Op 25 augustus jl. hebt u schriftelijke vragen ex art. 39 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over de sluiting van Lievenshove. Wij begrijpen dat de situatie rondom Lievenshove vragen oproept over de kwaliteit en effectiviteit van de zorg voor een zeer kwetsbare doelgroep. Wij delen deze zorg. Als regio werken wij al vanaf de start van de decentralisatie aan een nieuwe blik op residentiële zorg. Dit blijkt in de praktijk een zeer moeilijke opgave, iets dat door deze casus wordt geïllustreerd. Wij beantwoorden uw vragen als volgt.
Vraag 1. Wordt de gehele locatie van Juzt ter plaatse gesloten en verdwijnen daarmee alle door Juzt aangeboden diensten inclusief de ambulante hulp voor jongeren?
Antwoord 1. Alle door Juzt aangeboden diensten op Lievenshove, dit zijn voornamelijk de zogenoemde ‘open’ en ‘gesloten’ behandelgroepen en aanverwante dienstverlening voor de op Lievenshove verblijvende jongeren, zullen op andere locaties van Juzt worden aangeboden. Hiermee sluit inderdaad de gehele locatie, maar verdwijnen de diensten niet voor de jongeren.
Vraag 2. Hoe wordt vanaf sluiting de hulp aan de kwetsbare jongeren die binnen de doelgroep(en) van deze locatie vallen, gegarandeerd?
Antwoord 2. De dienstverlening welke Juzt op Lievenshove verricht wordt verplaatst naar andere locaties van Juzt. Dit zal fasegewijs en na overleg met cliënten, ouders en personeel gebeuren. Met aandacht voor de individuele zorgvragen zal voor zowel de jongeren in de ‘open’ plaatsing als voor de jongeren in ‘gesloten’ plaatsing een beter passend alternatief worden gevonden. Doelstelling is dat uiterlijk 1 december alle dienstverlening is verplaatst. Als regio WBO (en als gemeente Oosterhout) blijven wij met Juzt in contact over dit traject en de noodzakelijke aandacht voor het belang van deze kwetsbare jongeren. Ook de inspectie werkt mee in het bewaken van dit proces en de goede zorg voor deze jongeren.
Vraag 3. Op het terrein van Lievenshove is ook het Warandecollege, school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs, gevestigd, waar niet alleen Lievenshove-leerlingen naar school gaan maar waar ook externe leerlingen onderwijs genieten. Het Warandecollege maakt geen deel uit van Juzt, maar van Het Driespan, onderdeel van de Koraalgroep.
- Wat gaat er met deze school gebeuren?
- Heeft het college al contact met het bestuur of directie van Het Driespan, zo ja wat is hiervan de uitkomst, zo nee, waarom niet?
Antwoord 3. De portefeuillehouder onderwijs heeft reeds contact gehad met de directie van het Driepan. We blijven met de directie en het onderwijsveld contact over het vervolg. Het Driespan voert momenteel de regie op het vervolg. Wij kijken mee en ondersteunen waar gewenst.
Het Driespan is zich naar aanleiding van de sluiting in samenspraak met de regionale samenwerkingsverbanden en het brede onderwijsveld aan het oriënteren op de wijze waarop het onderwijs voor deze doelgroep het beste vormgegeven kan worden. Afhankelijk van de uitkomsten daarvan wordt bekeken welke consequenties dit heeft voor de locatie Warandecollege op het terrein van Lievenshove.
Vraag 4. Is het uw college bekend dat Juzt zeer recent, te weten in maart van dit jaar, ook een drugsgerelateerde problematiek heeft gekend op tenminste één andere locatie? Juzt kondigde toen aan te onderzoeken hoe zij dergelijke incidenten in de toekomst zou kunnen voorkomen
- Is uw college op de hoogte gesteld van de uitkomsten van dit interne onderzoek van Juzt?
- Verwacht uw college, nu er blijkbaar geen sprake is van slechts incidenten op Lievenshove, dat Juzt vanaf heden nog in staat zal zijn aan deze kwetsbare doelgroep(en) voldoende zorg en veiligheid te bieden?
- Overweegt uw college het contract met Juzt voor deze specifieke zorg op te zeggen danwel stringente nieuwe voorwaarden en garanties te stellen?
Antwoord 4. Juzt geeft ons aan dat het externe onderzoek naar het incident in Breda van afgelopen maart nog niet is afgerond. Het bestuur verwacht de uitkomsten van dit onderzoek komende maand. Wij zullen als regio en als gemeente Oosterhout vragen om inzage in deze uitkomsten en hierover het gesprek aangaan met Juzt.
