Tijdens de begrotingsvergadering van 4 november heeft de raad besloten om volgens een andere manier te gaan debatteren. GroenLinks Oosterhout heeft niet ingestemd met dit ordevoorstel. Op deze pagina vindt u een tweetal brieven, die wij aan de Oosterhoutse raads- en collegeleden hebben gestuurd en waarin wij onze bezwaren tegen deze debatmethode uiteen zetten.
-------------------------------------------------------------------------------------------
Aan de heer Jan Frankevijle
i.a.a. de leden van de raad en het college van B&W van Oosterhout
Oosterhout, 23 oktober 2003
Betreft: voorstel begrotingsdebat gemeenteraad Oosterhout
Geachte griffier,
Per brief van 16 oktober j.l. hebt u ons verzocht om u uiterlijk 23 oktober te laten weten of wij als fractie in kunnen stemmen met het voorstel betreffende de vormgeving van het begrotingsdebat van 4 november a.s.. Bij deze willen wij dan ook aan dit verzoek voldoen. Na het afwegen van de voor- en nadelen is GroenLinks uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat wij NEGATIEF zullen moeten oordelen over het nu liggende voorstel. In deze brief zullen wij hiervoor onze argumenten op een rij zetten.
1. Opzet van de avond op 14 oktober j.l.:
De avond op 14 oktober j.l. is per brief van 2 oktober 2003 aangekondigd als een vervolg op de cursus duaal debatteren. De fractie van GroenLinks heeft hieruit dan ook geconcludeerd, dat deze avond een voortzetting zou zijn van een eerdere avond die gehouden is. Een afvaardiging van het debatinstituut komt met tips om het begrotingsdebat op een meer structurele wijze in te delen en geeft tegelijkertijd tips aan de aanwezige raadsleden om meer uit het debat te halen. Dat er op deze avond door het debatinstituut een voorstel gedaan zou worden, hoe de begrotingsbehandeling ingedeeld zou moeten gaan worden, waaruit vervolgens een officieel ordevoorstel zou volgen, zoals nu voorligt, is de fractie van GroenLinks niet duidelijk geworden. Wat dat betreft voelden wij ons op 14 oktober j.l. dan ook enigszins overvallen over de manier waarop de avond zich ontwikkelde.
2. Partijen hebben geen mogelijkheid meer om hun visie uiteen te zetten:
In een begrotingsdebat kunnen in feite alle onderwerpen van het gemeentelijk beleid aan de orde komen. Een dergelijk debat is voor partijen (naast de jaarlijkse perspectiefnota) in feite de enige mogelijkheid om een meer algemene visie te geven op hoe vanuit hun achtergrond het beleid er in een gemeente uit zou moeten zijn. Dit stijgt dan uit boven het al of niet instemmen met specifieke beleidsvoornemens uit de begroting. Door de stringente indeling van het debat is er in eerste termijn geen tijd voor het ventileren van een dergelijke algemene visie en kan hier in de tweede termijn niet op ingegaan worden omdat het geen concreet onderwerp is. In het duale bestel is het weliswaar zo dat de perspectiefnota nu het belangrijkste item in het politieke jaar is, ook de begroting is naar de mening van GroenLinks belangrijk gebleven. Zeker dit jaar nu er gezien de extra bezuinigingen van het kabinet geen sprake is van louter een doorvertaling van de perspectiefnota, zoals dat in 2002 meer het geval was. Gezien de brief van het college van 16 oktober j.l. waarin opnieuw over een verslechtering van de financiële situatie van de gemeente Oosterhout gesproken wordt, moeten er nu echte fundamentele keuzes gemaakt worden. Er kan dan ook beter van een "mini-perspectiefnota" dan van een begroting gesproken worden.
