In de raadsvergadering van 12 december heeft GroenLinks het woord gevoerd over Everdenberg-Oost, de maatschappelijke opvang en het minimabeleid.
Bestemmingsplan Everdenberg-Oost
Vanaf het moment dat de plannen voor Everdenberg-Oost bekend werden gemaakt, hebben GroenLinks en de SP zich hier altijd kritisch over uitgelaten. Zo blijkt uit de “Factsheet feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen 2017” het volgende:
• Gemeenten hebben per 1 januari 2017 nog voor 3.000 hectare plannen liggen om bedrijventerreinen te ontwikkelen;
• De ruimtebehoefte volgens de prognose is 769 hectare;
• 30% van alle Brabantse bedrijventerreinen is verouderd;
• Voor 77 verouderde terreinen pakken gemeente de herstructurering (voorlopig) niet op;
• 20% van de Brabantse bedrijventerreinen heeft te maken met structurele leegstand.
Voorzitter, GroenLinks en de SP stellen zich dus op het standpunt dat er meer dan voldoende bedrijventerreinen zijn en dat het hergebruik en/of de herstructurering van bestaande bedrijfslocaties de voorkeur heeft boven de ontwikkeling van nieuwe terreinen. Wij blijven van mening dat juist in overleg met de andere gemeenten in de provincie moet worden bezien welke behoefte er is aan bedrijventerreinen. Het is een feit dat er nog steeds te veel bedrijventerreinen ontwikkeld worden in Nederland. Het moet niet zijn dat gemeenten elkaar beconcurreren met de vestigingsmogelijkheden voor bedrijven.
Een ander belangrijk argument is dat het bedrijventerrein in het buurtschap de Heikant gaat komen. Een gebied dat rijk is aan landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Om Oosterhout als gemeente aantrekkelijk te houden voor haar inwoners is het juist van belang om het de natuur en het groen in het buitengebied te behouden. De plannen omtrent Everdenberg-Oost zijn immers niet de enige plannen, die het groene karakter van het Oosterhoutse buitengebied aantasten.
GroenLinks en de SP zullen om de zojuist genoemde redenen dan ook niet instemmen met het nu voorliggende bestemmingsplan Everdenberg-Oost.
Armoedebestrijding Kinderen
Voorzitter, deze raadsnota is er gekomen vanwege het feit dat er vanaf 2017 landelijk €100 miljoen per jaar ter beschikking gesteld wordt voor armoedebestrijding onder kinderen. Voor de gemeente Oosterhout betekent dit een jaarlijks bedrag van €250.000. Dit geld moet dan ook zoveel mogelijk rechtstreeks terecht komen bij de kinderen die het nodig hebben in de vorm van een directe bijdrage in natura.
GroenLinks heeft een ordevoorstel om vanavond nog niet over deze nota te besluiten gesteund. De reden hiervoor is, dat wij bij de huidige nota niet het vertrouwen hebben, dat het geld zoveel mogelijk rechtstreeks bij de kinderen terecht komt. In de nota van het College wordt voorgesteld om de extra gelden voor armoedebestrijding voor een groot deel te gaan stoppen in algemene voorzieningen voor kinderen. Dit zijn voorzieningen waar alle kinderen, onafhankelijk van hun inkomen, deel aan kunnen nemen. Het College verwacht dan dat ook kinderen, die ouders hebben met een minimuminkomen, hier voordeel van hebben. Dat zal ongetwijfeld voor een deel zou zijn, maar GroenLinks twijfelt ernstig aan de effectiviteit hiervan. Ook wanneer er van een positief effect sprake is, zal dit betekenen dat gelden die bedoeld zijn voor de armoedebestrijding, bij een heel andere doelgroep terecht komen.
In het bijzonder willen wij verder nog aangeven dat wij als GroenLinks onze vraagtekens hebben bij de voorgestelde samenwerking met JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht). De landelijke organisatie van JOGG wordt onder andere gefinancieerd door de voedingsindustrie. Bedrijven doen dit natuurlijk niet voor niets. Arjen Lubach heeft er twee jaar geleden een uitstekende video over gemaakt. Volgens GroenLinks moet het niet zo zijn dat de voedingsindustrie direct of indirect via dit soort programma's haar invloed uit gaat oefenen op de eetgewoontes van kinderen.