Het bestuur van Juzt heeft ons aangegeven volledig gericht te zijn op het borgen van veilig zorg- en werkklimaat. Het bestuur had hierover terechte zorgen voor de locatie Lievenshove. Een veilig zorg- en werkklimaat valt nooit 100% te garanderen. De kwetsbare doelgroep waar Juzt voor staat, is immers ook zeer kwetsbaar voor omgevingsfactoren. Deze kwetsbare doelgroep leeft niet 100% gesloten op een residentieel terrein. Dit is ook niet in hun belang. Uiteindelijk gaat het er immers om dat deze jongeren zo zelfstandig mogelijk kunnen leven en leren in een zo normaal mogelijk omgeving. De uiteindelijke sluiting is niet enkel het directe effect van een incident, maar hangt samen moet een breed palet aan factoren die kwalitatieve en veilige zorg op deze locatie bemoeilijken.
Op de andere locaties van Juzt is nu een veel veiliger zorg- en werkklimaat. Wij zullen samen met de regio kritisch blijven sturen op de kwaliteit en veiligheid in het proces richting 1 december, maar ook de periode daarna. Dit doen wij niet alleen, we werken hierbij nauw samen met de inspectie gezondheidszorg en jeugd.
In de periode tot 1 december werkt Juzt nauw samen met de gemeente en politie bij het nemen van aanvullende maatregelen om de overgangsperiode goed en veilig te doorlopen. Recentelijk hebben wij een bestuurlijk overleg gehad met de politie en Juzt en daarbij concrete acties afgesproken met betrekking tot de veiligheid, de toegang tot het terrein en drugspreventie.
Kwaliteit en veiligheid is reeds een harde voorwaarde. Het besluit dat Juzt nu neemt vormt voor ons geen aanleiding om het contract op te zeggen. Zoals aangegeven, zullen wij de komende tijd wel met extra aandacht kijken naar de dienstverlening van Juzt en met hun in gesprek blijven over de kwaliteit en veiligheid van zorg.
Vraag 5. Heeft de drugsproblematiek bij Lievenshove gespeeld bij zowel de open als de gesloten groep? Immers, de jongeren van de gesloten afdeling kunnen slechts onder strenge begeleiding buitenkomen.
Antwoord 5. De drugsproblematiek vond plaats bij beide groepen. Het is juist dat de jongeren onder strenge begeleiding buitenkomen. Hier vindt ook toezicht op plaats. Dat wil echter niet zeggen dat het voor jongeren onmogelijk was om met elkaar of met anderen in contact te komen. Zie ook het interview met een van de jongeren in BN de Stem.
Vraag 6. In het Algemeen Dagblad van 10 december 2016 heeft de bestuursvoorzitter van Juzt laten weten dat de financiële problemen van Juzt voor een deel worden veroorzaakt door negen gemeenten in de regio West-Brabant-west. Juzt heeft daardoor moeten reorganiseren en veel medewerkers moeten ontslaan
- Heeft een en ander zijn negatieve weerslag gehad op het personeelsbestand en de huidige problematiek van Lievenshove?
- Zo ja, kunnen wij dan constateren dat de problemen in de andere regio direct of indirect hebben geleid tot het sluiten van Lievenshove?
Antwoord 6. Het is niet aan ons om hier antwoord op te geven, maar aan het bestuur van Juzt. Zij antwoorden het volgende:
“Eind 2017 is de relatie met de negen gemeenten in de regio West-Brabant-west hersteld. Met hulp van de Transitie Autoriteit Jeugd is Juzt in 2018 een reorganisatie gestart om beter antwoord te kunnen bieden op doelstellingen van de decentralisatie en in te zetten op samenwerking met clienten en oa wijkteams. Het is al enige jaren dat Juzt , en ook collega aanbieders, steeds meer moeite hebben om zorg te dragen voor stabiele teams. Er is echter geen directe relatie met de toenmalige dynamiek in de regio West-Brabant-west” Er kan dus geen conclusie getrokken worden dat de sluiting van Lievenshove te maken heeft met problemen in een andere regio.
Vraag 7. Wat zijn de financiële effecten van de sluiting voor het budget van de Jeugdzorg binnen de gemeentelijke begroting?
Antwoord 7. Oosterhout financiert Lievenshove niet zelf. Als regio hanteren wij het ‘geld volgt kind’-principe, waarbij de gemeenten geen instellingen financieren, maar de geleverde zorg aan kinderen vallend onder onze verantwoordelijkheid. Die verantwoordelijkheid wordt bepaald door het woonplaatsbeginsel. Hiermee wordt voorkomen dat een gemeente die toevallig een instelling op het gebied van jeugdzorg binnen de eigen grenzen heeft opdraait voor alle kosten. Nu betaalt Oosterhout alleen de jeugdzorg voor de Oosterhoutse jongeren, ongeacht waar zij de zorg ontvangen.