3. Integraliteit en kwaliteit van het debat:
In de tweede termijn wordt het debat opgedeeld in een aantal kleine stukken van elk tien minuten, waarin steeds één onderwerp aan bod komt aan de hand van een motie of geschilpunt. Een geschilpunt is voor de fractie van GroenLinks een punt in de begroting, waar één van de acht partijen in deze gemeenteraad het niet mee eens is. Kortom, dus een punt waaraan de partij in eerste termijn aandacht heeft besteed. Overleg in de schorsing tussen eerste en tweede termijn over hoeveel geschilpunten er in de tweede termijn aan de orde komen is dan dus niet meer nodig. Een dergelijk overleg is bovendien ook niet wenselijk omdat dan buiten de raadsvergadering om beslist wordt, waar wel of niet over gepraat gaat worden. Dit staat wat ons betreft lijnrecht tegenover de nagestreefde openbaarheid van bestuur. Het strakke één minutenschema van de tweede termijn, leidt ertoe, dat niet meer integraal over de begroting gesproken kan worden, maar enkel over kleine stukjes. Alle geschilpunten en moties worden gelijk behandeld, terwijl ze in de praktijk niet gelijk zijn. Dit zal er toe leiden, dat onderwerpen niet goed uitgesproken kunnen worden, dat iedereen moet jagen om binnen de één minuut te blijven. Het debat zal vervlakken en aan diepgang verliezen, want het moet allemaal snel, snel, snel gebeuren. Tijd voor nuance is er niet meer. Een dergelijk schema haalt ook de spontaniteit uit het debat. Alles wordt van te voren ingedeeld en vastgelegd. In plaats van meer debat, zal er minder debat komen en het mindere debat zal oppervlakkiger zijn.
4. Rol van het college wordt nu te klein:
Het college heeft één minuut om te reageren op een motie en geschilpunt. Tijd om uit te leggen waarom een motie wel of niet goed is, is er niet meer. Opnieuw geldt hier, dat het snel, snel, snel moet en de nuance zal verdwijnen. Ook het college zal oppervlakkiger moeten gaan antwoorden. Tijd om over een punt door te vragen is er niet, want dat laat het strakke schema niet toe. Ook het college en met name de wethouder van Financiën, zal naar de mening van GroenLinks last krijgen van het feit, dat de integraliteit uit het debat gehaald wordt. Hij is als wethouder niet alleen verantwoordelijk voor zijn eigen onderwerpen, maar ook over de begroting als geheel. Een debat tussen de wethouder Financiën en de raad over de begroting als geheel en de ontwikkelingen hierin, is naar de mening van GroenLinks in het huidige voorstel niet meer mogelijk. Het college wordt net als de raad, dus gedwongen om snel en kort op onderwerpen van de begroting te reageren en moet dus de grote lijnen uit het oog verliezen.
5. Gekozen systematiek is nadelig voor oppositiepartijen:
Een collegepartij heeft het altijd makkelijker dan een oppositiepartij omdat een groot deel van zijn beleid via het college akkoord in een begroting terecht komt. In het huidige systeem heeft een oppositiepartij niet meer de tijd om zijn punten goed onderbouwd naar voren te brengen. Dit zal noodgedwongen leiden tot kretologie. Er kan alleen gezegd worden, dat iets niet goed is, waarom het niet goed is, daar is geen tijd voor. Hierbij moet tevens opgemerkt worden, dat de tijd dat de raadsleden met elkaar kunnen discussiëren, steeds verder ingekrompen wordt. De commissies zijn afgeschaft, de raadsvergaderingen vinden langer uit elkaar plaats en de spreektijden bij de begroting, zijn in twee jaar tijd van vijftien naar vijf minuten gegaan. De drang naar korter vergaderen, gaat de overhand krijgen, boven de kwaliteit van het debat.
6. Afmeting van het succes van de nieuwe methode:
De reden van het nu voorliggende voorstel is om de burgers meer bij de politiek te betrekken. De methode heeft naar de mening van GroenLinks dan ook succes, als de hoeveelheid publiek, die bij de raadsvergaderingen aanwezig is, gaat toenemen. GroenLinks heeft zijn twijfels, of dat door deze nieuwe manier van debatteren gaat toenemen. Daarnaast is het de vraag of het publiek zit te wachten, op een debat waar elke vorm van diepgang uitgehaald is, door de gekozen debatteermethode.
