Op 29 juni 2004 hebt u schriftelijke vragen ex artikel 41 van het Reglement van Orde van de Oosterhoutse gemeenteraad gesteld over cliëntenparticipatie in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB). Wij geven hierbij een antwoord op uw vragen, maar willen nog wel opmerken dat het niet gewenst is dat via het stellen van artikel 41 -vragen een derde (schriftelijke) termijn van raadsbehandeling wordt gevoerd.
Vraag 1: Op welke manier zal de werving van leden van de cliëntenraad plaatsvinden?
Antwoord: In de verordening cliëntenparticipatie WWB is bepaald dat de cliëntenraad wordt gevormd door vertegenwoordigers van verschillende organisaties. Deze organisaties dragen de vertegenwoordigers voor de cliëntenraad aan.
Vraag 2: In de verordening wordt enkel gesproken over vertegenwoordigers van organisaties die in de cliëntenraad zitting hebben. In welke mate wordt opgelegd dat personen die zitting hebben in de cliëntenraad behoren tot de doelgroep van bijstandsgerechtigden?
Antwoord 2: Zoals bij antwoord 1 reeds vermeld dragen de verschillende belangenorganisaties de vertegenwoordigers voor de cliëntenraad aan. De verantwoordelijkheid voor de keuze van deze vertegenwoordigers ligt bij de organisaties. Het college legt niet op welke vertegenwoordigers er afgevaardigd moeten worden.
Vraaga 3: Op welke manier wordt geregeld dat ook bijstandsgerechtigden, dus echte cliënten, in de cliëntenraad zitting kunnen nemen?
Antwoord 3: Het cliëntenplatform is een van de organisaties die vertegenwoordigers afvaardigt voor de cliëntenraad. In het cliëntenplatform hebben ook bijstandsgerechtigden zitting. Het cliëntenplatform kan dus bijstandsgerechtigden afvaardigen voor de cliëntenraad. Overigens is het ook mogelijk dat in de andere organisaties die vertegenwoordigers hebben in de cliëntenraad bijstandsgerechtigden vertegenwoordigd zijn.
Hoogachtend,
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT