Per 1 april 2012 zijn een drietal buurthuizen (Heidehof, Strijen en Schervenheuvel) in Oosterhout gesloten. De resterende buurthuizen in de stad Oosterhout zijn omgevormd tot activiteitencentra.

In de raadsnota uit april 2011 staat aangegeven dat het ombuigingsplan buurthuizen moet leiden tot:



* betere aansluiting van instrumenten lokaal sociaal beleid op onze beleidsdoelstellingen;

* duidelijkheid over de maatschappelijke functie van onze accommodaties;

* regie in eigen hand en daarmee mogelijkheid tot sturen op resultaten;

* efficiencyvoordelen en kostenbesparing.



1.    Kunt u aan de hand van concrete voorbeelden aangeven in hoeverre die hier genoemde doelen van het College bereikt zijn door de sluiting van drie buurthuizen en de omvorming van de resterende buurthuizen tot activiteitencentra?

2.    Kunt u aangeven in welke mate de diverse maatschappelijke partners zoals Surplus Welzijn, GGZ, Theek 5, Hoom en Thuisvester inmiddels een gezamenlijk aanbod hebben ontwikkeld voor de activiteitencentra?

3.    Op welke manier vindt verhuur van de activiteitencentra plaats aan verenigingen en clubs met een sociaal-cultureel en/of maatschappelijke karakter wanneer de ruimtes in de activiteitencentra niet worden ingezet voor het gezamenlijke aanbod genoemd in vraag 2?

4.    Op welke manier worden de besturen van de dorpshuizen in de drie kerkdorpen op dit moment professioneel ondersteund zoals dat aangegeven is in de raadsnota uit april 2011?

5.    In de raadsnota uit april 2011 heeft u aangegeven dat het nieuwe beleid omtrent de activiteitencentra zal leiden tot een mogelijk groter bereid onder kwetsbare mensen. Is dit het geval?

6.    Zijn er nu al nieuwe gebruikersovereenkomsten gesloten met de besturen van de dorpshuizen?

7.    Zo ja, wat zijn dan de verschillen t.o.v. de overeenkomsten zoals die golden voor april 2011?

8.    In de begroting 2010 stond een bedrag van €1.074.000 voor de exploitatie van de buurthuizen opgebouwd uit apparaatkosten, gebouwgebonden kosten en organisatiegebonden kosten. Kunt u aangeven welke bedragen er in 2012 cq. 2013 aan Surplus zijn verstrekt voor de exploitatie van de activiteitencentra en wat de overige bedragen zijn die door de gemeente worden uitgegeven aan de activiteitencentra/dorpshuizen?

9.    In de notitie “Uitwerkingsopdracht Buurt- en dorpshuizen 2010” uit december 2010 staat het onderstaande overzicht waarin de bezetting en het aantal open dagdelen van de toenmalige buurt- en dorpshuizen wordt weergegeven. Kunt u aangeven wat nu de bezetting van de huidige activiteitencentra en dorpshuizen is met het aantal dagdelen waarop deze open zijn?

10.    De inventarisatie uit juni/juli 2010 geeft aan dat er volgens de besturen van de buurt- en dorpshuizen in totaal 474 activiteiten waren, die hier plaatsvinden. Kunt u aangeven hoeveel activiteiten er op dit moment plaatsvinden in de buurthuizen en om wat voor soort activiteiten het hier gaat (onderverdeeld naar de categorieën die hier ook gebruikt worden)?

11.    Bij de presentatie van de plannen omtrent de nieuwe activiteitencentra heeft uw College aangegeven dat hier samen met vrijwilligers gewerkt gaat worden. In welke mate zijn nu vrijwilligers actief binnen de nieuwe activiteitencentra?

12.    Kunt u een overzicht geven van de activiteiten die nu in de activiteitencentra plaatsvinden voor het versterken van sociale integratie en het voorkomen van sociaal isolement?

13.    Is er sinds het nieuwe beleid onderzocht wat de bezoekers en gebruikers van de nieuwe activiteitencentra van de nieuwe opzet vinden?

14.    Bij de discussie over het nieuwe beleid omtrent de buurthuizen is aangegeven dat het maatschappelijk vastgoed van instellingen zoals Surplus, Thuisvester, Prisma, Volkaert SBO en scholen multifunctioneel ingezet moet worden en dat hier dus ook verenigingen terecht moeten kunnen? Kunt u door middel van een overzicht aangeven in welke mate dit nu gebeurd?