Concluderend, kan GroenLinks dus niet met het voorstel instemmen. Naar onze mening wordt juist het tegenovergestelde bereikt, van het voorgestelde doel. Er zal minder debat plaats gaan vinden, in plaats van meer. Hierbij komt nog bij, dat het schema er op papier weliswaar vernieuwend uitziet, maar het in de praktijk dermate rigide zal zijn, dat elke spontaniteit uit het debat gehaald wordt. Een dynamisch geheel als een raadsvergadering, laat zich niet in een dergelijk strak keurslijf dwingen, waar van minuut tot minuut vooraf wordt vastgelegd, wat er moet gebeuren.
Wat betreft de praktische gang van zaken, stelt GroenLinks voor om de behandeling van de begroting op 4 november a.s. net zo te doen als in 2002. Indien er in de toekomst over alternatieve ordevoorstellen gesproken gaat worden, dient hier naar de mening van GroenLinks een langer proces aan vooraf te gaan. Een dergelijke alternatieve methode kan verder beter eerst uitgeprobeerd worden in een gewone raadsvergadering op bijvoorbeeld een opiniërende raadsnota, zodat er nog bijstellingen mogelijk zijn, voordat er in een van de belangrijkste vergaderingen van het jaar mee gewerkt gaat worden.
Wanneer er naar aanleiding van de eventuele opmerkingen van de verschillende politieke partijen een nieuw voorstel wordt gedaan m.b.t. de vergaderorde op 4 november a.s. zullen wij ons oordeel hierover af laten hangen van de in deze brief genoemde argumenten.
Hoogachtend,
W.J.W.A. van der Zanden
Fractievoorzitter GroenLinks
-------------------------------------------------------------------------------------------
Aan de heer Jan Frankevijle
i.a.a. de leden van de raad en het college van B&W van Oosterhout
Oosterhout, 4 november 2003
Betreft: definitief voorstel begrotingsdebat gemeenteraad Oosterhout
Geachte griffier,
Per brief van 23 oktober j.l. hebben wij u laten weten dat GroenLinks haar oordeel over een eventueel nieuw voorstel m.b.t. de vergaderorde op 4 november, zal laten afhangen van de mate waarin tegemoetgekomen is aan de in deze brief genoemde opmerkingen. Om de begrotingsvergadering op een vlotte manier te laten starten, laten wij u bij deze ons definitieve standpunt weten m.b.t. het definitieve voorstel voor het begrotingsdebat zoals u dat per brief van 30 oktober j.l. aan ons hebt laten toekomen.
De fractie van GroenLinks is na bestudering van het nieuwe voorstel tot de conclusie gekomen, dat de kern van het oorspronkelijke voorstel volledig in takt gebleven is en er enkel wat kleine aanpassingen hebben plaatsgevonden. Dit betreft de ruimte voor de fracties in eerste termijn, waar t.o.v. vorig jaar nog steeds sprake is van een afname van de spreektijd en de rol van het college, die nu wat uitgebreid is. Naar de mening van GroenLinks staat het merendeel van de bezwaren, die wij in onze brief van 23 oktober j.l. genoemd hebben nog steeds overeind. Wij blijven hierbij op ons standpunt staan, dat de behandeling van de begroting dit jaar plaats zou moeten vinden op dezelfde manier als dat in 2002 is gebeurd. Dit zal dan ook betekenen, dat wij NIET akkoord gaan met dit ordevoorstel en bij de vaststelling hiervan aan het begin van de begrotingsvergadering TEGEN zullen stemmen. Hierbij zullen wij volstaan met een korte stemverklaring, zoals dat bij raadsbesluiten gebruikelijk is.
Hoogachtend,
W.J.W.A. van der Zanden
Fractievoorzitter GroenLinks
-------------------------------------------------------------------------------------------