Tijdens de raadsvergadering van 14 juli heeft GroenLinks het woord gevoerd over de jaarrekening 2014, de toekomst van de WAVA en het rapport van de Rekenkamer over de Cultuurnota. GroenLinks heeft schriftelijke vragen gesteld over het oude politiebureau, de Bedrijfs Investeringszone in de binnenstand, de bewegwijzering bij de Katjeskelder en de positie van de Oosterhoutse binnenstad.
MONDELINGE VRAAG STAND VAN ZAKEN OUDE POLITIEBUREAU (Van der Zanden)
Het oude politiebureau aan de Van Oldeneellaan staat al gedurende lange tijd leeg. De verpaupering slaat toe en sinds de afgelopen jaarwisseling wordt het gebouw afgeschermd door zwarte hekken. Het hele plaatje is niet positief voor de buurt. Naar aanleiding hiervan heeft GroenLinks de volgende vragen:
- Kan de wethouder aangeven op welke termijn er ontwikkelingen te verwachten zijn voor de locatie van het oude politiebureau;
- Wat zijn de mogelijkheden die de gemeente heeft om deze ontwikkelingen te versnellen?
MONDELINGE VRAAG STAND VAN ZAKEN BIZ (Van der Zanden)
Op 26 mei heeft de heer Velds namens D66 en GroenLinks vragen gesteld over de BIZ. Inmiddels is duidelijk geworden dat de rechter een streep heeft gezet door de manier waarop de gelden door de BIZ zijn uitgegeven. Er is namelijk volgens de rechter niet voldaan aan de voorwaarden van de experimentenwet BI-zones. Vanuit een aantal ondernemers is er op dit moment een initiatief gestart om de in de afgelopen jaren betaalde bijdrage aan de BIZ terug te vorderen. Naar aanleiding hiervan hebben GroenLinks en D66 de volgende vragen:
- Wat is het nut nog van de BIZ nu er geen gelden meer in evenementen gestoken mag worden?
- Is er nu niet een nieuwe enquete onder de ondernemers nodig aangezien de BIZ door de rechterlijke uitspraak een andere rol gaat krijgen dan in 2012 voorgesteld?
- Heeft de gemeente Oosterhout in het verleden gecontroleerd dat de gelden door de BIZ uitgegeven zijn volgens de wettelijke voorschriften?
- Op welke manier gaat de gemeente Oosterhout vanaf nu toezicht houden op de financiële gang van zaken bij de BIZ?
- kunt u aangeven wie er uiteindelijk de verantwoordelijkheid draagt voor een correcte uitvoering van de BIZ?
JAARREKENING 2014 (Van der Zanden)
Rekeningresultaat 2014:
Voorzitter, bij de behandeling van de perspectiefnota is GroenLinks al ingegaan op de bestemming van het rekeningresultaat over 2014. De fractie van GroenLinks heeft toen een amendement ingediend om de overschotten op het sociale domein uit 2014 volledig in de “Bestemmingsreserve sociaal domein” te storten. Dit om te voorkomen dat een bedrag van € 1,3 miljoen in de Vrije Reserve verdwijnt en niet geoormerkt blijft binnen het Sociale Domein. Dit amendement heeft het in de gemeenteraad niet gehaald. Wij gaan de discussie hier vanavond niet overdoen, maar zullen om deze reden wel tegen de bestemming van het rekeningresultaat 2014 stemmen.
Toename langlopende leningen:
Uit de jaarrekening 2014 blijkt dat de langlopende leningen van de gemeente Oosterhout zijn toegenomen. Gezien de grote investeringen in de Bussel, het nieuwe zwembad aan de Warande en de nieuwe woonwijk de Contreie is dat een logische ontwikkeling. De fractie van GroenLinks ziet hier wel een risico aan en dat risico speelt zich naar onze mening vooral af omtrent de Contreie. Enige tijd geleden is een raadsnota aangenomen waarin de scenario’s omtrent de Contreie opnieuw zijn doorgerekend. Gezien de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt zal dit gaan leiden tot een afname van de verwachte opbrengsten. Op het moment dat deze opbrengsten dusdanig ver afnemen dat de boekwaarde van dit project negatief gaat worden, ontstaat hier een probleem met de terugbetaling van de hiervoor aangegane leningen. Op dit moment is hier nog geen sprake van, maar het is wel een punt om alert op te zijn.
