaststelling Beleidsuitgangspunten Bestemmingsplan Buitengebied 2012 (incl. Lint Oosteind) (Van Bruchem)
GroenLinks ziet wat betreft het buitengebied twee relevante ontwikkelingen: meer ontwikkelruimte en meer sturen op kwaliteit en duurzaamheid. Beide zaken moeten hand in hand gaan. Door in het buitengebied te veel vrijheden te bieden kan de kwaliteit sterk verminderen. Niemand vindt het mooi om te wonen of fietsen naast ‘plastic’ kavels, grote percelen of lelijke schuren, containers, silo’s, een verrommeld landschap. Toch zijn er ontwikkelingen nodig om het buitengebied leefbaar te houden. Een kleinschalig landschap met houtwallen, en kleine gemengde boerenbedrijven is in deze tijd economisch niet haalbaar.
Echter bij een goede sturing en duidelijke kaders is het wel degelijk mogelijk zowel economisch rendabele bedrijven mogelijk te maken als een aantrekkelijk landschap te behouden en te versterken. Hierbij moet duurzaamheid het uitgangspunt zijn.
Zeker als welstandseisen worden losgelaten is het belangrijk om in het bestemmingsplan duidelijke kaders aan te geven. GroenLinks is dan ook blij met de landschapskwaliteitsverbetering die nu wordt opgenomen.
GroenLinks mist dat bij de glastuinbouw in Oosteind. Zoals eerder gesteld zien wij niets in het huidige voorstel voor het doorgroeigebied glastuinbouw. De huidige ruimte die wordt gegeven voor glastuinbouw is ontoereikend voor een goede economische basis (zeggen de ondernemers), maar vooral volstrekt in strijd met een kwalitatief hoogwaardig landschap. Absoluut geen duurzame oplossing dus.
Wat betreft de recreatieterreinen en campings zijn wij blij dat er in het nieuwe bestemmingsplan onderscheid wordt gemaakt tussen natuurkampeerterreinen en overige kampeerterreinen. GroenLinks ziet het als een ernstige fout dat dat in 2008 niet is gebeurd. Hierdoor heeft het oudste natuurkampeerterrein van Oosterhout, Bergvlietse Bossen dusdanige ontwikkelingsrechten gekregen, dat het specifieke karakter van het natuurkampeerterrein niet meer beschermd wordt. Dit kan betekenen dat een prachtig stuk extensief recreatieterrein verloren gaat. Het college kiest ervoor deze rechten te handhaven ook in het nu te maken bestemmingsplan, waardoor een prachtig groen en ruim opgezet kampeerterrein omgezet kan worden in een doorsnee chaletpark, waarvan er in Oosterhout al voldoende zijn en zelfs nog worden ontwikkeld (zie de uitbreidingsplannen van de Hannebroeck). Wij vragen het college er alles aan te doen om de huidige waarden ook in dit gebied te beschermen, ook om als gemeente een goed en gevarieerd recreatief aanbod te kunnen bieden.
Als laatste punt zetten wij vraagtekens bij de procedure voor het bestemmingsplan. Het college verwacht dat het bestemmingsplan in december door de raad wordt vastgesteld. Dit lijkt GroenLinks wel erg optimistisch en weinig reëel. Ook gezien het feit dat bestemmingsplannen buitengebied in het algemeen mer-plichting zijn. En de mer-procedure hier nog helemaal niet is gestart. Heeft het college al getoetst of het bestemmingsplan mer-plichtig is, zoals dat bijvoorbeeld in Breda en Etten-Leur het geval bleek te zijn. GroenLinks hoort graag van de wethouder een reactie.
Als laatste vraagt GroenLinks aandacht voor een goede communicatie, het is en blijft een ingewikkelde materie. De gemeente moet voldoende goede voorlichting geven zodat voor individuele bewoners en bedrijven duidelijk is wat er wel en niet kan.
Zoals gezegd kan GroenLinks het grootste deel van de nota met uitgangspunten onderschrijven. Wij missen echter met name aandacht voor duurzaamheid en vooral de uitgangspunten voor de glastuinbouw in het doorgroeigebied onderschrijven wij niet. Dat is voor ons een reden om tegen deze nota te stemmen.
Brief H19 (Van der Zanden)
Voorzitter, op 6 december heeft het College een brief naar de raad gestuurd waarin wordt aangegeven dat het besluit omtrent H19 weer een aantal maanden is uitgesteld. Het dossier H19 komt hiermee in hetzelfde rijtje te staan als de Outflow, het minimabeleid en allerlei andere dossiers die steeds weer aangekondigd worden, dan toch weer uitgesteld worden en uiteindelijk nog eens uitgesteld worden. Hierdoor wordt het steeds duidelijker dat er op dit stadhuis zaken structureel niet goed zitten, waardoor er elke keer weer redenen verzonnen moeten worden waarom er nu weer sprake is van uitstel.
Voorzitter, eerlijk is eerlijk het College is daar deze keer bijzonder creatief in geweest. In de brief van 6 december geeft het College aan dat er tijdens de behandeling van de begroting op 13 november gezegd is dat het onderzoek naar de mogelijke scenario’s is afgerond en alles klaar was om een keuze te maken. Hierna stelt het College dat de situatie inmiddels is verandert en dat door nieuwe ontwikkelingen een besluit nu niet meer mogelijk is. Er staat letterlijk: “Wij zijn tot dat inzicht gekomen omdat de financiële vooruitzichten voor Oosterhout, met het nieuwe regeerakkoord, er in korte tijd aanzienlijk somberder op zijn geworden.” Het is op zijn minst opmerkelijk te noemen dat dit besef in de vergadering van 13 november nog niet bij het College was doorgedrongen. Het regeerakkoord is op 28 oktober gesloten en was toen al een week of twee bekend.
Voorzitter, in de brief wordt gesproken over het feit dat het ambtelijke onderzoek een aantal scenario’s heeft opgeleverd. Kan de wethouder aangeven welke scenario’s dat zijn en waarom deze op 13 november nog wel een optie waren en op 6 december niet meer. Wat is er met andere woorden in deze periode verandert? Verder horen wij graag of het regeerakkoord ook nog invloed heeft op andere grote projecten in de stad. Is de parkeergarage in het Santrijngebied nog wel te realiseren nu de financiële situatie ineens heel anders is? Een geruststelling is dan weer wel dat de afgelopen maanden duidelijk is geworden dat we heel makkelijk van een groot project als een parkeergarage af kunnen. Eén telefoontje op het juiste moment naar de juiste wethouder en het is gepiept.