Voorzitter, waar moeten de extra gelden voor armoedebestrijding onder kinderen dan naar toe. Voor GroenLinks is dat heel duidelijk, niet indirect via allerlei algemene voorzieningen maar via een directe bijdrage in natura. Namens Stichting Leergeld is dit ook zo verwoord tijdens de inspraakavond van vorige week dinsdag. Dit betekent dat, zoals aangegeven in de motie van VVD en GroenLinks, er een fonds in het leven geroepen moet worden van waaruit rechtstreeks zaken verstrekt kunnen worden die deze kinderen nodig hebben. Dit moet dan gebeuren op een laagdrempelige manier zonder allerlei overbodige regels. Het kan dan om zaken gaan zoals:
• Deelname mogelijk maken aan sport. Zowel de contributie aan de sportvereniging, als benodigde sportkleding en sportattributen vallen hieronder;
• Zaken die nodig zijn zodat kinderen volwaardig mee kunnen doen op school. Op steeds meer scholen wordt verwacht dat kinderen beschikken over digitale apparaten. Ook hier mogen kinderen niet de dupe worden van het feit dat hun ouders een minimuninkomen hebben. De Tienerpartij heeft dit vorige week dinsdag aangegeven in hun inspraakbijdrage. Wij ondersteunen dit idee als GroenLinks en vragen het College dan ook om dit op zo'n manier te regelen dat zoveel mogelijk mogelijk kinderen uit minimagezinnen hier daadwerkelijk gebruik van kunnen maken;
• Meer kinderen dan nu het geval is, de mogelijkheid geven om deel te nemen aan zwemlessen. Uit onderzoek blijkt dat er een verband is tussen armoede van ouders en het percentage kinderen dat een zwemdiploma heeft;
Een suggestie die GroenLinks het College ook nog mee wil geven, is er een die gedaan is door de kinderombudsman en de VNG. Zij geven aan dat er bij kinderen die in armoede leven een "kindpakket" ontwikkelt zou moeten worden met basisbehoeftes die bijdragen aan een levensstandaard die toereikend is voor sociale ontwikkeling. Het kind zou dus op aanvraag zo'n basispakket krijgen met daarin de mogelijkheid om aanspraak te maken op verschillende basisvoorzieningen. Op deze manier werkt dit naar de mening van GroenLinks drempelverlagend omdat met één aanvraag direct de mogelijkheid bestaat om voor verschillende basisvoorzieningen in aanmerking te komen in plaats van steeds een losse aanvraag per voorziening.
Voorzitter, de fractie van GroenLinks verwacht dan ook van het College dat er in de raadsvergadering van februari 2018 een voorstel ligt om de extra gelden voor armoedebestrijding onder kinderen op deze manier uit te gaan geven. Hieronder verstaan wij dan ook de gelden die in 2017 niet aan dit doel uitgegeven zijn, omdat er nog geen beleid op dit gebied was.
Opvang en bescherming in regio Breda
De afgelopen weken heeft de Raad veel werkbezoeken kunnen afleggen om te zien hoe de maatschappelijke opvang en het beschermd wonen vorm wordt gegeven. Hier is door velen uit de Raad gebruik van gemaakt. Ook de fractie van GroenLinks heeft enkele bijeenkomsten bezocht.
Deze nota, die in regionaal verband wordt aangeboden, moet nog uitgewerkt gaan worden naar een nota die specifiek is voor de Oosterhoutse situatie. De fractie van GroenLinks wil het College hierover het volgende meegeven:
Na een uithuiszetting kunnen mensen geholpen worden door Centraal Onthaal. Er wordt dan opvang geregeld middels een crisiswoning of middels de doorstroomvoorziening. Deze voorzieningen zijn alleen in Breda beschikbaar. Toch is het belangrijk om mensen zoveel mogelijk in een vertrouwde omgeving op te vangen. GroenLinks verzoekt het College dan ook om voldoende voorzieningen voor maatschappelijke opvang en voor beschermd wonen in Oosterhout te realiseren danwel te behouden.
Voorzitter, uit de beantwoording van de sjabloonvragen bleek dat als mensen weer zelfstandig, eventueel met begeleiding, kunnen gaan wonen, er geen woningen in Oosterhout beschikbaar zijn. Wij begrijpen uit de nota dat het College met Thuisvester hierover in gesprek gaat. Graag horen wij van het College of deze gesprekken al gestart zijn en wat de voortgang is. Wij kunnen ons voorstellen dat er in de nieuwbouwprojecten als Wilhelminahaven en de Zwaaikom rekening gehouden kan worden met het beschikbaar stellen van enkele woningen.
Tijdens de werkbezoeken van de Raad werd het voor ons duidelijk dat sommige mensen altijd gebruik zullen maken van een beschermd wonenvoorziening. In het algemeen zijn dit iets grotere huizen, waar de bewoners een eigen kaner hebben en waar verder gemeenschappelijke ruimtes zijn. Ook deze voorzieningen kunnen in de nieuw te bouwen wijken worden ingepast. Is er in de huidige bouwplannen plaats voor zo’n voorziening?
Ook is het belangrijk, voorzittert, dat we goed kijken naar de doelgroep. In de gezamenlijke visie staat beschreven dat het hier gaat om personen die dakloos zijn, en/of een psychische kwetsbaarheid kennen, en/of licht verstandelijk beperkt zijn.
Het zijn dus mensen met uiteenlopende problematieken. Het is dus van belang om goed te kijken welke opvang hier het meest geschikt is. Immers: iemand die psychisch kwetsbaar is heeft een ander aanpak nodig dan iemand die dakloos is.
Tot besluit nog iets over de communicatie: voor mensen met een licht verstandelijke beperking is het soms lastig om informatie in te winnen. Veel websites zijn gericht op de hulpverleners of mantelzorgers. Het zou goed zijn als informatie op websites ook in gewone mensen taal vermeld zou staan, zodat ook licht verstandelijke beperkte mensen de informatie goed tot zich kunnen nemen. Op deze manier kunnen zij beter betrokken worden bij hun eigen proces.