Loskade Vijf Eiken:
In 2012 heeft de gemeenteraad van Oosterhout ingestemd met het realiseren van een laad- en loskade aan de Vijf Eiken. In de raadsnota van destijds was aangegeven dat financiering van deze laad- en loskade voor een deel plaats kon vinden uit de te verwachten opbrengsten. Van de kosten zou een bedrag van € 700.000 gedekt gaan worden via een jaarlijkse vergoeding die door de exploitant aan de gemeente Oosterhout betaald dient te worden. Uit artikel 39 vragen van de fractie van GroenLinks en ook uit deze jaarrekening blijkt inmiddels dat de voorspelling van destijds te positief zijn geweest. In het eerste jaar dat deze kade in gebruik is geweest is er nauwelijks gebruik van gemaakt. In het jaar 2015 zal er naar verwachting rond de 60.000 ton worden overgeslagen. Dit terwijl in de raadsnota van februari 2012 werd uitgegaan van een startvolume van 100.000 ton oplopend tot 300.000 ton.
Duidelijk is inmiddels dat over het jaar 2014 door de exploitant geen bijdrage is gevraagd vanuit de gemeente Oosterhout. In 2015 en 2016 zal de exploitatievergoeding zeer waarschijnlijk verlaagd gaan worden. Blijkbaar is in de overeenkomst met de exploitant dus een mogelijkheid opengelaten om geen exploitatievergoeding of een lagere vergoeding te vragen bij tegenvallende opbrengsten. Kan de wethouder aangeven waarom door middel van het sluiten van een overeenkomst met een private partij het risico niet volledig bij deze private partij is komen te liggen? Nu de inkomsten voor de exploitant tegenvallen kost dit de gemeente geld? Betekent dit ook dat als in de toekomst de inkomsten van de loskade groter dan verwacht zijn, de gemeente een hogere exploitatievergoeding van deze private partij zal krijgen?
ICT Samenwerking Equalit:
Voorzitter, voor wat de risicoparagraaf van deze jaarrekening betreft, willen wij nog ingaan op de ICT samenwerking Equalit. De fractie van GroenLinks is van mening dat de risico’s betreffende deze gemeenschappelijke regeling niet volledig in de jaarrekening zijn opgenomen. Equalit is namelijk gevestigd in het gebouw waar vroeger Intergas zat. Tegenwoordig is dit een bedrijfsverzamelgebouw. Sinds een kleine maand is duidelijk dat het nogal riskant is om in Oosterhout als bedrijf een gedeelte van een dergelijk gebouw te huren. Want als één van de andere huurders namelijk plantjes gaat verbouwen, dan heeft de gemeente Oosterhout toch een probleem. De ICT-samenwerking is dan ineens gevestigd in een drugspand en daarvan doet onze onze burgemeester de deur zes maanden op slot. Als de ICT-wethouder dan geluk heeft mag hij daar 1 keer per maand even in dit drugspand naar binnen van de burgemeester. Graag horen wij van de wethouder hoe de gemeente met dit risico om denkt te gaan.
RAPPORT REKENKAMER OVER CULTUURNOTA (Louwerens)
Voor ons ligt de eindrapportage van de rekenkamer West-Brabant mbt de evaluatie van de cultuurnota 2009-2012, Laat 1000 bloemen bloeien.
Voorzitter, dit rapport en de presentatie ervan vorige week op de informatieavond, heeft enige vragen bij GroenLinks opgeroepen. Het lijkt erop of de onderzoekers zich niet goed op de hoogte hebben gebracht van de situatie hier in Oosterhout. Zo had één van de onderzoekers het over de verhuizing van De Bussel. U weet, hier is geen sprake van geweest.
In de cultuurnota zijn geen doelen geformuleerd, zoals het behalen van aantallen bezoekers of de participatie van jongeren. Wel wordt geconcludeerd dat jongeren kennis maken met cultuur en participeren in verenigingen. Dit is wel minder het geval dan in het verleden. Zaak is dus om hierop in te zetten: het betrekken van jeugd bij het verenigingsleven en dit ook versterken.
Verder lezen we in het rapport dat de uitvoering van activiteiten binnen de cultuurnota doelmatig zijn verlopen.: de begrotingen en rekeningen zijn in balans. Echter, dit geldt voor het geheel. Als er ingezoomd wordt op afzonderlijke activiteiten kan er geen exact beeld worden gevormd. Wel wordt aangenomen dat dit op orde is. Waar is deze aanname op gebaseerd? Er zijn immers geen gegevens hierover voorhanden.
Voorzitter, de rekenkamer heeft Oosterhout afgezet tegenover andere gemeenten. Op grond hiervan is de conclusie getrokken dat Oosterhout zich in het hogere segment van het spectrum bevindt als het gaat om uitgaven aan cultuur. GroenLinks trekt deze conclusie in twijfel. Immers, de rekenkamer spreekt zelf al over het feit dat de indruk gewekt wordt dat dit het geval is. Het hoeft dus niet zo te zijn. Bovendien laat dit zich moeilijk vergelijken: er kunnen immers grote verschillen zijn in hoe gemeenten de uitgaven voor cultuur berekenen. Zo is er in Oosterhout een grote verwevenheid met andere beleidsterreinen als sport en evenementen. Ook is hetgeen we voor de uitgaven terugkrijgen niet meegenomen: hoe waarderen burgers cultuur en welke verrijking is dit voor hun leven? Wordt hier het woongenot door vergroot? In dit licht bezien zouden de kosten wellicht niet op wegen tegen de baten.
Dan het speelgoedmuseum. Door de crisis zijn hier minder bezoekers geweest dan verwacht. Toch scoort het museum nog positief afgezet tegenover 2009. De rekenkamer concludeert verder dat het museum niet in de loop ligt. Als het museum bijvoorbeeld op de Markt was gelegen, had het veel meer bezoekers getrokken. Voorzitter, een dooddoener van de bovenste plank.
Dan het Huis voor Amateurs, de Pannehoef dus. Gesteld wordt in het rapport dat dit nog in ontwikkeling is. Verder zien we dat dit weer een ontmoetingsplek moet worden zoals het eerst was. Zeg maar, vóór 2013. GroenLinks stelt dat er geen duidelijk plan was wat er met de Pannehoef moest gebeuren. Immers, er is een extern iemand ingehuurd om hier richting aan te geven. Nu zijn er echter grootse plannen om jong publiek te trekken. Zo wordt er gedacht aan een workshop met de drummer van Toto. Voorzitter, ik hoor u denken: Toto? Was dat niet die band van Hold the Line uit de jaren zeventig? Ja voorzitter, dat is hem. Een groter idool voor de jeugd is bijna niet voor te stellen, nemen we aan.
Verder zien we dat bij de Pannehoef de samenwerking tussen verschillende partners nog gestart moeten worden. Ook lezen we dat bij de Pannehoef de focus moet liggen op cultuur. Elders in het rapport lezen we echter dat de focus moet liggen op jongeren. Wat is nu de boodschap die het Huis voor Amateurs mee heeft gekregen? Waar moet de focus op liggen? Is dit nu jeugd of toch cultuur?
Dan voorzitter, tot besluit verheugt het ons dat er vele successen zijn geboekt. Het speelgoedmuseum is een succesverhaal en ook de Pannehoef kan uitgroeien tot een succesverhaal volgens het rapport. Wij nemen dan ook aan dat de op handen zijnde afstoting van gemeentelijk vastgoed van museum en Pannehoef hiermee van de baan zijn.
TOEKOMSTIGE POSITIE WAVA: (Van der Zanden)
Voorzitter, een half jaar na de invoering van de Participatiewet krijgt de gemeenteraad de beschikking over het door Iroko uitgevoerde onderzoek naar de toekomst van de Sociale Werkvoorziening WAVA. GroenLinks vindt de kwaliteit van dit onderzoek uitermate teleurstellend. Dat niet iedereen het eens is over de conclusies van een onderzoek is logisch, maar in dit geval is er meer aan de hand. Zo is uit de reactie van de directie van de WAVA terug te lezen, dat er zelfs onenigheid is over de gebruikte rekenmodellen en gegevens.
In de conclusie van het rapport geeft Iroko aan dat scenaro 4 de voorkeur heeft. Dit is een ontmanteling van de Sociale Werkvoorziening. De keuze voor dit scenario is gebaseerd op cijfers, die zoals zojuist genoemd, niet boven elke discussie verheven zijn. In het rapport zelf wordt nauwelijks aandacht besteed aan de menselijke kant van de zaak, namelijk de gevolgen voor de mensen die nu bij de WAVA werken. Hoe het vervolgens verder moet, wordt ook niet concreet aangegeven. Als er iets wordt aangegeven is dit slechts in algemene zin zonder een deugdelijke onderbouwen. Het rapport van Iroko is naar de mening van de fractie van GroenLinks van geen waarde en niet bruikbaar om verder richting te geven aan de discussie rondom de WAVA.
Voorzitter, in de raadsnota wordt voorgesteld om voorlopig met de WAVA op de huidige weg door te gaan en in de loop van 2016 te komen met een implementatieplan waarin keuzes gemaakt worden voor de toekomst. Uit de antwoorden op de schriftelijke vragen maakt GroenLinks op de gemeenteraad hier ook bij betrokken wordt. Graag horen wij van de wethouder wat dit concreet betekend.
Voorzitter, in de raadsnota staat aangegeven dat het doel van de Participatiewet is om zoveel mogelijk mensen met een beperking bij een reguliere werkgever te laten werken. Dat klinkt mooi op papier, maar als we eerlijk zijn is dit natuurlijk een volstrekte illusie. In de raadsnota wordt dit op pagina 4 ook gewoon toegegeven. Hier staat namelijk: "Een groot deel van de WSW-medewerkers dat nu in dienst is bij de WAVA, verricht werkzaamheden voor de gemeente. Het betreft onder andere werkzaamheden in het groenonderhoud, schoonmaak en catering". Het werk wat door de WSW-medewerkers gedaan wordt komt dus grotendeels uit de publieke en niet uit de private sector.
Enige tijd geleden, gaf Hans de Boer, de voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW een interview in de Volkskrant. In dit interview schold hij eerst mensen in de bijstand voor rotte vis uit om vervolgens te zeggen dat deze maar asperges moesten gaan steken. Hierna kwam daar nog achteraan dat arbeidsgehandicapten toch vooral niet op banen hoefden te rekenen. Een dergelijke houding van de voorman van de werkgevers is tekenend.
Voorzitter, in grote lijnen is er sprake van een tweetal ontwikkelingen die negatief uitwerken voor mensen, die zoals ze dat in de economie noemen, laaggeschoolde baan hebben. Het gaat hier ten eerste om het verplaatsen van dit soort banen door bedrijven naar lage lonen landen buiten Europa. Ten tweede wordt steeds vaker de Nederlandse CAO ontdoken door Oost-Europese werknemers via constructies in dienst te nemen waardoor deze goedkoper zijn dan Nederlandse werknemers.
Met deze overwegingen in het achterhoofd, is het naar de mening van GroenLinks een logische conclusie dat een Sociale Werkvoorziening, in welke vorm dan ook, moet blijven bestaan. Het is en blijft nu eenmaal een economische realiteit dat bepaalde mensen gewoonweg geen kans hebben om op de reguliere arbeidsmarkt een plekje te vinden. Dit is een doelgroep waar we als gemeente dan ook de verantwoordelijkheid voor zullen blijven behouden.
Voorzitter, naar aanleiding hiervan, komt GroenLinks tot de volgende randvoorwaarden voor een toekomstige sociale werkvoorziening:
1) De uitvoering van de WSW en de participatievoorziening beschut werk dient in elk geval plaats te blijven vinden door de WAVA. De WAVA heeft veel ervaring opgebouwd betreffende de uitvoering van de WSW. De participatievoorziening beschut werk ligt in het verlengde hiervan;
2) De WAVA verzorgt op dit moment ook andere activiteiten met betrekking tot het begeleiden van mensen tot de arbeidsmarkt. Werklink is hier een voorbeeld van. GroenLinks is er geen voorstander van om de volledige taken op het gebied van de participatiewet aan de WAVA uit te besteden. In het implementatieplan zouden wij wel graag de mogelijkheid onderzocht zien om dergelijke taken als maatwerk aan de gemeenten aan te bieden. Gemeenten kunnen er dan indien nodig gebruik van maken;
3) Het zal onvermijdelijk zijn dat de WAVA in de toekomst een kleinere organisatie zal gaan worden. Op dit moment zit de WAVA bijvoorbeeld wat gebouwen betreft in een veel te ruim jasje. De gebouwen komen nog uit de tijd dat er bij de WAVA veel productiewerk plaatsvond. Iets dat nu veel minder het geval is. Onderdeel van het implementatieplan moet naar de mening van GroenLinks ook een passende schaal zijn qua huisvesting voor de WAVA in de toekomst;
4) De WAVA heeft nog steeds te maken met een lening uit het verleden. Deze lening is er naast het overschot aan huisvesting de reden van dat er een gemeentelijke bijdrage nodig is om deze kosten af te dekken. Graag willen wij bij het implementatieplan meer inzicht in het feit of het reëel is dat deze lening ook daadwerkelijk afgelost kan gaan worden of dat het beter is om op dit gebied het verlies maar te nemen.
Voorzitter, in deze tijd van grote veranderingen voor de WAVA, betekent dit automatisch onzekerheid voor het personeel. Een rapport van IROKO waarin wordt voorgesteld om de WAVA maar op te heffen, betekent niet dat dit de volgende dag gaat gebeuren. Maar de mensen op de werkvloer van de WAVA beleven dit vaak op een andere manier. GroenLinks wil dan ook nogmaals benadrukken dat er gedurende de komende tijd steeds op een goede en duidelijke manier met het personeel van de WAVA gecommuniceerd moet blijven worden om onnodige onrust te vermijden. Het is en blijft een kwetsbare doelgroep waar we zeer zorgvuldig mee om moeten blijven gaan.